Anatomie en fysiologie ademhaling
, Gafni, Brouwer en van Wonderen (2021). Anatomie en fysiologie. Amstelveen; ExpertCollege
Hoofdstuk 23; Ademhalingsstelsel
Bovenste luchtwegen
Neus en de neusholten.
Farynx
Onderste luchtwegen
Larynx
Trachea
Bronchien en bronchiolen
Alveoli
Longen, longkwabben, longvliezen en de spieren.
Bovenste luchtwegen
De bovenste luchtwegen samen met een groot deel van de lagere luchtwegen behoort tot de
geleidende zone. Dit is een zone waar alleen luchtverplaatsing plaatsvindt.
Alleen het uiterste deel, de alveoli en een klein deel van de bronchiolen behoren tot de
ademhalingszone, waar dus daadwerkelijk gaswisseling plaats vindt.
Zuiveren, bevochtigen en verwarmen
De bovenste luchtwegen zijn de geleidende zone naar de onderste luchtwegen, ze zorgen ervoor dat
de lucht gezuiverd wordt van vuiltjes en stof en dat de lucht bevochtigd wordt zodat de onderste
luchtwegen niet uitdrogen. Ze verwarmen als het ware de lucht zodat ons lichaam niet te snel kan
afkoelen.
Enerzijds worden er micro-organismen door middel de cilia (trilharen) en de slijmvliezen uit de
bovenste luchtwegen verwijderd -> zuiverende functie.
Anderzijds doen we aan verwarmen, de buitenlucht stroomt langs de bovenste luchtwegen die heel
goed door bloed zijn. De warmte wat in ons bloed zit wordt door het bloed dat erlangs stroomt
uitgestraald, zo is het bloed door de bovenste luchtwegen alvast verwarmt. Bij het inademen van
vrieslucht, na de passage in de neus al 33 graden is toegenomen voor het in de longen terecht komt.
Het longweefsel moet vochtig blijven, want de slijmvliezen kunnen snel uitdrogen, daarom moet het
neusslijmvlies veel vocht afgeven.
Reukfunctie
Middels reukreceptoren kunnen we in de neusholte kunnen we ook iets zeggen over de kwaliteit die
we inademen.
Betrokken bij stemvorming
Ze vormen als het ware een klankkast voor de trillingen die vanuit de stembanden worden gevormd,
ze zijn als het ware van invloed op de kleur van onze stem.
Bescherming pathogenen
Dit doen ze aan de hand van de amandelen, de tonsillen,
, Onderste luchtwegen
Hebben als belangrijkste functie de gaswisseling, de respiratoire zone, hier vindt gaswisseling plaats
tussen de longen en de circulatie.
Functies onderste luchtwegen:
Gaswisseling
Slikfunctie, zit in het gebied van de larynx
Stemgeluid, zit ook in het gebied van de larynx en wordt hier geproduceerd.
Hoestreflex, pathogenen de verliezen, maar ook in het slijmvlies zitten imuuncellen die als
eerste barrière vormen voor de ingeademde lucht, voor het wordt opgenomen in de eigen
circulatie. Waardoor Bescherming tegen pathogenen ook een functie is van de onderste
luchtwegen.
Als eerste heb je de larynx, dan de trachea die zal splitsen in een aantal bronchiën die weer zal
aftakken naar de bronchiolen en uiteindelijk de alveoli (longblaasjes).
Alle functies van het ademhaling stelsel:
Ventilatie: verplaatsing van lucht in en uit de longen.
Gaswisseling: uitwisseling O2 en CO2 tussen de longen en het bloed.
Beschermen longoppervlakte: bevochtigen, zuiveren en verwarmen van de ingeademende
lucht. En barrière vormen tegen pathogenen. (slijmvlies onderste, tonsillen bovenste)
Vorming geluid, door trillingen van de stembanden, waarbij de bovenste luchtwegen deze
als klankkast voortbrengen.
Reukzin, via de reukcellen in de neusholte.
Neus en neusbijholten:
De neus is de primaire weg waar langs lucht het ademhalingsstelsel in komt. De neus bestaat uit de
buitenzijde uit kraakbeen en ook een benige gedeelte: os nasale.
Via twee neusopeningen die worden gescheiden door een
neustussenschot: septum nasale. Via de neus openingen
stroomt de lucht langs allerlei trilhaartjes de cilia. Deze vangen
al hele grote deeltjes uit de lucht en filtreren dus.
Via de neusopeningen komt dan de lucht in de linker en rechter
neusholte terecht: cavitas nasi. Deze holtes lopen diep door en
lopen over het harde gehemelte van de mond.
De neus is omgeven door allerlei botstructuren, die ook worden
gescheiden door het septum nasale. In de neusholte zelf zijn drie neusschelpen: conchae nasalis. Die
zorgen ervoor dat de neusgangen in drie delen verdeeld wordt, zo ontstaan verschillende gangen.
Ze vergroten zo de oppervlakte van de neusholte. Er ontstaat wat meer turbulentie in de
luchtstroom, fijnere stofdeeltjes blijven zo beter plakken aan het neusslijmvlies. Het is rijkelijk
doorbloed en wordt zo meteen bevochtigd en verwarmd.
De geurstoffen komen in het hoogste deel uit, waar de reukcellen zich bevinden. De neus is dus
bekleedt met slijmvlies en trilhaarepitheel.