Samenvatting voor het vak Analyse Cliënt en Omgeving met diverse hoofdstukken over Praktijkgerichte ontwikkelingspsychologie, Psychologie voor de Praktijk, Sociologie voor de Praktijk, De Gereedschapskist van de Sociaal Werker en Integraal Sociaal werk.
Alle destijds benodigde informatie is uit...
Begrip Definitie
Hf 2
Predispositie Baby’s richten zich op prikkels die voor hen belangrijk zijn en hebben een
ingebouwde neiging om zich op sociale prikkels te richten. Deze aanleg wordt
de predispositie genoemd.
Temperament Met temperament wordt bedoeld de prikkelbaarheid van een baby, dit is te
verdelen in:
- Makkelijke baby’s: passen zich aan, aan een (ander) dagritme en
vertonen weinig heftige reacties. Huilen is alleen bij duidelijke redenen,
zoals honger of slaap. Het zijn ontspannen & opgewekte baby’s.
- Moeilijke baby’s: zijn zeer prikkelgevoelig, huilen vaak zonder duidelijke
reden en zijn moeilijk te kalmeren. Kunnen moeilijk tegen verandering
en duidelijke afwijking van het dagritme. Onrustige & schrikachtige
baby’s.
- Langzame starters (slow to start): deze groep wordt ook wel de
tussengroep genoemd. Ze passen zich moeilijk aan bij afwijkingen van
het ritme, maar reageren minder heftig dan “moeilijke baby’s”. Nemen
vaak een afwachtende houding in en zijn in alle reacties (positief en
negatief) gematigd
Hechting Hechting is een duurzame emotionele binding tussen het kind en zijn
verzorgers, met speciale emotionele kwaliteiten. Ieder kind heeft een
natuurlijke neiging tot hechting. Een veilige hechting is belangrijk voor de
verdere ontwikkeling van het kind.
Hechtingsgedrag Hechtingsgedrag is het duidelijkst te zien in het eerste levensjaar, dit is dan ook
een gevoelige periode voor het ontwikkelen van hechting.
Bij hechtingsgedrag gaat het om de band tussen kind en verzorgers, in het
eerste levensjaar kan je dit in verschillende periodes terugzien:
- Glimlach: na ongeveer 6 weken reageert een baby duidelijk op het
sociale gedrag van de verzorgerd. De eerste glimlach is dan zichtbaar.
Dit is wel nog een “tevredenheidsglimlach” die niet specifiek op iemand
gericht is en nog geen “sociale glimlach”.
- Herkenning: vanaf 5 tot 6 maanden zoekt een kind de belangrijkste
verzorgers actief op, het kind herkent zijn ouders en reageert daar
enthousiaster op dan op onbekenden of minder belangrijke mensen.
- Eenkennigheid: rond de leeftijd van 7 tot 10 maanden ontstaat
eenkennigheid en angst voor vreemden. Baby’s laten in deze periode
een duidelijke voorkeur zien voor de vertrouwde verzorgers (volgen
hen bv overal/houden ze in de gaten).
- Separatieangst: in dezelfde periode vinden baby’s het dan ook niet fijn
om bij een onbekende achtergelaten te worden, ze laten dan
scheidingsangst zien. Hechtingsgedrag is hierbij te zien in de reactie van
angst of onrust bij het verlaten van de ouder en de blijdschap en
1
, herkenning bij het weer zien van de ouder.
Veilige en onveilige hechting Volgens Bowlby zijn er verschillende soorten hechting:
- Veilig gehecht: Een veilig gehecht kind zal samen met de ouder
gemakkelijk aanpassen in een vreemde situatie en zal zich in
aanwezigheid van de ouder veilig voelen. Wanneer de ouder vertrekt,
zal het kind met enig verdriet of onrust reageren en wanneer de ouder
terugkomt is het kind blij en opgelucht. Het laat zich makkelijk troosten
en kalmeren en gaat weer verder met spelen. Het kind zoekt en vindt
een goede balans tussen exploratie (onderzoeken) en nabijheid zoeken.
- Onveilig-vermijdend: Een onveilig-vermijdend gehecht kind lijkt weinig
onderscheid te maken tussen vreemde en bekende personen en lijkt
niet onder de indruk van een nieuwe situatie. Wanneer de ouder
vertrekt reageert het kind niet tot nauwelijks, wanneer de ouder
terugkomt reageert het kind ook nauwelijks. Het kind laat zich net zo
goed door een vreemde als door de eigen ouder troosten (wanneer de
ouder het kind oppakt kan het zijn dat het wegkijkt of zich probeert los
te maken en negeert de ouder), en durft zijn gevoelens van stress en
onveiligheid niet te tonen. Het kind maakt de indruk niet gehecht te zijn
aan de ouder.
- Onveilig-ambivalent: Een onveilig-ambivalent gehecht kind zal zich
zichtbaar niet op zijn gemak en zelf angstig voelen in een onbekende
situatie, ook met de ouder erbij. Wanneer de ouder vertrekt zal het
kind extreem aangedaan zijn en als de ouder terugkomt zoekt het wel
contact maar blijft huilen en toont vaak boosheid. Het laat zich niet
troosten. Het gedrag is ambivalent: dan weer vragen om troost en dan
de ouder actief afwijzen.
- Gedesorganiseerd: Een gedesorganiseerd gehecht kind vertoont
inconsistent gedrag. Het wisselt perioden van tevreden spel af met
plotselinge hevige angst of verstild totaal en maakt een verwarde en
verkrampte indruk. Het kind is gedesoriënteerd, dit doordat het angst
voelt zonder dat er een oplossing voor is: de persoon die een bron van
veiligheid moet zijn is namelijk ook de persoon die angst veroorzaakt.
Het kind weet zich dus geen houding. Deze vorm van gehechtheid leidt
dan ook tot de meeste problemen in de latere ontwikkeling.
Ontwikkelingstheorie van Erikson* Erikson heeft de ontwikkeling van mensen beschreven in een stadiumtheorie
van acht stadia. In elk stadium moet een bepaalde ontwikkelingscrisis/conflict
opgelost worden, hoe goed iemand door een bepaald stadium komt heeft
gevolgen op hoe ze in de volgende stadium staan.
Belemmerende factoren hechting Factoren die het ontwikkelen van een veilige hechting in de weg staan kunnen
ontstaan door:
- Ouders met problemen: als de ouders zelf met stressvolle problemen te
maken hebben (financiën, relatie, depressie etc.) kunnen zij misschien
niet zo responsief en sensitief zijn als het kind nodig heeft voor een
veilige hechting.
- Trauma: het oplopen van een trauma bij het kind zorgt ervoor dat het
kind niet durft te vertrouwen op de reactie van de ouders en er juist
angst en stress ontstaat voor de personen die het kind troost en
geruststelling hoort te geven. Denk bij trauma’s aan zowel
2
, verwaarlozing, mishandeling en (pijnlijke/langdurige) medische
ingrepen waarbij het kind ook langdurig is gescheiden van de ouder.
- Adoptie: de meeste geadopteerde kinderen hebben vaak al
traumatiserende situaties meegemaakt wat ook hun
representatieschema van hechting heeft beïnvloed. Dit neemt het kind
ook mee naar het nieuwe gezin, met hoeverre dit invloed heeft in het
nieuwe gezin hangt het ook af van de leeftijd waarop het kind wordt
geadopteerd.
Hechtingsproblemen // Bij hechtingsproblemen is er geen veilige basis tussen het kind en verzorgers,
dit kan invloed hebben op later gedrag. Hechtingsproblemen of meegemaakte
trauma’s kunnen leiden tot een verstoord stressregulatiesysteem. Het brein
verkeert dan al bij kleine prikkels en verstoringen in een toestand alsof er
sprake is van een gevaarlijke situatie. Het alarmeringssysteem in de hersenen
(aangestuurd door de amygdala) wordt te snel en langdurig geactiveerd. Dit kan
ertoe leiden dat een kind langdurig in een situatie verkeerd van hyperarousal
(overmatige prikkelgevoeligheid en alertheid) of hypoarousal (verstilling,
verlamming).
Ook kan er sprake zijn van een hechtingsstoornis:
- Reactieve hechtingsstoornis: kenmerkend hiervoor is dat er sprake is
van een patroon van geremd en emotioneel teruggetrokken gedrag ten
aanzien van de primaire verzorgers. Het kind zoekt nauwelijks troost bij
hen en reageert ook zelden of nauwelijks op aangeboden troost. Ook
laat het kind weinig responsiviteit zien in contact met anderen. Er is
sprake van onverklaarde prikkelbaarheid, verdrietigheid of angstigheid,
die zelfs opvallend naar voren komen in contact met volwassen
verzorgers die niet bedreigend zijn.
- Ontremd-sociaalcontactstoornis: kinderen met een ontremd-
sociaalcontactstoornis zijn te herkennen aan een gedragspatroon
waarbij ze actief onbekende volwassene benaderen en met hen
omgaan. Kenmerkend is dat er sprake is van een verminderde
terughoudendheid in het benaderen van onbekende volwassenen en
overmatig familiair verbaal of lichamelijk gedrag dat afwijkt van de
geaccepteerde sociale en bij de leeftijd passende grenzen.
- Separatieangststoornis: er is sprake van een separatieangststoornis
wanneer een zeer hevige, buitensporige angst optreedt zodra het kind
wordt gescheiden van diegene aan wie het sterk is gehecht, een angst
die niet passend is bij de leeftijd op het ontwikkelingsniveau van het
kind. Dit moet wel een aanhoudende en buitensporige angst zijn die
langere tijd aanwezig is, en die leidt tot significante lijdensdruk of
beperkingen in het dagelijks functioneren (bv niet meer naar school
durven).
Hf 7
Bevorderende aspecten sociaal Belonen is het meest effectief in het aanleren van positief sociaal gedrag. Dit
gedrag kan zowel d.m.v. het kind aan te moedigen en complimenten te geven bij goed
en gewenst gedrag, maar ook door zelf het goede voorbeeld te geven
aangezien veel kinderen leren door model-leren. Een positieve relatie tussen
ouders en kind is bevorderend voor het adequaat aanleren van sociaal gedrag.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rafallaguirguis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.