Zorgverlener
De rol zorgverlener heb ik o.a. laten zien door tijdens het bevestigen van de diathermieplaat
op de zorgvrager, de huid van de zorgvrager te controleren (zie bewijslast 2). Ik zag hier
geen bijzonderheden. Ik weet vanuit de theorie dat je de neutraal elektrode/diathermieplaat
zo dicht mogelijk bij het operatiegebied plakt en daarnaast huidbeschadigingen vermijdt
(Bolks & Bruggink-Gerrits, 2017). Zie een reflectie van deze handeling met bijbehorende
feedback in bewijslast 2 en 3.
Methodisch werken heb ik laten zien tijdens het verplaatsen van de zorgvrager van de
operatietafel naar het bed, hiermee voldoe ik aan de criteria van de zorgverlener. Tijdens de
lessen van LLL heb ik ‘gestructureerd werken’ als leerdoel opgesteld omdat ik vaak door mijn
enthousiasme de structuur dreig te verliezen. Ik heb in bewijslast 4 beschreven dat ik tijdens
deze situatie het methodisch werken heb meegenomen. Doordat ik me gefocust heb op de
zorgvrager en het team merkte ik dat ik de ruis van de omgeving los kon laten. Ook is de
feedback van mijn stagebegeleider opgenomen in deze bewijslast.
Ik heb de zorgvrager respectvol benaderd tijdens het positioneren zoals te lezen is in
bewijslast 2 en 3. Ik ben rustig in contact gekomen met de zorgvrager en heb voordat ik de
beenband aanbracht om de benen dit gecommuniceerd naar de zorgvrager om zo rekening
te houden met de behoeften van de zorgvrager. Mevrouw lag namelijk in rugligging met een
vragende blik en kon niet zien wat er bij de benen gebeurde, ik kan me voorstellen dat je dan
schrikt als er zomaar een handeling gedaan wordt terwijl het niet aangekondigd wordt. De
verantwoording voor beide gedragscriteria is te lezen in bewijslast 2 en 3.
Het is belangrijk om empathisch te handelen zodat de zorgvrager open staat voor de
handelingen. Hierbij is het o.a. belangrijk om contact te maken en aan te sluiten bij de
behoeftes van de zorgvrager (Van der Burgt & Mol, 2020). Dit heb ik laten zien in bewijslast
2, 3 en 4 en hiermee draag ik bij aan de rol van zorgverlener.
Gedurende het verplaatsen van de zorgvrager van operatietafel naar het bed heb ik
geholpen waar nodig. Eerst heb ik gevraagd wat de zorgvrager zelf kon en wilde doen \
zodat ik de zelfredzaamheid van de zorgvrager kon stimuleren (zie bewijslast 4). Door mijn
hulp af te stemmen met de zorgvrager heb ik gebruik gemaakt van gezamenlijke
besluitvorming en kon ik de zorgvrager op maat ondersteunen bij het functioneren. Hierdoor
houdt de zorgvrager de eigen regie wat zich uit in een gevoel van betrokkenheid bij de
zorgvrager (van Der Burgt & Mol, 2020).
In bewijslast 5 staat beschreven dat ik de zorgvrager desinfecteerde op basis van
theoretische kennis en de tips/werkwijze van collega’s. Na mijn handeling bekeek ik het
protocol en kwam ik tot de realisatie dat ik dit beter voorafgaand aan de handeling kan doen.
Daarnaast heb ik laten zien dat ik kan werken volgens standaarden en protocollen van de
instelling tijdens o.a. het aanreiken van de IGDN en het positioneren (zie bewijslast 1, 3 en
8).
Literatuurlijst
- Bolks, L., & Bruggink-Gerrits, L. (2017). Basisboek operatieve zorg en technieken
(8ste ed.). Bohn Stafleu van Loghum
- Der Burgt, V. M., & Mol, R. (2020). Patiëntenvoorlichting door verpleegkundigen: De
stappen naar zelfmanagement (Dutch Edition) (7th ed. 2020 ed.). Bohn Stafleu van
Loghum.
, Communicator
Ik heb de rol communicator behaald doordat ik o.a. de zorgvrager begroet wanneer hij/zij de
operatiekamer op komt rijden, dit is belangrijk voor de stap open staan (Van der Burgt & Mol,
2020). In de stap open staan heeft contact maken en initiatief tonen in de communicatie een
grote bijdrage. Tevens informeer ik de zorgvrager voordat ik begin aan een handeling die
direct invloed heeft op de zorgvrager zo is te lezen in bewijslast 2, 3 en 8.
Tijdens de situatie die beschreven staat in bewijslast 2 zag ik een vragende blik bij de
zorgvrager. Hier heb ik op geanticipeerd door te vertellen aan de zorgvrager wat we aan het
doen waren en wat ik ging doen. Ik begreep de blik van de zorgvrager ook, de zorgvrager lag
namelijk in rugligging en zag niks van wat er om haar heen gebeurde.
In periode F1 van de opleiding hebben we kennis gemaakt met persoonsgerichte
basiscommunicatie. Hierbij heb je respect voor de inbreng van de zorgvrager, behandel je de
zorgvrager gelijkwaardig en laat je de zorgvrager ook actief meedoen rondom de
besluitvorming (Weel-Baumgarten, 2018). Doelen hierbij zijn o.a.; het opbouwen van een
samenwerkingsrelatie door te reageren op signalen van de zorgvrager en de zorgvrager te
betrekken bij de zorgverlening (Silverman & Kurtz, 2014, p. 166-167). Deze competenties
staan beschreven in bewijslast 2, 3 en 4.
Op de operatiekamer wordt er gebruik gemaakt van HIXX, een programma om o.a. tellingen
te noteren en het operatieprogramma te bekijken. Dit is anders dan het EPD vanuit de
verpleegkunde. Bijzonderheden rondom de zorgvrager worden besproken in de time-out,
een stopmoment, die plaatsvindt voor de operatie (Richtlijnendatabase, z.d.). Ik heb aan
deze competentie gewerkt door diverse keren mee te doen met een time-out en daarnaast
de registratie van IDGN te verzorgen in HIXX zoals te lezen is in bewijslast 6.
Literatuurlijst
- Der Burgt, V. M., & Mol, R. (2020). Patiëntenvoorlichting door verpleegkundigen: De
stappen naar zelfmanagement (Dutch Edition) (7th ed. 2020 ed.). Bohn Stafleu van
Loghum.
- Richtlijnendatabase. (z.d.). Stap 6: Aankomst op operatiekamer - Richtlijn -
Richtlijnendatabase. Federatie Medisch Specialisten. Geraadpleegd op 12 oktober
2021, van
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/perioperatief_traject/stap_6_aankomst_op_opera
tiekamer.html
- Silverman, J., & Kurtz, S. (2014). Vaardig communiceren in de gezondheidszorg (3de
ed.). Boom Lemma.
- Weel-Baumgarten, E. V. M. (2018, 21 maart). Persoonsgerichte communicatie – wat
is dat en. . . Springerlink. https://link.springer.com/article/10.1007/s12414-018-0303-
9?error=cookies_not_supported&code=2eaece53-8c4e-4e09-9de0-
0944b9d26c68#Sec7