100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Collegeaantekeningen Inleiding Internationaal Publiekrecht €10,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Collegeaantekeningen Inleiding Internationaal Publiekrecht

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle college aantekeningen van Inleiding Internationaal Publiekrecht.

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • 27 februari 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • College aantekeningen
  • Anna smulders
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (62)
avatar-seller
karlijnhassing
Inleiding internationaal publiekrecht

Hoorcollege week 1:

Soevereiniteit:
 Interne soevereiniteit: bevoegdheid van de staat om zelf zijn eigen rechtsorde en
bestuursvorm in te stellen, zonder rekening te moeten houden met andere
instellingen.
 Externe soevereiniteit: de bevoegdheid van de staat om zelf, maar wel in
overeenstemming met het internationale verdragsrecht, rechtsverhoudingen met
andere staten te organiseren.

Annexeren = een gebied in het territorium van een ander land of politieke entiteit afpakken.

Belang van IPUR:
 Sommige belangen kunnen niet door maar één land worden opgelost 
samenwerking.
 Vreedzame co-existentie: meeste staten leven regels na.
 Morele dimensie
 Positivisme: regel geschonden, onderdeel van een systeem met een sanctie.

Zelfbeschikkingsrecht: het recht van volkeren om over hun eigen lot te beschikken.

Nationale rechtsorde: Internationale rechtsorde:
o Hoogontwikkeld o Gefragmenteerd (= in stukken,
oftewel landen, verdeeld.
o Verticale structuur o Horizontale structuur
o Centraal gezag o Geen centraal gezag
o Rechter  bindende uitspraken o Geen automatische wereldrechter
(rechtsmacht Internationaal
Gerechtshof
o Grote beleidsvrijheid voor staten

Monisme: individu staat centraal.
 Uitganspunt: eenheid van nationale en internationale rechtssysteem.
 Internationale bepalingen kunnen direct
verplichtingen opleggen aan burgers.
Dualisme: staat is centraal
 Gaat uit van afzonderlijke
internationaal en nationaal
rechtsstelsel.
 Pas na omzetting (transformatie) van
internationale bepalingen in het nationale
recht ontstaan er rechten en verplichtingen
voor burgers.

Verenigde Naties:

,  Intergouvernementele organisatie (1945)
 193 lidstaten
 Verantwoordelijk voor handhaven van vrede en veiligheid
 Samenwerking op het gebied van mensenrechten, internationaal recht, ontwikkeling
van de wereldeconomie en wetenschappelijk onderzoek.
Belangrijke organen:
 Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (193 leden)
 Veiligheidsraad; 15 leden, waarvan 5 permanente leden – FR, VK, VS, RU, CH.
o Resoluties zijn bindend.
o Gebruik van geweld tussen staten is verboden  vrede tussen staten.
 maar VETO voor permanente leden.
o H. V1 VN-Handvest; onderzoeken of geschillen de vrede en veiligheid in
gevaar brengen.
o H. V2 VN-Handvest; optreden bij bedreiging of schending van de vrede.
 Internationaal Gerechtshof (15 rechters)

VN-Handvest: grondwet van Verenigde Naties.

Verbod of gebruik van geweld:
 Maar wordt vaak geschonden door VETO-recht.
 Niet van toepassing op geweld binnen een staat, daarom zijn burgeroorlogen zo
problematisch.
Twee uitzonderingen:
1. Het recht op zelfverdediging.
2. Geweld door of namens VN.

Inherent recht op zelfverdediging; art. 51 VN-Handvest (gewoonterecht)
Criteria:
1. Sprake van voorafgaande gewapende aanval.
2. Noodzakelijk en proportioneel.
3. Zelfverdedigingsactie moet onmiddellijk gemeld worden aan Veiligheidsraad.
4. Altijd inachtneming humanitair recht (= recht dat tijdens een oorlog geldt).
 Individuele en collectieve zelfverdediging
 Anticiperende zelfverdediging

Collectieve veiligheid onder de Veiligheidsraad (HV2)
 Art. 39 VN-Handvest; veiligheidsraad stelt verbreking van internationale vrede en
veiligheid.
 Art. 40 VN-Handvest; voorlopige maatregel.
 Art. 41 VN-Handvest; niet militaire sancties.
 Art. 42 VN-Handvest; sancties met geweldsmandaat.
 responsibility to react.

Dwangmaatregelen zonder geweld (art. 41)
 Verbreken economische betrekkingen
 Spoor, zee, lucht en radioverbindingen
 Diplomatieke betrekkingen

,  Sancties tegens staten/individuen (= smart sanctions)

Dwangmaatregelen met geweld (art. 42)
 Pas als maatregelen zonder geweld niet werken
 Alleen essentiële middelen.
 VN heeft zelf geen troepen, maar lidstaten leveren troepen. Staten blijven
uiteindelijk verantwoordelijk in de praktijk.
 Meestal delegeert VN gebruik van geweld aan staten of regionale internationale
organisaties.
 VNVR blijft verantwoordelijk.

Algemene Vergadering VN
 Resoluties niet bindend, wel belangrijk.
 Internationaal-politieke barometer.
 AVVN: actief gedurende Koude Oorlog en nu ook weer
 Wel primaire maar geen exclusieve bevoegdheid
 Uniting for Peace Resolution (UNGA): als de Veiligheidsraad in gebreke zou blijven
om zijn verantwoordelijkheid te nemen, kon de AVVN-aanbevelingen richten tot
leden voor het noemen van collectieve maatregelen, waaronder het gebruik van
geweld.

 Vredesbewaring
 ‘Uniting for Peace Resolution’  staten kunnen troepen zenden om vrede te
bewaren (ontstaan in Koude Oorlog)
 Alleen gestationeerd met instemming van de staat waar het gebeurt.
 Staten zijn nooit verplicht om troepen te leveren.
 Zijn neutraal en gebruiken geen geweld, tenzij zelfverdediging.


Werkgroep week 1:

Historisch moment soevereiniteit: vrede van Westfalen


Hoorcollege week 2:

Rechtssubjectiviteit: subjectieve rechten en plichten, bezit van rechtspersoonlijkheid of
juridische persoonlijkheid.
Een persoon die naar internationaal recht rechtssubjectiviteit bezit, kan bijv:
 Internationale rechtshandelingen verrichten (bijv. verdragen sluiten)
 Internationale rechten bezitten
 Rechten op internationaal niveau afdwingen
 Internationale verplichtingen hebben
 Op internationaal niveau aansprakelijk worden gesteld

Subjecten van Internationaal Recht:
1. Volledige rechtspersoonlijkheid; staten

, 2. Beperkte rechtspersoonlijkheid; internationale organisaties, individuen,
internationale ondernemingen, regimes en bevrijdingsbewegingen.

Facto-regimes:
 Niet-statelijke entiteiten die feitelijk effectief gezag uitoefenen over een deel van het
grondgebied van een bestaande staat.
 Zwakke juridische status
 Moeten minimale bescherming bieden aan burgers
 Overeenkomsten gesloten door de facto regimes hebben geen internationaal
publiekrechtelijke status

Bevrijdingsbewegingen:
 Vechten tegen koloniale mogendheid of bezettende macht
 Hoeven geen effectief gezag te hebben
 Hebben verdergaande rechtssubjectiviteit dan de facto regimes (& recht op
zelfbeschikking = recht op eigen keuzen en zelfstandigheid)

Non-gouvernementele organisaties:
 Belangrijk voor de naleving van het internationale recht
 Rol geformaliseerd binnen internationale organisaties
 MAAR, anders dan intergouvernementele organisaties: geen rechtssubjectiviteit

Natuurlijke personen:
 Vroeger geen enkele internationale rechtspersoonlijkheid
 Vooral na WO2 rechten en plichten voor individuen in de internationale rechtsorde
 Wel altijd wankel en afhankelijk van wil/instemming van staten
 Ook internationaal gewoonterecht
 Internationaal Strafhof

Multinationale ondernemingen:
 Economisch actief in meer dan één staat.
 Beperkte rechtssubjectiviteit

 Relevant in internationaal recht op basis van twee gronden:
1. Investeringsbeschermingsovereenkomsten (hoeven niet naar nationale rechter)
2. Multilaterale ondernemingen onttrekken zich vaak aan nationaal recht door
verspreidding van macht en kapitaal (‘race tot the bottom’ regulering).
Problematisch: kunnen zich grotendeels aan nationaal recht onttrekken, hebben wel
rechten, maar weinig plichten in de internationale rechtsorde.

Soevereiniteit van de staat:
 Eeuwenlang de exclusieve dragers van rechtssubjectiviteit
 Internationale rechtsorde vloeit immers voort uit ontstaan van onafhankelijke staten
 Soevereiniteit staat centraal in het internationale recht; staten juridisch gelijk (art. 2
lid 1 VN-Handvest)
o Maar juridisch betekent niet politiek gelijk.
Soevereiniteit & internationaal recht:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karlijnhassing. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49
  • (0)
  Kopen