Leerdoelen humane anatomie
Een korte omschrijving geven van het vakgebied Anatomie & Embryologie.
Anatomie & Embryologie: de wetenschap die de normale en abnormale bouw en -ontwikkeling van het
menselijk lichaam in alle levensfasen tot onderwerp van studie heeft. Er wordt gekeken naar functie en
ontwikkeling van die functie.
Anatomie: de leer van de normale bouw van het menselijk lichaam. Ontleden is essentieel om inzicht te
krijgen in de bouw van het lichaam.
Embryologie: de leer van de normale ontwikkeling van het menselijk lichaam vóór de geboorte. Er wordt
vooral gekeken naar de fase van conceptie tot en met aanleg van de organen
Teratologie: de leer van de aangeboren misvormingen van het menselijk lichaam. Aangeboren afwijkingen
= congenitale afwijkingen.
Onderverdeling anatomie
Systematische anatomie: de leer van de bouw van de afzonderlijke weefsels, organen en
orgaanstelsels
Topografische anatomie: de leer van de ligging van de verschillende onderdelen (structuren) ten
opzichte van elkaar
Oppervlakte-anatomie: de leer van de samenhang van uitwendige lichaamsvormen met de
inwendige gelegen lichaamsdelen. >> anatomie in vivo.
Functionele anatomie: de leer van de samenhang tussen vorm en fucntie >> ook de bewegingsleer
Fysische antropologie >> lichaamsbouw kenmerken bestuderen bij verschillende mensen (sexen,
typen, rassen of leeftijdsgroepen)
Anatomische terminologie gebruiken om onderdelen van het menselijk lichaam te
benoemen, regio’s te benoemen en relatieve posities te beschrijven.
“anatomische stand”: de persoon staat rechtop, kijkt naar voren, de armen langs het lichaam
met de handpalmen naar voren, de voeten recht en de tenen dus ook naar voren.
Vlakken door het lichaam
Mediaan vlak: het vlak van symmetrie, verdeling van het lichaam in een rechter- en een
linkerkant (ook wel mid-sagittale vlak)
Sagittaal vlak: een vlak evenwijdig aan het mediane vlak
Transversaal vlak: loodrecht op het mediane vlak (ook wel het horizontale vlak genoemd), verdeling
in een boven- en onderkant
Coronaal vlak: loodrecht op beide andere vlakken (ook wel frontaal vlak genoemd), verdeling in een
voor- en achterkant
Termen voor positie
Betekenis Beschrijving/spreektaal Bijv.naamw.in naam
Hoger dan Craniaal van Superior
Lager dan Caudaal van Inferior
Meer naar voren dan Ventraal van Anterior
Meer naar achteren dan Dorsaal van Posterior
Meer naar opzij dan Lateraal van Lateralis
Meer naar ’t midden dan Mediaal van Medialis
Tussenin gelegen Intermediair Intermedius
Oppervlakkig Superficiaal Superficialis
Diep Diep Profundus
Dichter bij de romp/ oorsprong/ begin dan Proximaal van Proximalis
Verder van de romp/ oorsprong/ begin Distaal van Distalis
dan
, Indeling van het lichaam
Caput: hoofd
Collum: hals, achterzijde nek
Trucus: romp (thorax, abdomen, buik, pelvis)
Extremiteiten: armen en benen
Elementen en ontwikkeling van het bouwplan
Bouwplan >>de karakteristieke ordening van de verschillende bouwelementen
Bilaterale symmetrie: de ene kant van het lichaam is in essentie een spiegelbeeld van de andere
kant. Spiegelvlak = midsagittale vlak.
Polariteit: een achter- en vóórzijde & een boven- en onderkant. Je ziet polariteit al in de tweede
week.Te onderscheiden regio’s van craniaal naar caudaal:
o Hoofd: hersenen, mond, neus en de voornaamste zintuigen en geassocieerde organen
o Hals: verbindt het hoofd met de romp
o Romp: verder onderverdeeld in: thorax, abdomen en pelvis
Segmentatie: bij vertebraten beperkt. Alleen wervelkolom, ribben en bijbehorende musculatur
vertonen een segmentaal karakter >> bestaan uit een herhaling van min of meer gelijke elementen,
gerangschikt op lengterichting van het lichaam. Ook het perifere zenuwstelsel is gesegmenteerd.
Chorda: een belangrijke, staafvormige, embryonale structuur, die in de lengterichting van het
lichaam ligt, op geleide waarvan gedurende de ontwikkeling de wervelkolom wordt aangelegd,
terwijl de chorda zelf grootendeels verdwijnt.
Kiembladen: in de derde week zijn 3 kiembladen te onderscheiden:
o Ectoderm: structuren die de communicatie met de buitenwereld onderhouden
o Mesoderm: bot, kraakbeen, glad en dwarsgestreept spierweefsel, hart en vaatstelsel, delen
van het ruogenitaalstelsel, bijnierschors en milt.
o Endoderm: de epitheliale bekleding van de tractus divigestus en respiratorius en van de
blaas, de parenchymcellen van lever, pancreas en een aantal andere organen.
Lichaamsholten: in het mesodermale compartiment ontstaan lichaamsholten. Eerst één
lichaamsholte: het embryonale coeloom. Verder in ontwikkeling:
o De pericardholte >> pericard vlies
o De twee pleuraholten >> pleura vlies
o De peritoneaalholte >> peritoneum vlies
Viscerale mesoderm: bekleed de organen
Parietale mesoderm: bekleed het deel wat grenst aan de lichaamswand
Kieuwboog (pharyngeale) structuren: in het vroege embryo is het kieuwbooggebied een zeer
karakteristiek en goed ontwikkeld gebied met duidelijk aanwezige kieuwbogen liggend aan beide
kanten van de embryonale darm en kieuwzakken aan de binnenkant. Belangrijke bijdrage aan de
vorming van aangezicht en hals (boven en onderkaak >> eerste kieuwboog). Afwijkingen in dit
gebied: tijdens de complexe omvorming van dit gebied naar volwassen structuren (denk aan
hazenlip)
Embryonale vorming bouwplan
Vroege ontwikkeling: bevruchting >> delingen van de ontstane zygote. Na 5 dagen is de blastocyst
(kiemblaasje) gevormd, bestaande uit een één cel dikke bolvormige laag (throphoblast), die een
holte omgeeft, waarin aan één kant een groepje cellen liggen: de embryoblast. De embryoblast
ontwikkelt zich rond dag 7-8 tot een tweelagige ovaalvormige schijf, bestaande uit de epiblast en
hypoblast. Boven de epibast ontwikkelt zich vervolgens een holte (amnionholte) die grenst aan de
dorsale kant van het embryo, terwijl de holte onder de kiemschijf de dooierzak gaat vormen. >>
dorso-ventrale as vastgelegd
Gastriculatie: vorming van de drie kiembladen. Begin derde week: in de epiblast wordt de primitieve
groeve (met aan de craniale kant de primitieve knop) zichtbaar >> cranio-caudale as is vastgelegd.
Cellen van de hypoblast worden vervangen en vormen het endoderm. Cellen tussen het gevormde