100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Publiek en Privaatrecht €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Publiek en Privaatrecht

 18 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van het boek: Hoofdlijnen Nederlands Recht. Alle hoofdstukken worden behandeld in de samenvatting. De informatie uit het boek is aangevuld met aantekeningen uit de college's.

Voorbeeld 4 van de 59  pagina's

  • Ja
  • 3 maart 2023
  • 59
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (20)
avatar-seller
lynnbeddinkhaus
Privaat- en publiekrecht
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning.............................................................................................................1
Hoofdstuk 2: Verbintenissenrecht- de overeenkomst............................................................................6
Hoofdstuk 3: De arbeidsovereenkomst en de koopovereenkomst......................................................11
Hoofdstuk 4: Verbintenissenrecht – de onrechtmatige en rechtmatige daad......................................14
Hoofdstuk 5: Goederenrecht................................................................................................................18
Hoofdstuk 6: Verdieping goederenrecht..............................................................................................23
Hoofdstuk 7: Ondernemingsrecht........................................................................................................24
Hoofdstuk 8: Burgerlijk procesrecht.....................................................................................................31
Hoofdstuk 9: Staatsrecht......................................................................................................................32
Hoofdstuk 10: Bestuursrecht en bestuursprocesrecht.........................................................................42
Hoofdstuk 11: Strafrecht en strafprocesrecht......................................................................................49
Hoofdstuk 12: Europees recht..............................................................................................................55




Hoofdstuk 1: Terreinverkenning


1

,1.1 Is recht saai?
Recht vormt een centraal onderdeel van het maatschappelijk leven.

1.2 Waarom recht?
Het recht heeft vier functies, namelijk:
1. Normatieve functie: Dit zijn rechten die gaan over de gedragsregels die door iedereen in de
samenleving moeten worden nageleefd. Het zijn niet alleen ethische normen, maar ook
rechtsnormen, die bij overtreding worden bestraft.
2. Geschiloplossende functie: Een rechtelijke organisatie die bij uitsluiting oordeelt of iemand moet
worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met behulp van welke procedure.
3. Additionele functie: Als er door partijen vergeten is om over een bepaald punt afspraken te
maken, geeft het recht aan welke regel geldt. Als de partijen wel afspraken hebben gemaakt over een
bepaald punt, dan gaat deze afspraak vóór en is de wettelijke regeling niet meer van toepassing.
4. Instrumentele functie: Dit zijn regels die de samenleving zo doet, en niet anders. Zoals
verkeersregels.

1.3 Waar vinden we het recht?
Rechtsbronnen zijn plekken waar we het recht kunnen vinden. Dit zijn er in totaal vier, namelijk:
1. De wet
2. Het verdrag
3. De jurisprudentie
4. De gewoonte

1.3.1 Wet
Wetten met betrekking tot het privaatrecht (ook wel civiele of burgerlijk recht).
Deze valt uit in twee deelgebieden:
1. Personen- en familierecht
- Regelt zaken als geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschap, echtscheiding, adoptie,
ondercuratelestelling en de regeling van het vermogen tussen echtgenoten.
2. Vermogensrecht
- Regelt zaken over alles wat te maken heeft met geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn.

Alle rechten die over privaatrecht gaan, staan in het Burgerlijke Wetboek. Er zijn 9 boeken:
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonen
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: Internationaal privaatrecht

Wetten met betrekking tot het ondernemingsrecht (onderdeel van privaatrecht).
Regelt zaken over alles wat ondernemingen en bedrijven betreft.
Het uitoefenen van een onderneming of een bedrijf vindt vaak plaats in de vorm van een naamloze
of besloten vennootschap, coöperatie, stichting of een vereniging.

Wetten met betrekking tot het burgerlijk procesrecht (onderdeel van privaatrecht).
Regelt zaken over geschillen tussen burgers.

2

,Procederen: naar de rechter gaan om het geschil te laten beslechten.
Regels die op het voeren van juridische procedures die op het terrein van het privaatrecht van
toepassing zijn.

Wetten met betrekking tot het strafrecht (onderdeel van publiekrecht).
De staat bezit een monopoliepositie, dit beteken dat alleen het OM tot vervolging van strafbare
feiten kan overgaan.
De wetten van het strafrecht staan genoteerd in het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van
Strafvordering en nog een aantal andere lossen wetten, zoals de Opiumwet.

Wetten met betrekking tot het staatsrecht (onderdeel van publiekrecht).
Regelt zaken die over de wijze waarop het Nederlandse staatsbeleid wordt gevormd en de invloed
die de burgers hier op hebben.
Een zeer belangrijke wet hiervan is de Grondwet, hierin staat de basisregels van ons staatsbestel in.

Wetten met betrekking tot het bestuursrecht (onderdeel van publiekrecht).
Heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien
van de maatschappij.
Voorbeelden zijn de Awb, de Natuurbeschermingswet, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de
Drank- en Horecawet en de Werkeloosheidswet.

Wie zijn wetgever?
Wetgevers zijn bevoegd wetten uit te vaardigen. We maken onderscheid tussen:
1. Nationale wetgevers: dit zijn wetgevers op centraal niveau. Is samengesteld uit de regering en de
Staten-Generaal.
2. Decentrale wetgevers: dit zijn wetgevers op decentraal niveau, dus provinciaal en gemeentelijk.
Mogen alleen verordeningen uitvaardigen en deze mogen alleen voor hun provincie of gemeente
gelden.
Er zijn overigens ook nog andere organen die wetten mogen uitvaardigen, zoals bijvoorbeeld de SER
(Sociaal-Economische Raad).

Rangorde tussen wetgevende organen.
Bij de verschillende wetgevers kunnen we een rangorde aanbrengen waarbij drie regels gelden:
1. Hogere regels gaan boven lagere regels.
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels.
3. Jongere regels gaan boven oudere regels.

Wet in formele en materiële zin.
Een wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen door regering en Staten-Generaal
gezamenlijk. Deze worden op centraal niveau uitgevaardigd.
Een wet in materiële zin is een regeling van een wetgever die geschreven is voor een onbepaald
aantal en dus niet bij de naam genoemde personen. Deze worden op decentraal niveau
uitgevaardigd.
Een groot aantal wetten is zowel een wet in formele als materiële zin.
Sommige wetten zijn wel wet in formele zin, maar niet in materiële zin.
Een groot aantal wetten is geen wet in formele zin, maar wel in materiële zin.
Een wet die niet afkomstig is van de regering en de Staten-Generaal en die ook niet gericht is tot een
onbepaald aantal mensen is noch een wet in formele zin, noch een wet in materiële zin.


1.3.2 Verdrag
Een verdrag is een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten.

3

, - Bilateraal verdrag: tussen twee staten.
- Multilateraal verdrag: tussen meer dan twee staten.

1.3.3 Jurisprudentie
Jurisprudentie is een rechtsbron.

Waarom rechtsbron?
Jurisprudentie betekend rechtspraak. Recht wordt gesproken door een enkele rechter of door een
rechterlijk college. Hun beslissingen hebben verschillende namen, namelijk:
1. Vonnis: wordt als hoofdregel door de rechtbank gegeven. Actief op terrein van privaatrecht,
ondernemingsrecht en strafrecht.
2. Arrest: wordt gewezen door een gerechtshof en de Hoge Raad. Actief op terrein van privaatrecht,
ondernemingsrecht en strafrecht.
3. Uitspraak: Alle beslissingen op de hier NIET boven genoemde terreinen.
Als we het over jurisprudentie dan gaat het concreet om uitspraken zoals die gelden tussen twee
personen of partijen, twee procespartijen, die een geschil hebben.

Interpretatiemethoden.
Interpretatiemethoden zijn hulpmiddelen die de rechter helpen bij het specificeren van de betekenis
van een woord of zinsnede. Er zijn 7 interpretatiemethoden, namelijk:
1.De grammaticale interpretatiemethode: bij de uitleg van een woord knoopt de rechter aan bij de
betekenis die het heeft in het alledaagse spraakgebruik.
2. De wethistorische interpretatiemethode: de rechter beroept zich op ene passage uit de
parlementaire geschiedenis van de betreffende wet.
3. De anticiperende interpretatiemethode: bij het formuleren van zijn regels baseert de rechter zich
in dit geval op toekomstig recht, op bijna-recht dus.
4. De rechtsvergelijkende interpretatiemethode: hierbij verwijst de rechter naar een hoe je een
Nederlandse wet naar het buitenlands vertaald, en de materie hetzelfde blijft.
5. De systematische interpretatiemethode: de rechter legt een woord of zinsnede uit een wettelijke
bepaling uit de hand van de regeling waarvan die bepaling onderdeel uitmaakt.
6. De teleologische interpretatiemethode: de rechter beroept op de bedoeling die de wetgever met
de regeling heeft gehad. Hij geeft dan een invulling aan woorden in de tekst die niet duidelijk zijn.
7. Overige interpretatiemethode:
- Precedenten interpretatie: er wordt verwezen naar eerdere onduidelijkheden van andere rechters.
- Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid: onduidelijkheden zijn redelijk en billijk.

Redeneerwijzen
Een redeneerwijze is een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen.
De twee bekendste manieren zijn:
1. A-contrarioredenering: de rechter gaat ervan uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing
is, omdat die regel uitsluitend geschreven is voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel benoemd
staan.
2. Redenering naar analogie: de rechter stelt zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie zoveel
lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die laatste regel ook van toepassing wordt
verklaard op de niet-geregelde kwestie.




1.3.4 Gewoonte
Als een gewoonte als een recht worden gezien moet het aan twee voorwaarden voldoen, namelijk:

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynnbeddinkhaus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen