Portfolio Minor Kind & Jeugd
Naam: Laura Wouda
Studentnummer: 385027
Datum: 24-5-2022
Toetscode: MO20HVKJ
Opleiding: HBO-Verpleegkunde, Hanzehogeschool Groningen
Docent: Lotte Edens
, Inhoud
Portfolio Minor Kind & Jeugd..............................................................................................0
Inleiding
Voor de minor Kind & Jeugd is vanuit de thuiszorg een zorgplan opgesteld voor Roos. In het
zorgplan is een complexe casus uitgewerkt waarbij zelfmanagement,
gezondheidsproblematiek en een gezonde levensstijl centraal staan bij het kind.
Voor het opstellen van het zorgplan is het Model van Rosendal (2015) gebruikt. Het model
van Rosendal helpt bij het indiceren van ‘verpleging en verzorging’ door gebruik te maken
van een overzichtelijk stappenplan gebaseerd op het verpleegkundig proces. Het 11-
stappenmodel zorgt er dus voor dat er onderbouwd en transparant geïndiceerd kan worden
(Rosendal, H. & Van Dorst, J., 2015). De handreiking bestaat uit de volgende elf punten;
vertrouwen opbouwen, anamnese, oorzaken en gevolgen uitsorteren, diagnoses
voorleggen, toetsen zelfredzaamheid, diagnoses vastleggen en voorleggen, resultaten
bepalen, interventies bepalen, toewijzen en/of doorverwijzen, zorgplan starten en monitoren
en evalueren. De Nanda International, de NOC en de NIC zijn als classificatiesystemen
gebruikt in het zorgplan omdat de zorg vanuit een verpleegkundig perspectief bekeken is.
Tijdens het maken van het zorgplan is rekening gehouden met het feit dat het om een kind
gaat. Er is getracht rekening te houden met de wensen, autonomie, en culturele sensitiviteit
van kind en ouders.
Er is daarnaast een visie beschreven en er is een ethisch dilemma uitgewerkt. In de bijlagen
zijn de geneeskundige methodiek, eco- en genogram, deskundigheidsbevorderingsplannen
en bijbehorende reflecties uitgewerkt. Als laatst is een antiplagiaatscan toegevoegd aan de
bijlagen.
1
, Hoofdstuk 1: Casus
In dit portfolio is gekozen voor de casuïstiek van Roos, Roos is negen jaar (03-02-2011) en
woont in Groningen. Roos woont thuis met haar vader (Pier), moeder (Yvonne) en twee
oudere broers, Tim is 11 en Koen is 14. Roos heeft een huidziekte genaamd Epidermolysis
Bullosa oftewel ‘Vlinderziekte’ (zie Bijlage 1: Geneeskundige methodiek).
Deze huidziekte zorgt voor blaren en een tere huid waarbij snel wonden ontstaan.
Hierdoor heeft Roos regelmatig last van een pijnlijke huid, vermoeidheid, een verminderde
afweer, eet- en drinkproblemen en heeft zij vergroeiingen van haar voeten. Roos krijgt twee
keer per dag thuiszorg om haar wonden te verschonen.
Roos gaat in principe vijf keer in de week met de taxi halve dagen naar basisschool ‘De
Spreng’ in Haren. Roos is een sociaal meisje met meerdere vriendjes en vriendinnetjes op
school.
De Spreng is een basisschool voor speciaal onderwijs. Roos is door haar ziektebeeld
regelmatig langere periodes ziek geweest. Hierdoor heeft Roos een lichte
ontwikkelingsachterstand opgelopen ten opzichte van leeftijdsgenootjes, globaal komt de
ontwikkeling van Roos nu overeen met de ontwikkeling van een kind van zeven jaar en zes
maanden. Roos zit daarom nu in Groep 4. Op De Spreng zijn kleinere klassen waardoor
Roos minder snel virussen oploopt dan in het reguliere onderwijs.
Roos kan ten gevolge van de vergroeiingen in haar voeten minder goed lopen. Wanneer
Roos vermoeid is struikelt zij sneller. Bij langere afstanden maakt zij daarom gebruik van
een rolstoel. Roos heeft door haar tere huid sneller kans op wonden, hierdoor hebben de
ouders van Roos besloten dat Roos geen teamsporten mag uitoefenen. Wel doet Roos over
het algemeen mee met buitenspelen en gym. Daarnaast gaat Roos naar zumba één keer in
de week. Roos heeft een verminderde fijne motoriek ten gevolge van littekenweefsel op haar
handen, de huid staat hier strak waardoor Roos haar handen minder goed kan bewegen.
Roos wordt ‘s ochtends meestal geholpen met aankleden door één van haar ouders nadat
de thuiszorg is geweest. Hierna wordt ze door de taxibus opgehaald voor school waarna ze
om 12.30 weer thuis wordt afgezet. Roos luncht dan samen met haar moeder. Om 15.00 zijn
haar broers weer thuis. Rond 18.00 eten ze avondeten en om 20.00 komt de thuiszorg nog
een keer. Één keer in de drie dagen krijgt Roos een speciaal bad voor het verzachten van
haar huid. Roos kan de toiletgang zelf.
Roos haar vader werkt 40 uur in de week als zelfstandig rij-instructeur. Roos haar moeder
werkt 24 uur in de week bij een asielzoekerscentrum. Omdat Roos haar ouders veel werken,
past de oma van Roos (Nel) wekelijks op dinsdag en vrijdag op. Het komt soms voor dat
Roos dus een ziekteperiode heeft, in deze gevallen neemt de vader van Roos vrij om op te
passen.
Doordat Roos relatief veel zorg nodig heeft krijgen haar broers, Tim en Koen, soms minder
aandacht. Daarnaast moeten Tim en Koen regelmatig rekening houden met Roos tijdens het
spelen en bijvoorbeeld bij activiteiten die ze willen doen op vakantie. Hierdoor ontstaan er
thuis nog wel eens spanningen tussen haar broers en ouders.
Hoofdstuk 2: Vertrouwen opbouwen
2
, De eerste stap van het model van Rosendal (2015) is het opbouwen van vertrouwen bij de
cliënt. In deze stap wordt, door de verpleegkundige, getracht het vertrouwen van de cliënt te
verkrijgen. De kwaliteit van de relatie tussen cliënt en zorgverlener heeft namelijk invloed op
het succes van de verpleegprocessen. Het is daarom van belang om een goede relatie op te
bouwen. Als gevolg van een goede relatie en vertrouwen kan de verpleegkundige
samenwerken met een cliënt en hem of haar ondersteunen zijn of haar doelen te bereiken.
Wanneer het vertrouwen ontbreekt in een zorgsituatie zal er minder tot stand gebracht
kunnen worden.
Al een aantal weken kom ik bij Roos tijdens de thuiszorg momenten. Hierdoor kent Roos mij
in ieder geval qua gezicht. Roos is in het begin bij nieuwe collega’s verlegen en
wantrouwend. Het is daarom van belang dit vertrouwen op te bouwen bij Roos. Er is
geprobeerd dit vanaf begin af aan te doen door een rustige houding aan te nemen, open te
stellen en continu te blijven vertellen wat er gedaan gaat worden bij Roos. Daarnaast is
geprobeerd aan te sluiten bij Roos haar belevingswereld door het te hebben over school,
dingen die ze leuk vindt om te doen en grapjes te maken. Roos is tegenwoordig meestal
vrolijk als ik binnenkom, dit is voor mij een teken dat ze mij dusdanig vertrouwd.
Roos heeft soms minder goede dagen/periodes door pijn en/of ziekte, Roos kan dan erg
teruggetrokken en emotioneel zijn. Op deze momenten is het van belang een rustige
houding aan te nemen en begrip te tonen naar Roos haar situatie.
In de komende periode wil ik de vertrouwensband vergroten door deze momenten door te
zetten en nog beter aan te sluiten bij wat Roos nodig heeft.
Een benadering die hierbij aansluit is de presentiebenadering van Andries Baart (Stichting
Presentie, 2021). Deze methode is gericht op het vormgeven van de relatie tussen de cliënt
en hulpverleners (Movisie, 2016). Het uitgangspunt is: je kunt er niet vóór iemand zijn, als je
niet met hem of haar bent. Volgens Stichting Presentie (2021) ontstaat goede zorg door het
zorgvuldig aan te sluiten en af te stemmen op de ander. Daarbij staan leefwereld gerichtheid
en perspectiefwisseling centraal.
3