. Er zijn drie pedagogische principes: opvoeedingsprincipe,
vormbaarheidsprincipe en het activiteitsprincipe. Het
vormbaarheidsprincipe houdt in dat kinderen van nature wilt leren.
Antwoord: . Nee, het opvoedingsprincipe houdt in dat kinderen hechting en
volwassenen nodig heben. Het vormbaarheidsprincipe houdt in dat
het kind van nature kan leren. Het activiteitsprincipe houdt in dat
het kind van nature wil leren.
2.
Bij de opvoedingsinhoud maak je het opvoedingsdoel concreter.
Antwoord: ja
3.
Het opvoedingsdoel is het einddoel die jij als opvoeder kiest voor het kind.
Een voorbeeld hierbij is een goed Moslim zijn.
Antwoord: ja
4.
Binnen de pedagogiek wordt een onderscheid gemaakt tussen het niveau van praktisch handelen en de wetenschapstheorie.
Antwoord: ja
5.
Wanneer kinderen naar televisieprogramma’s kijken, kunnen zij op driejarige leeftijd een onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid.
Antwoord: nee
6.
De media maken een vanzelfsprekend onderdeel uit van de leefwereld van jongeren in onze samenleving.
Antwoord: ja
7.
De overeenkomst tussen de begrippen geïncorporeerd kapitaal en geïnstitutionaliseerd cultureel kapitaal (Bolt) is dat beide begrippen aangeven dat ouders de sociale ontwikkeling als opvoedingsdoel centraal stellen.
Antwoord: Nee
8.
Kinderen moeten veel competenties ontwikkeling om in onze samenleving te kunnen functioneren.
- Het primaire opvoedingsmilieu is tegenwoordig voldoende uitgerust om deze competenties te ontwikkelen.
Antwoord: nee
9.
Een onderdeel van de ‘Cultuur Pedagogische Kwestie’ is de vraag ‘ Wat is het goede dat opvoeders uit hun cultuur willen doorgeven?’
Antwoord: ja
10.
In de geesteswetenschappelijke stroming in de pedagogiek is er ruimte voor het geven van waardeoordelen.
Antwoord: ja
Voorbeeld van de inhoud
1. Binnen de pedagogiek wordt een onderscheid gemaakt tussen het niveau van
praktisch handelen en de wetenschapstheorie.
Ja
2. Wanneer kinderen naar televisieprogramma’s kijken, kunnen zij op driejarige
leeftijd een onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid.
Nee
3. De media maken een vanzelfsprekend onderdeel uit van de leefwereld van
jongeren in onze samenleving.
Ja
4. De overeenkomst tussen de begrippen geïncorporeerd kapitaal en
geïnstitutionaliseerd cultureel kapitaal (Bolt) is dat beide begrippen aangeven
dat ouders de sociale ontwikkeling als opvoedingsdoel centraal stellen.
Nee
5. Kinderen moeten veel competenties ontwikkeling om in onze samenleving te
kunnen functioneren.
- Het primaire opvoedingsmilieu is tegenwoordig voldoende uitgerust om deze
competenties te ontwikkelen.
Nee
6. Een onderdeel van de ‘Cultuur Pedagogische Kwestie’ is de vraag ‘ Wat is het
goede dat opvoeders uit hun cultuur willen doorgeven?’
Ja
8. In de geesteswetenschappelijke stroming in de pedagogiek is er ruimte voor
het geven van waardeoordelen.
Ja
9. Algemeen wordt aangenomen dat het lezen van boeken met kinderen, de taal
en leesontwikkeling bevordert.
Ja
10. Opvoeden is de bewuste beïnvloeding door de volwassene van het kind, met
als doel zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
- In deze definitie van opvoeden wordt gesproken over een opvoedingsdoel en
heeft daardoor een waarderende lading.
Ja
11. Het bieden van veiligheid aan een kind is een opvoedingsvoorwaarde.
Ja
12. Het feit dat kinderen in de kinderopvang deel uitmaken van een groep zorgt
voor een pedagogische meerwaarde van de kinderopvang.
Ja
13. In een kindercentrum zijn 3 nieuwe lappenpoppen gekocht. Elke groep mag
er een uitkiezen. In de eerste groep kunnen de kinderen niet beslissen welke
pop ze willen houden. De leidster grijpt in en kiest er een uit voor de groep.
- Ze gebruikt de gedragskwaliteit sensitieve responsiviteit.
Nee
, 14. De bufferfunctie van het gezin betekend dat de invloeden van buitenaf
gefilterd worden door de rol van de ouders.
Ja
15. De kwaliteit van het gedrag van de leidster in interactie met kinderen
bepaalt in hoge mate de proceskwaliteit van de kinderopvang.
Ja
16. De communautaire opvoedingsstijl, zoals van den Brink deze beschrijft, is
te vergelijken met de term autoritatieve opvoedingsstijl.
Ja
17. Opvoeden kan worden opgevat als interactief proces tussen kind en
opvoeder.
- Het kindbeeld dat hierbij hoort, is dat van het kind als object.
Nee
19. Jos zegt tijdens een spreekbeurt dat gehandicapten kinderen altijd
verdrietig zijn. De juf gaat hier op in door uit te leggen dat niet alle
gehandicapte kinderen altijd verdrietig zijn.
- Bovenstaande aanpak van de juf pas goed in het anti-bias curriculum.
Ja
20. Binnen de autoritaire opvoedingsstijl is de opvoedingsrelatie te typeren als
interactief (bi-directional).
Nee
21. In het sociale domein is de pedagogische invloed van de leerkracht vooral
merkbaar in het opleggen van regels.
Nee
22. Hieronder volgt een fragment uit: ‘op je kop in de prullenbak’ van Guus
Kuijer. ‘Vandaag wordt er hard gewerkt’ verteld de meester ‘al dat gefeest, daar
krijg je maar hoofdpijn van. ‘Ik niet!’ roept Madelief. ‘Jawel, jij ook’ zegt de
meester streng ‘je neus is helemaal wit’. Madelief lacht luid. De andere
kinderen lachen met haar mee. En ze schreeuwen door elkaar. ‘Stilte!’ roept de
meester en het wordt muisstil.
- Hier is sprake van een opvoedingssituatie.
Ja
23. Rituelen op een kinderdagverblijf dragen bij aan het gevoel van veiligheid
van een kind.
Ja
24. De belangrijkste kenmerken van een autoritatieve opvoedingsstijl zijn
onderhandelen over regels en een grote mate van betrokkenheid.
Ja
25. Anne is erg milieubewust en wil graag dat haar moeder ook een bijdrage
aan het milieu levert. Haar moeder wil wel glas naar de glasbak brengen en
papier apart houden, maar meer wil ze niet voor het milieu doen.
- Dit is een goed voorbeeld van onderhandelingshuishouden.
Ja
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rachelvanveen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.