Sociaal recht
= het geheel van rechtsregelen die het recht op arbeid en het recht op bestaanszekerheid regelen (sociale
kwestie: arbeiders waarborgen van een menswaardig bestaan)
- Arbeidsrecht
= individuele en collectieve regelingen tussen werknemers en werkgevers ter bescherming arbeid
- Socialezekerheidsrecht
= individuele sociale prestaties, solidariteit, risico’s, stelsels die voorzien in individuele sociale
prestaties: levensstandaard van de betrokkene te handhaven, middelen tot een menswaardig bestaan
te verschaffen of bepaalde kosten te vangen
Sociaal recht: een ‘eigenaardig’ beestje
- ‘Beschermend recht’
= Ontstaan uit sociale kwestie: industrialisering verkocht zijn arbeid bescherming van de
economisch zwakkere uitbuiting van arbeiders
- Dwingend recht/recht van openbare orde
- Sociale wetgeving in materiële zin
- Rol sociale partners
- Met eigen rechtbanken (vs. eenheidsrechtbank)
Arbeidsrecht
- Overeenkomst tss werkgever en werknemer: loon en arbeid
- Bescherming van werknemers, gn vrijwilligers
- Arbeidsovereenkomst: min voorwaarden (dwingend recht)
- Inbreuk min voorwaarden: relatieve nietigheid: beschermende personen
- Ex tunc ex nunc (enkel voor toekomst)
Vb: studentencontract: schriftelijk student kent zijn rechten/plichten, anders is het nietig, afstand van
bescherming? Nee dwingend recht
, • CAO’s: niveau van bedrijf, bedrijfstak en nationaal niveau
• Arbeidsovereenkomsten
• Arbeidsreglementen: loon- en arbeidsvoorwaarden
- Internationale verdragen
- EU-richtlijnen
Levende materie: maatschappij ontwikkelt zich
Beschermend recht
- Dwingend recht: soms openbare orde, bijna gn aanvullend recht
- Ter bescherming van de werknemer
- Cf. art. 6 AOW Alle met de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten strijdige
bedingen zijn nietig voor zover zij ertoe strekken de rechten van de werknemer in te korten of zijn
verplichtingen te verzwaren
Ordenend recht: art. 51 CAO-wet
= verhouding: indiv. AO, CAO, wet
Vergelijk met socialezekerheidsrecht: lagere normen kunnen niet afwijken van hogere normen
Art. 51. De hiërarchie van de bronnen der verbintenissen in de arbeidsbetrekkingen tussen
werkgevers en werknemers is als volgt vastgesteld :
1. De dwingende bepalingen van de wet;
2. De algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten in
volgende orde :
a) de overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad;
b) de overeenkomsten gesloten in een paritair comité;
c) de overeenkomsten gesloten in een paritair subcomité;
3. De niet algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten,
wanneer de werkgever de overeenkomst ondertekend heeft of aangesloten is bij
een organisatie die deze overeenkomsten heeft ondertekend, in volgende orde :
a) de overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad;
b) de overeenkomsten gesloten in een paritair comité;
c) de overeenkomsten gesloten in een paritair subcomité;
d) de overeenkomsten gesloten buiten een paritair orgaan;
4. De geschreven individuele overeenkomst;
5. De niet algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst,
gesloten in een paritair orgaan, wanneer de werkgever, hoewel hij de
overeenkomst niet ondertekend heeft of niet aangesloten is bij een organisatie die
deze heeft ondertekend, behoort tot het ressort van het paritair orgaan waarin de
overeenkomst is gesloten;
6. Het arbeidsreglement;
7. De aanvullende bepalingen van de wet;
8. De mondelinge individuele overeenkomst;
9. Het gebruik.
, WIE IS WERKNEMER?
= persoon die werkt op basis van een arbeidsovereenkomst
ARBEIDSCONTRACT
= wilsovereenkomst tss werknemer en werkgever: loon en arbeid, werkgever heeft gezag/controlerecht over
werknemer
Vb: controleren bij thuiswerk, …
- Loon
= tegenover de gepresteerde arbeid staat een loon, kan ook gedeeltelijk in natura w betaald
~ vrijwilliger: gn loon voor levensonderhoud, enkel kostenvergoeding mogelijk
- Arbeid
= prestaties verrichten: soms gn prestaties maar toch arbeid (slapen is ook werken: beschikbaar zijn),
elke soort arbeid is mogelijk
- Gezag
= belangrijkste criterium: organisatiewerk, arbeidstijd, controle
~ zelfstandige: loon voor arbeid, gn gezag van boven
- Arbeidsovereenkomstwet 3 juli 1978
- Bijzonder geval: ambtenaren: valt onder een andere wet
BELANG
Toepassing arbeidsrecht
- Probleem van ‘schijnzelfstandigheden’
= werken onder een contract van zeflstandigen maar eig zijn het werknemers (met gezag)
- Risico: vordering van de werknemer (opzeggingsvergoeding) en RSZ (achterstallige bijdragen)
Toepassing socialezekerheidsrecht werknemers
- Soms problemen met ‘schijnwerknemers’
Vb: werkloosheidsregeling voor werknemers >< zeflstandigen
= zelfstandigen krijgen gn sociale zekerheid
GEZAG
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Studentecriminologie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,39. Je zit daarna nergens aan vast.