100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Alle leerdoelen Goederenrecht €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Alle leerdoelen Goederenrecht

 5 keer bekeken  0 aankoop

Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges en kennisclips op Canvas. Het boek is er ook in meegenomen. Mijn cijfer voor de toets was een 7.8!

Voorbeeld 2 van de 11  pagina's

  • 27 februari 2023
  • 11
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
sisi1
Leerdoelendocument goederenrecht

1. De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, zaken, roerende en
onroerende zaken, (natuurlijke en burgerlijke) vruchten, registergoederen en
goede trouw in een casus.

Goederen = alle zaken en alle vermogensrechten.

Vermogensrechten zijn rechten die niet tastbaar zijn, die je kunt verkopen of
die financieel voordeel op kunnen leveren.

Moelijker gezegd:
1. Die overdraagbaar zijn. (of)
2. Doel hebben op stoffelijk voordeel te verschaffen. (of)
3. Verkregen zijn in stoffelijk voordeel.

Zaken zijn stoffelijke dus materiële objecten die je dus ook kan aanraken, waar
de mens controle over kan hebben.

Moelijker gezegd:
1. Voor menselijke beheersing vatbaar
2. Een stoffelijk object

Onroerende zaken = alles wat vast zit in de grond. Dus grond, nog niet
gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen en gebouwen en
werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. (huis)

Roerende zaken = alle zaken die niet onroerend zijn. (fiets)

Natuurlijke vruchten = zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van
andere zaken worden aangemerkt. Bijv appel uit appelboom (zaak)

Burgerlijke vruchten = rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van
goederen worden aangemerkt. Bijv rente van een huis (zaak)

Registergoederen = goederen die voor overdracht of vestiging ingeschreven
moeten worden in een openbaar register.

Alle onroerende zaken zijn registergoederen!

Bestanddeel = je spreekt van een bestanddeel (onderdeel) van een hoofdzaak
(geheel) als wij allemaal vinden dat een zadel bij een fiets hoort of als je het
bestanddeel niet kan verwijderen zonder schade aan de hoofzaak te brengen.

Hoofdzaak = het hele geheel.




1

, 2. De student herkent de verschillen en overeenkomsten tussen absolute en
relatieve rechten.

Relatieve rechten = rechten die gelden tussen een beperkt aantal personen tussen
persoon A en B meer mensen hebben er niets mee te maken.

Bijvoorbeeld personen die samen een deal sluiten, je koopt een auto, jij hebt recht
op levering van de auto en de ander heeft recht op het geldbedrag van jou.

^Te maken met overeenkomstenrecht!^

Absolute rechten = rechten dat een persoon een absoluut recht heeft op een goed
en hij/zij kan dat recht tegenover iedereen gaan handhaven.

Bijvoorbeeld eigendomsrecht, iemand heeft een eigendomsrecht van een auto,
iemand heeft een auto gekocht. Dat betekent dus dat zij kan zeggen dat dat haar
auto is en dat niemand haar auto mag beschadiging of mag meenemen!

^Te maken met goederenrecht!^

Te Goeder trouw= als je niet wist en niet kon weten (feiten en omstandigheden
waardoor je niet kon zien dat het zo was) dat iets dat je koopt gestolen is.

Niet te goeder trouw = als je wist dat iets gestolen was, maar hebt het toch gekocht.


3. De student duidt de beginselen van het goederenrecht binnen een casus.

3 beginselen van het goederenrecht (absolute rechten):
1. Droit de suit -> zaaksgevolg = het absolute recht volgt de zaak! Ongeacht wie de
eigenaar is van iets, als jij dat absoluut recht daarvoor hebt, dan mag je dat blijven
uitoefenen.

Bijvoorbeeld: je hebt een appelboom, je hebt dus ook recht op de appels uit je
boom. Ook als de eigenaar van die boom wijzigt, want je hebt hoe dan ook recht
op die appels uit de boom.

2. Droit de priorité -> prioriteitsbeginsel = Het eerst gevestigde absolute recht gaat
voor latere vestigingen.

Bijvoorbeeld: iemand heeft recht op vruchtgebruik, en iemand anders roept dat die
dat ook heeft. Dan gaat het oude recht voor de nieuwe.

3. Droit de préférence -> voorrangsrecht = voorrang bij een faillissement.




2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sisi1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72841 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
  Kopen