Familie en gezin
College 1 – 6 februari 2023
Inleiding gezinspedagogiek
Opvoedtaken per ontwikkelingsfase
ONTWIKKELINGSFASE : BABYTIJD
In de babytijd zijn er vier domeinen van opvoeding:
1. Verzorgende opvoeding: in fysieke behoeften voorzien
2. Sociale opvoeding: interpersoonlijk gedrag bevorderen en begeleiden
3. Didactische opvoeding: stimulatie om de wereld te leren begrijpen
4. Materiele opvoeding: fysieke uitdaging en begeleiding
Kerntaak voor ouders: sensitiviteit
Sensitiviteit: vermogen van ouders om signalen van het kind waar te nemen, juist te interpreteren en
er correct op te reageren. Het gaat hierbij ook om de veilige haven (uit de cirkel van veiligheid).
Echter moet je de veilige basis zijn ook niet vergeten. Dit ben je als het kind vanuit je kan gaan
ontdekken en de wereld kan ontdekken. Als er wat gebeurt is je ouder de veilige haven. Sensitiviteit
is dus een veilige haven voor terugkeren en een basis waaruit het kind kan ontdekken.
Sensitiviteit is heel belangrijk voor de gehechtheid van een kind. Vanaf 8 maanden ga je de eerste
tekenen van gehechtheid zien, door angst voor vreemden.
Verschillen in gehechtheid tussen kinderen:
- Strange situation procedure:
o Gedrag tijdens aanwezigheid moeder
Veilig gehecht: kind gaat rustig spelen, ontdekken
o Reactie op afwezigheid moeder
Veilig gehecht: kind gaat er achteraan, is overstuur, laat zich niet troosten
door vreemdeling
Niet veilig gehecht: weinig reactie. Kind blijft spelen
o Reactie op terugkeer moeder
Veilig gehecht: kind zoekt troost bij moeder
- Waar moet je op letten tijdens de strange situation procedure?
o Dichtheid en contact zoeken
o Contact houden met de ouder
o Vermijden van contact
o Weerstand bij contact of troost
o Ontdekgedrag (exploration) van het kind
Hechtingsstijlen:
- Veilig
o 65%
o Ouder: sensitief, responsief, consistent
o Kind: exploratief, verdriet bij weggaan van ouder, troost bij terugkeer ouder
- Onveilig vermijdend
o 20%
o Ouder: afstandelijk, weinig betrokken
o Kind: weinig exploratief, emotioneel afstandelijk bij weggaan en terugkeer ouder
- Onveilig ambivalent
o 10%
1
, o Ouder: inconsistent, soms sensitief, soms afstandelijk
o Kind: weinig exploratief, overstuur bij weggaan ouder, combinatie van angst,
onzekerheid en boos bij terugkeer
- Onveilig gedesorganiseerd
o 5%
o Ouder: extreem inconsistent, beangstigend, intrusief, of passief
o Kind: zeer passief of juist erg boos
Hoe vormt gehechtheid ontwikkeling?
- Je gehechtheid vormt je interne werkmodellen. Dit zijn je gedachten en overtuigingen
gebaseerd op eerdere ervaringen. Dit over jezelf, anderen en de relatie tussen jezelf en
anderen. Deze beïnvloeden je verwachtingen, acties en reacties in sociale situaties.
- Interne werkmodellen bij soorten hechting:
o Veilig: geloof en vertrouwen in dat in je behoeften zal worden voorzien
o Onveilig vermijdend: (onbewust) geloof dat niet in je behoeften zal worden voorzien
o Onveilig ambivalent: er niet vanuit kunnen gaan dat in je behoeften zal worden
voorzien
o Onveilig gedesorganiseerd: verward en zonder strategie over of in je behoeften zal
worden voorzien
Gehechtheidsstijlen zijn relatief stabiel over de tijd. 70-80% verandert niet. stabiliteit versterkt door
je vrienden- en partnerkeuze. Er is sprake van non-random mating, er is altijd wel iets in je partner
waarin je op elkaar lijkt. Maar classificatie kan ook juist door vrienden- of partnerkeuze veranderen.
Gehechtheidsstijlen kunnen zowel positief als negatief veranderen.
Intergenerationele transmissie van gehechtheid: je partner is vaak op eenzelfde manier gehecht als
jij. Je geeft daarom waarschijnlijk dezelfde hechtingsstijl door
aan je kinderen.
ONTWIKKELINGSFASE : PEUTER- EN KLEUTERTIJD
- Typologie van Baumrind
- Autoritaire opvoedingsstijl:
o Ouders scoren laag op warmte en
betrokkenheid
o Bestraffend als een kind een overtreding doet
o Veel controle: streng, accepteren geen
tegenspraak, oefenen hun macht uit en
proberen respect en gehoorzaamheid af te
dwingen
o Niet helder in communicatie, geen ruimte voor
kind
- Autoritatieve opvoedingsstijl:
o Ouders zijn warm en betrokken
o Stimuleren behoefte aan zelfstandigheid
o Houden rekening met mening van kind
o Scoren hoog op controle, nadruk ligt op ontplooiing, onafhankelijkheid en
verantwoordelijkheidsgevoel
- Permissieve opvoedingsstijl:
o Sommigen zijn warm en overbetrokken, anderen zijn koel en afstandelijk
o Echte interesse aan kind ontbreekt
2
, o De tolerantie voor het doen en laten van het kind is groot, terwijl de score op
controle laag is
o Banden binnen gezin zijn zwak, kinderen zoeken heil vaak buiten gezin
- Niet betrokken opvoedingsstijl:
o Weinig regels, genegenheid, steun, veiligheid en betrokkenheid: kind wordt aan zijn
lot overgelaten
Warmte (altijd belangrijk):
- Affectie (uitingen van liefde)
- Waardering (vriendelijkheid, acceptatie, steun)
- Positieve emotie ((glim)lachen, humor)
Controle wordt steeds belangrijker:
- Gedragscontrole (belangrijk):
o Grenzen stellen
o Consequenties verbinden aan overtredingen
o Supervisie, monitoring
- Psychologische controle (zie je liever niet):
o Macht uitoefenen
o Inmenging in de psyche van het kind (schuld, schaamte)
Invalideren van emoties
ONTWIKKELINGSFASE : ADOLESCENTIE
Nieuwe taken:
- Andere vorm van gedragscontrole
o Pubers moeten leren hun eigen weg te gaan
o De controle verandert meer in begeleiding van beslissingen
o Aanmoedigen van zelfstandig worden
o Leren vertrouwen op eigen beslissingen
o Ouders moeten actiever luisteren
o Ouders moeten meer emotionele support geven
Er komt monitoring:
o Parental awareness, watchfulness en supervisie van de activiteiten. Dit is een
belangrijke voorspeller van risicogedrag bij adolescenten (ook overprotection).
- Daarnaast zijn er nog veranderingen in ervaren relatiekwaliteit:
o De uitingsvorm verandert: van fysieke nabijheid naar nabijheid in communicatie
o Jongere adolescenten ervaren gemiddeld minder nabijheid en acceptatie dan vóór
de adolescentie. Dit herstelt doorgaans voor een belangrijk deel in de latere
adolescentie.
- Communicatie verandert:
o Kwantiteit en kwaliteit
o Negativiteit en positiviteit
Het belang van flexibiliteit
Samenvattend:
- Opvoedgedrag in:
o Babytijd: belang van sensitiviteit
o Kindertijd: warmte en gedragscontrole
o Adolescentie: relatiekwaliteit, communicatie en monitoring
GEZINSPEDAGOGIEK ALS ACADEMISCHE DISCIPLINE
3