Middeleeuwen (500-1500)
Historische achtergrond
Vroege Middeleeuwen: 500 – 1000
Hoge Middeleeuwen: 1000 – 1300 begin literatuurgeschiedenis
Late Middeleeuwen: 1300 – 1500
Standenmaatschappij
De eerste stand: Priesters (‘geestelijke’ macht)
De tweede stand: Adel (‘wereldlijke’ macht)
De derde stand: De burgerij (handel en nijverheid)
(Grote massa van arbeiders en boeren)
Het feodale stelsel
Leenstelsel. De koning, de ‘leenheer’ gaf delen van het rijk in leen aan leden van de adel,
’leenmannen of vazallen’. Zij bestuurden hun gebied en mochten de opbrengsten houden . In
ruil daarvoor beloofden ze trouw aan de koning en hielpen hem om het rijk te verdedigen.
Vraag: Hoe komt het feodale stelsel tot uiting in Karel ende Elegast?
Karel is in het verhaal de leenheer en Elegast en Eggeric zijn vazallen, ze behoren alle drie tot
de adel. Toen Elegast niet trouw was aan Karel, wordt hem zijn eer afgenomen. En wanneer
Eggeric de koning wil vermoorden, is dat ook eerloos. Dus wordt hij vermoord en krijgt
Elegast zijn eer terug
Theocentrisme
God staat centraal
Karel wordt op een nacht gewekt door een stem van een engel die hem in naam van God
driemaal beveelt uit stelen te gaan. Drie is ook een bijbels getal. Het gebed aan het slot en de
tekst eindigt met amen.
Niet alleen in de literatuur, maar ook in de kunst zie je dat God centraal staat.
Het lied in de Middeleeuwen
Verhalen begonnen vaak als lied, later toneelstuk of opgeschreven
mondelinge overlevering, want veel mensen konden nog niet lezen
Daarom veel verschillende versies
Waarom vaak rijm? Omdat dat makkelijker te onthouden is.
‘Ballade: danslied, verhaal wordt sprongsgewijs verteld (lied uit middeleeuwen)
Elegie: lied n.a.v. de dood van een verliefd persoon (gevoelens van smart en wanhoop)
Literatuur en taal
, Begin West-Europese literatuurgeschiedenis rond 1100
Latijn is voertaal
Handgeschreven: monniken maken boeken (die konden lezen)
Ridderlijk en theocentrisch
Rijmende luisterteksten
Troubadours en jongleurs/minstrelen: die vertelden de verhalen (NB: hoofse romans)
Meestal anoniem
Boekdrukkunst (ca. 1450)
Wiegendrukken of incunabelen
Gutenberg Bijbel (1455)
Nog geen ABN, elke schrijver had eigen dialect
Diets, Middelnederlands
Geen uniforme spelling
De ridderroman
Karel ende Elegast
Koning Karel speelde in veel ridderromans de hoofdrol karelromans
Onbekend wie de schrijver is. Waarom?
o In de middeleeuwen waren schrijvers vaak anoniem, boodschap was belangrijker en er
waren meerdere versies van eenzelfde verhaal
Schrijf op welke onderdelen van het verhaal typisch Middeleeuws zijn (denk hierbij aan
woordgebruik maar ook aan de kenmerken van de Middeleeuwen die besproken zijn.)
Karel de Grote koning, kasteel, hofdag, personificatie van dieren, minder aandacht voor vrouw,
leenman, duivel, god, dood, vechten, rijk-arm, trouw, engel, religie, paard, kerkers, galg, goed-
kwaad, riddelijk, hoffelijkheid, rijm en middeleeuwse woorden
Is Karel ende Elegast een hoofse of een voorhoofse roman? Pas de kenmerken van één van deze
toe op het verhaal en gebruik bij elk kenmerk een voorbeeld.
Karel ende Elegast is een voorhoofse ridderroman.