Alle hoorcolleges duidelijk en gestructureerd samengevat, met wetsteksten erbij.
Zie verder de bundel met 20 samenvattingen en practicums e.d. van alle moeilijke fiscale vakken in het Bachelor 3-jaar van Fiscale economie (€29,99).
De overdrachtsbelasting brengt zo’n 1.4 miljard euro op. Economische aspecten van de
overdrachtsbelasting zijn:
- De conjunctuurgevoeligheid (als het slecht met de economie gaat, worden er ook weinig
huizen verkocht, en dus weinig OVB betaald)
- ‘locked in’-effect van de overdrachtsbelasting, het beïnvloedt namelijk de verhuisbereidheid
omdat je over elk nieuw huis overdrachtsbelasting betaalt, en je blijft dus langer in je oude
huis zitten. De gemiddelde overdrachtsbelasting is de totale overdrachtsbelasting delen door
het aantal jaar dat je in een huis zit. Hoe langer je blijft zitten, hoe lager de gemiddelde
overdrachtsbelasting wordt.
- De overdrachtsbelasting beïnvloedt de keuze tussen huren en kopen
- Er is een negatieve invloed op de arbeidsmobiliteit, omdat mensen minder snel verhuizen
Veel Europese landen heffen overdrachtsbelasting, met een tarief van 5-10%. De overdrachtsbelasting
in Nederland wordt geheven ter zake van de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken.
Het is een nationale aangelegenheid, maar wel met grensoverschrijdend toepassingsbereik (door
buitenlandse vastgoedbezitters). Er zijn daarom ook verdragen ter voorkoming van dubbele belasting.
Deze gaan niet specifiek over de overdrachtsbelasting, maar meestal is er ook geen samenloop.
De schijf van vijf
Er zijn vijf belangrijke vragen die je altijd moet stellen, want vragen is weten.
Nr. 1: Wie? Natuurlijke en rechtspersonen Art. 16 WBR (bepalen belastingsubject)
Nr. 2: Wat? Verkrijging van NL’s vastgoed Art. 2 en 15 WBR (bepalen heffingsobject)
Art. 9-13 WBR (bepalen maatstaf van
Nr. 3: Hoeveel? WEV of tegenprestatie
heffing)
Nr. 4: Percentage? 2% of 6% Art. 14 WBR (bepalen toepasselijk tarief)
Nr. 5: Hoe komt belasting
Voldoeningsbelasting
bij overheid? Art. 18 WBR (bepalen wijze van heffen)
Wie is het heffingssubject? De verkrijger, deze is ongedefinieerd (art. 16). Natuurlijke personen en
rechtspersonen vallen hieronder, maar personenvennootschappen niet (hier wordt doorheen
gekeken). Er is dus invloed van de juridische vormgeving van het samenlevingsverband (zie art. 3 en
4). Eventueel ook invloed van woon- en vestigingsplaats? De overdrachtsbelasting kun je overigens
niet navorderen, omdat het geen naslagbelasting is. Daarom gaan we naheffen. Art. 3 staat
boedelmenging (huwelijk in gemeenschap van goederen aangaan) en art. 2 lid 6 AWR over
geregistreerd partnerschap (ook boedelmenging en gelijkgesteld aan huwelijk). Notarieel
samenlevingscontract is geen boedelmenging. Stichtingen en verenigingen kunnen ook
overdrachtsbelasting betalen.
1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rosalynn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.