Scooter examen samenvatting
1 verkeersdeelnemers
weggebruikers; iedereen die gebruik maakt van de weg:
- voetgangers:
- personen te voet met brom/motor/snorfiets, kleinvoertuigen aan de hand
- skeelers, skateboard step etc
- gehandicatenvoertuigen als ze voetpad of trottoir gebruiken of oversteken naar
voetpad of trottoir
- bestuurders:
- fietser, snorfietsers
- bromfietsers
- brommobiel
- gehandicaptenvoertuig
- motorvoertuig
- tram
- ruiters, rij- of trekdieren of vee
- (on)bespannen wagen
- groepen voetgangers die rijbaan gebruiken
bestemmingsverkeer= bestuurders die als eindbestemming de straat of direct omgeving
hebben mogen deze weg inrijden, lijnbussen mogen altijd inrijden.
2 voertuigen.
e-bike= fietsen met hulpmotor tot 25 km/h, zelfde regels als fietsers
snorfiets=blauwe kenteken aan achterkant
bromfiets= gele kentekenplaat aan achterkant
speed-pedelec= e-bike die 45 km/h kunnen, zelfde regels als bromfietsen, gele
kentekenplaat met helm.
bijzondere snorfietsen= regels als snorfietsers, geen rijbewijs nodig, helm niet verplicht,
geen blauw kentekenplaat, min leeftijd is 16.
Wanneer gehandicaptenvoertuig mag onder 16 jaar zijn, wel voetpad en max snelheid
6km/h
brommobiel= bromfiets meer dan 2 wielen, geen gehandicaptenvoertuig want breder dan
1,10 m. Sticker 45 erop van 20 cm. Regels van motorvoertuigen.
gehandicaptenvoertuig= niet breder dan 1,10 m, met of zonder motor, niet harder dan
45km/h. Geen bromfiets.
motorfiets= 2 wielen, gele kentekenplaat met Euro-logo
personenauto= 4 of meer wielen, vervoer van personen met niet meer dan 8 zitplaarsen.
vrachtauto= niet voor vervoer 8+ personen, maxmassa= 3500 kg
autobus= voor vervoer meer dan 8 mensen
lijnbus= motorvoertuig in gebruik voor verichten van openbaar vervoer.
,voorrangsvoertuigen= blauw zwaai-/knipperlichten en tweetonige hoorn, kleur maakt niet uit.
- alle weggebruikers moeten bestuurders van voorrangsvoertuigen op veilige wijze
voor laten gaan.
3 wegen
rijbaan= elke weg bestemd voor voertuigen, zonder fiets/bromfietspaden
- gescheiden door middenberm, behoren rijbanen tot zelfde weg en mag alleen
rechterrijbaan worden gebruikt.
- onduidelijk borden= D2, C2 en C5 aangegeven of inrijden is toegestaan
-rijstrook= doorgetrokken of onderbroken streep gemarkeerde gedeelte van rijbaan
-voetpad/trottoir= G7 bord, verhoogd looppad, voor voetgangers en
gehandicaptenvoertuigen, snor/bromfietsen alleen neerzetten.
-fiets/bromfietspad= G12a bord, alleen fietser, bromfietser en snorfietser (en
gehandicaptenvoertuigen).
-Verplicht fietspad= G11 bord, vrijliggend pad en doorgetrokken of onderbroken streep
afgescheiden deel van rijbaan met G11. Fietser en snorfietsers (en gehandicapt-).
-onverplicht fietspad= G13 bord, meestal vrijliggend pad alleen fietsers, gehandicapt,
snorfietsers met elektromotor of afgezette verbrandingsmotot. voetgangers mogen ook.
-fietsstrook= doorgetrokken of onderboken streep afscheid gedeelte van rijbaan met fiets
symbool. Voor snorfietser, fietser en gehandicapt mag.
=> doorgetrokken: mogen bromfietser etc niet gebruiken
=> onderbroken: alleen gebruiken bij bepaalde verkeerssitauties (wens/of noodzakelijk)
-suggestiestrook= lijkt op fietstrook zonder symbolen, fietsers en snorfietser moeten daar
rijden, andere mogen daar komen
-busstrook= rijbaan met BUS of LIJNBUS, gebruik verboden voor snor-, bromfietsers en
brommobielen.
-busbaan= aparte rijbaan met BUS of LIJNBUS, verboden voor snor-, bromfietsers en
brommobielen.
-trambaan= vrijligegnde baan gebruikt door trams, gebruik door andere voertuigen is
verboden, tenzij ontheffing hebben
-verdrijvingsvlak en puntstuk= niet gebruikt mogen worden, vedrijvingsvalk schuine witte
strepen en puntstuk helemaal wit.
-passeerstrook= F11 en F12 bord, alleen voor landbouw voertuigen van langzame categorie,
andere weggebruikers mogen hier niet komen.
-uitwijkplaats= L20 bord, verharding langs smalle wegen, om uit te wijken voor tegenligger
kan passeren, alle weggebruikers mogen gebruiken.
-fietsstraat= ingericht als fietsroute maar iedere bestuurder mag gebruiken, motorvoertuig
ontmoedigd. geen wettelijke betekenis, vaak verblijfsgebieden.
4 kenmerken van de weg
Auto(snel)wegen= G3 en G1 bord, stroomwegen die verboden zijn voor snor/brom/fietsen,
brommobielen en gehandicaptenvoertuigen.
Wegen buiten de bebouwde kom= H2 bord,
- brommobiel en bromfiets= 45 km/h
- snorfiets= 25 km/h
- motorvoertuigen= 80 km/h
fiets/bromfietspad is max voor bromfietsen 40 km/h en snorfietsers 25 km/h
, Vaak moet je aanpassen aan snellere bestuurders, kenmerken van deze wegen:
- landbouwverkeer (zand op de weg), vee, bespannen wagens en snel rijdende auto’s
- voetgangers op rijbaan
- smal en bochten met bomen en begroeiing.
Wegen binnen de bebouwde kom= H1 bord,
- brommobiel/fiets= 45 km/h max
- snorfiets= 25 km/h max
- motorvoertuigen= 50 km/h max
fiets/bromfietspad is max voor bromfietsen 30 km/h en snorfietsen 25 km/h
kenmerken=
- spelende kinderene ne overstekende voetgangers
- bevoorradingsverkeer
- slechter uitzicht op kruispunt bij bebouwing en begroeiing
gebiedsontsluitingswegen= herkennen aan onderbroken kantstrepen of trottoirbanden,
tussen rijstrook altijd strepen.
- 80 km/h buiten de bebouwde kom
- 70 km/h binnen bebouwde kom
- 50 km/h binnen bebouwde kom
verboden voor voetgangers, fietsers, snorfietsers, bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen.
als assetrepen is doorgetrokken dan ook verboden voor brommobielen en
landbouwvoerutigen-> C9 bord.
op 50 km/h wegen binnen bebouwde kom rijden bromfietsen en brommobielen op rijstroken,
voor snor/fietsers zijn aparte fietsstroken, vaak geen asmarkering.
erftoegangswegen= binnen en buiten bebouwde kom, geen strepen of kantstrepen, alle
weggebruikers mogen gebruikmaken als er geen speciale voorziening is.
- uitgezonderd wegen in 60 km/h zone, deze kunnen kantstrepen hebben en alleen
buiten bebouwde kom.
overweg=J12 en J13 bord, kruising van weg en spoorweg.
Bij nadering borden J10 en J11
-> bakens voor waarschuwing 3 schuine strepen= 240 m
2 schuine strepen= 160 m
1 schuine streep= 80 m
- mogen alleen oversteken als dit gheel kan
- spoorvoertuig voorrang
- stilstaan en parkeren is verboden
Tunnel= let op dat je naar beneden sneller gaat en je moet wennen aan het licht overgang
Brug en viaduct=J 15 bord, J31 bord waarschuwt wind.
Risicovolle gebieden= J21, J16 en HOSPITAAL bord. hier opletten voor overstekende
kinderen, werkzaamheden, mensen van ziekenhuis of begraafplaats etc.