Paragraaf 1.7 Voedsel: productie, handel en consumptie
- Historisch gezien bepaalde de geschiktheid voor voedselproductie grotendeels de
bevolkingsdichtheid van een gebied. Tegenwoordig is dit verband minder sterk,
doordat voedsel uit andere gebieden kan worden aangevoerd.
- Voedselgewassen: Deze worden in een land zelf verbouwd en verbruikt.
- Handelsgewassen: Deze worden speciaal voor de handel geteeld.
- Geglobaliseerde landbouw: Er wordt mondiaal gehandeld en geïnvesteerd in
landbouwproducten.
- Voor het tot stand komen van handel in voedsel, moet aan drie voorwaarden voldaan
worden volgens de Theorie van Ullman:
1. Complementariteit, Japan produceert te weinig rijst, Thailand juist veel.
2. Transporteerbaarheid, vervoer is eenvoudig en goedkoop, kleine relatieve afstand.
3. Geen tussenliggende mogelijkheden (voor dezelfde kwaliteit of prijs).
- Door slechte oogsten en dus weinig aanbod, stegen de voedselprijzen enorm en dit
leidde tot voedselcrisis. Als gevolg leden veel armere mensen honger, er wordt hierbij
onderscheid gemaakt tussen kwantitatieve honger, als mensen te weinig calorieën
binnenkrijgen, en kwalitatieve honger, bij een tekort aan vitaminen of mineralen.
- Voedselvoorziening: op mondiaal schaalniveau en vaak ook op nationaal niveau is er
voldoende voedsel voor iedereen, maar grote sociale en regionale verschillen.
Paragraaf 1.8 Globalisering en het voedselvraagstuk
- Handel ontstaat door complementariteit, maar er is ook handel in producten die een
land zelf ook kan verbouwen, dit komt door comparatieve voordelen. Die voordelen
treden op wanneer een land een bepaald product goedkoper kan produceren in
vergelijking met andere producten die het kan produceren.
- Landen gaan zich specialiseren in bepaalde voedingsmiddelen: regionale
specialisatie.
- Comparatieve voordelen kunnen bestaan uit gunstig klimaat, lage lonen, wet- en
regelgeving of landbouwsubsidies.
- Centrumlanden verstrekken de meeste subsidies, maar semi-perifere landen zijn in
opkomst door subsidie voor de exportlandbouw.
- Twee valkuilen voor zeer arme landen waar exportlandbouw opkomt:
1. Minder grond beschikbaar voor voedsellandbouw.
2. De traditionele landbouw kan de concurrentie met de veel hogere productiviteit
per hectare en per persoon van de exportlandbouw niet aan.
, - Technologische ontwikkelingen kunnen de voedselproductie doen stijgen:
- Groene Revolutie: Gewassen kweken met een hogere opbrengst.
- Genetische modificatie: Eigenschappen van planten en dieren veranderen door
nieuwe genen in het DNA aan te brengen.
- Bedrijven die mogelijkheden tot grote vestigingen hebben profiteren van deze
technologische ontwikkelingen en de sociale ongelijkheid op het platteland groeit.
- De FAO steunt overheden die kleinschalige bedrijven helpen aangezien deze 60% van
de voedselproductie produceren.
Paragraaf 1.9 Kwetsbare gebieden en mensen
- Er is grote sociale ongelijkheid in de voedselvoorziening.
- Carrying capacity/draagkracht: Het aantal mensen dat in een gebied kan leven
zonder de omgeving schade te berokkenen.
- Bij lage productiviteit per hectare kan stijgende bevolkingsdichtheid in een gebied
leiden tot overschrijding van de carrying capacity.
- Veel gebieden in gebruik voor landbouw zijn niet geschikt voor overschrijding van de
carrying capacity, vooral in drogere gebieden zoals de savanne of de steppe.
- Het gevolg van het overschrijden van de carrying capacity is bodemdegradatie: De
bodem raakt uitgeput, waardoor de opbrengst terugloopt. Om dit tegen te gaan moeten
boeren de droogteresistentie van de bodem vergroten. Dit kan door middel van:
- Minder ploegen
- Bodem bedekt houden met organisch materiaal
- Goed irrigeren
- Erosie tegengaan
- Minder kunstmest gebruiken
- Voedselzekerheid: Er is voldoende voedsel van goede kwaliteit voor iedereen in een
land. Factoren zoals armoede, conflicten en natuurrampen hinderen voedselzekerheid.
- In gebieden met lage voedselzekerheid lijden arme mensen en mensen met weinig
grond die tot de laagste klasse behoren honger.
- Sociaal-economische stratificatie: Een indeling van de bevolking gebaseerd op
inkomen of grondbezit.
- Op het platteland in ontwikkelingslanden is de ongelijkheid duidelijk te zien aan de
scheve grondbezitverhoudingen. Dat betekent dat weinig mensen in een land het
grootste deel van het land bezitten en het grootste deel van de bevolking heel weinig
land heeft.
- In veel samenlevingen is de positie van etnische minderheden en vrouwen erg zwak.
Dit werkt door op hun voedselzekerheid.
- Sociale stratificatie: Statusverschillen binnen de maatschappij.
- Groepen zijn kwetsbaar voor voedseltekorten door de factoren onderwijs, eigendom en
vooroordelen of discriminatie.
- Het meest kwetsbaar zijn alleenstaande moeders, het aantal grootfamilies neemt af
door migratie, aids en oorlogen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ashleyreuneker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.