Hoofdstuk 1: Voorschriften, wetten, verordeningenen en vergunningen
Wet Ruimtelijke Ordering (WRO): deze wet biedt de overheid de gelegenheid een actief
planologisch beleid te voeren. De WRO is een raamwet: een wet die de algemene principes,
verantwoordelijkheden en procedures regelt, maar geen gedetailleerde regels bevat.
- De kern van een structuurvisie omvat twee punten:
- een formulering van beleidsdoelen van het Rijk, de provincie of de gemeente:
- inzicht in hoe deze beleidsdoelen door die overheid zullen worden uitgevoerd.
Besluit Ruimtelijke Ordening (BRO): een verdere uitwerking van de WRO en bevat
bepalingen over bestemmingsplannen, tegemoetkoming in schade en grondexploitatie.
Voor het bouwen van een bouwwerk is een omgevingsvergunning nodig, op basis Wabo.
- 1 aanvraag voor een omgevingsvergunning:
- Aanvragen van deelvergunningen: alleen als onderdelen fysiek te scheiden zijn.
- Gefaseerde aanvraag voor omgevingsvergunningen.
Tijdelijke vergunning: geldt maximaal 5 jaar. Welstandstoets niet nodig. Evt. afwijzing door
gemeente moet goed worden gemotiveerd.
Woningwet (1901): bewoning van slechte woningen onmogelijk maken en de bouw van
goede woningen bevorderen.
Weigeringsgronden voor een omgevingsvergunning kunnen zijn: een beheersverordening,
exploitatieplan, provinciale planologische of rijksplanologische regeling, monumentenstatus
en een inpassingsplan.
Gelijkwaardigheid: er wordt niet voldaan aan de prestatie-eisen en ook niet aan de
functionele eisen, maar er is een gelijkwaardige oplossing. Het bevoegd gezag moet
beoordelen of de oplossing voldoet.
Verbouw: bij verbouw moet worden voldaan aan de nieuwbouwvoorschriften, tenzij het in de
desbetreffende afdeling anders is aangegeven.
Gebruiksgebied van een gebouw: functiegebieden. verblijfsgebieden, bedgebieden en de
bijbehorende ruimten samen.
Ruimten buiten het gebruiksgebied: toiletruimten, badruimten, technische ruimten en
verkeersruimten.
Onbenoemde ruimten: zolders. Zolang ze geen bepaalde gebruiksfunctie hebben, hoeven
ze niet te voldoen aan de eisen van verblijfsgebieden of functiegebieden.
Krijtstreepmethode: wanneer in de praktijk een gebied of ruimte niet aan voldoen aan een
voorschrift van het Bouwbesluit.
, Vrije indeelbaarheid: vergroot de flexibiliteit in het ontwerpproces en zorgt dat ook in een
later stadium eenvoudiger kan worden ingespeeld op veranderende omstandigheden en
behoeften.
Bouwverordening: gemeentelijke verordening.
- Stedenbouwkundige voorschriften:
- Voorschriften inzake tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem:
- Procedurele welstandsvoorschriften.
Berekeningen en onderzoeken bij aanvraag omgevingsvergunning:
- Normen en prestatie-eisen
- Normen: NEN, NEN-EN, NVM of V
- Prestatie-eisen:
- Functionele eis, prestatie-eis of aanwezigheidseis
- Milieuconvenant: een verklaring van alle bij de bouwactiviteiten betrokken partijen,
waarin staat dat ze bij alle bouwactiviteiten rekening houden met het milieu.
- Bodemrapport.
- Sonderingsrapport: brengt de bodemgesteldheid in kaart wat samenstelling en
draagkracht betreft.
- Constructierapport.
- Akoestisch rapport: verplicht bij nieuwe bouwwerken waarin verblijfsgebieden
worden gesitueerd aan een of meer geluidsgevoelige zijden (drukke weg/spoorlijn).
- Berekening geluidgevelbelasting: max. 55 dB binnen.
- Akoestische berekeningen voor bedrijven
- Energiezuinigheid: heeft betrekking op bestaande bouw en geldt voor
gebruiksfuncties die worden verwarmd en waarin mensen verblijven.
- Eisen energieprestatie
- Thermische isolatie: gestelde eisen die ervoor zorgen dat de warmte binnen
blijft. Woonfuncties: minimale Rc waarde van 3,5 voor vloer: 4,5 voor gevels
en 6 voor daken.
- Luchtdichtheid: luchtvolumestroom max. 0,2 m3/s.
Hoofdstuk 3: Belanghebbenden en bouwdeelnemers
Gemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht: toetsen bouwaanvraag en hebben
controlerende en handhavende functie.
Opdrachtgever: ook wel principaal of aanbesteder genoemd.
Architect: maakt de tekeningen, het bestek en de begrotingen.
Opzichter: vertegenwoordiger van de architect, houdt toezicht op de naleving van het
contract tussen opdrachtgever en aannemer.
Aannemer: een onderneming die bouw-, weg- en waterwerken uitvoert.
Uitvoerder: vertegenwoordiger van de aannemer en primair verantwoordelijk voor de
uitvoering van het bouwwerk.
Onderaannemer: bedrijf dat een specialistisch deel van het werk uitvoert. Wordt betaald
door de hoofdaannemer en werkt onder diens verantwoordelijkheid.
Kostendeskundige: bewaakt het budget door middel van nacalculatie.
Adviseur: voor complexe bouwwerken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LiannePunt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.