Samenvatting Hoofdstuk 7 Middelen bij aandoeningen aan het hart en bij hypertensie
Antiarrhythmica (betablokkers, zie tabel 7.1 blz 171)
Hoe ernstiger de beschadiging van het hart, hoe groter de kans is dat een ritmestoornis leidt tot
ernstige gevolgen. Of een ritmestoornis behandelt moet worden hangt af van de soort, de frequentie
van voorkomen, de mate van hinder ervan en of er een beschadiging van het hart ontstaat.
Antiarrhythmica hebben invloed op het hart en kunnen hartritmestoornissen veroorzaken. Ze
vertragen de AV-geleiding.
Onderverdeeld in klassen:
- klasse 1a: wordt gebruikt bij atriumfibrilleren en supraventriculaire tachycardieën en het wolff-
parkinson-whitesyndroom, disopyramide en kinidine, blokkeren de natrium- en kaliumkanalen. Dit
heeft een verlagend effect op de sinusknoop, AV-geleiding vertraagd en actiepotentiaal word
verlengd. Omdat tegelijkertijd de activiteit van de nervus vagus wordt geremd, blijft de
hartfrequentie gelijk. (niet gebruiken bij hartfalen)
- klasse 1b: Lidocaïne, behandeling van acute ventriculaire ritmestoornissen (bij myocardinfarct),
intraveneus toedienen omdat het anders te snel wordt afgebroken door de lever. Werkingsduur is 20
min. Verkort de actiepotentiaal.
- klasse 1c: verbreden het QRS-complex (vertraagde geleiding naar het ventrikel), middelen
dissociëren langzaam van de natriumkanalen, waardoor het effect lang aanhoudt. Wordt gebruikt bij
supraventriculaire artmieën en het wolff-parkinson-whitesyndroom.
-klasse 2: bètablokkers zorgen een blokkade van het sympathisch B1-receptoren, dit heeft tot gevolg
dat de fase-4-depolarisatiesnelheid in het nodale weefsel wordt vertraagd, hierdoor neemt de
frequentie van de sinusknoop af.
- klasse 3: vertragen de repolarisatie door blokkade van de kaliumkanalen, duur van het
actiepotentiaal neemt hierdoor toe (groter QT-interval). Amiodaron blokkeert de kanalen voor
kalium, maar ook voor natrium en calcium. Dit middel geeft vasodilatatie, daarom heeft het
eigenschappen van alle klassen.
- klasse 4: zorgen voor een blokkade van calciumkanalen, hierdoor vertraagd de fase-4-depolarisatie,
vertraagd de AV-geleiding en wordt de plateaufase verkort.
- overige klassen zorgen voor een vertraging van de AV-geleiding en voor een vertraging van de
sinusknoop.
Middelen bij angina pectoris en hartfalen
De behandeling is gebaseerd op een daling van de preload en de afterload van het hart. Dit wordt
bereikt door veneuze, respectievelijke arteriële vasodilatatie en vermindering van de vulling van het
vaatstelsel. Preload wordt verminderd door …., de afterload wordt vermindert door
calciumantagonisten en nitraten.
Nitraten:
Zorgen voor een vaatverwijdend effect in de venen (in grote dosering ook in de arteriën). Dit kan op
het begin leiden tot hoofdpijn, duizeligheid en hypotensie.
Nitroglycerine wordt in de lever omgezet in inactieve en minder actieve stoffen, om dit te
voorkomen wordt het oromusocaal en transdermaal gegeven (in 24 uur wordt een bepaalde
hoeveelheid uit de pleister opgenomen). Effect al na 20-30 sec, kortdurende werking, geven bij een
aanval van angina pectoris. Bij veel gebruik treedt gewenning op, daarom na 12-16 uur verwijderen.
Isosorbidedinitraat wordt net als nitroglycerine omgezet in de lever, wordt langzamer geresorbeerd