100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Blok Hoogcomplexe zorg (minor IC) BMH: samenvatting alle verplichte literatuur €10,99   In winkelwagen

Samenvatting

Blok Hoogcomplexe zorg (minor IC) BMH: samenvatting alle verplichte literatuur

 11 keer bekeken  0 keer verkocht

Een samenvatting van alle verplichte literatuur passend bij het blok Hoogcomplexe zorg van de IC minor van de BMH op de HU. De samenvatting is wat uitgebreider dan gemiddeld, waardoor alle belangrijke informatie niet alleen is benoemd, maar ook uitgelegd. In de samenvatting zijn ook de bijbehorende...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 83  pagina's

  • 6 maart 2023
  • 83
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Niendepien
Inhoud
HC2: Hoogcomplexe traumatologie ........................................................................................................ 2
LB IC1: H3 Bloedvatenstelsel: 3.4.2 (vasculair trauma) ....................................................................... 2
LB IC2: H18 Traumatologie .................................................................................................................. 2
LB SEHV: H7 Traumatologie: 7.2.4 + 7.3-7.16 (m.u.v. 7.8 + 7.15 + 7.16.2) ......................................... 2
WC1: Veel voorkomende traumatologie + temperatuursregulatie ...................................................... 14
LB IC2: H16 Regulatie van de lichaamstemperatuur ......................................................................... 14
HC3: Het gastro-intestinale systeem ..................................................................................................... 17
LB IC2: H14 Gastro-intestinale systeem: 14.3-14.4 + 14.6 + 14.8-14.10 + 14.15 .............................. 17
HC4: Oncologie en hematologie op de IC.............................................................................................. 27
LB IC1: H4 Bloed: 4.7 + 4.8.3 ............................................................................................................. 27
Interne gnk: H9 Hemato-oncologie: Inleiding + 9.2 + 9.5.2 + 9.6-9.6.2 + 9.7-9.8 ............................. 29
Interne gnk: H10 Oncologie: 10.1-10.6 ............................................................................................. 29
WC2: Hoogcomplexe chirurgie .............................................................................................................. 34
LB Anesthesiologie: H34 Anesthesie bij abdominale chirurgie: 34.1-34.3 ........................................ 34
Artikel abdominaal compartimentsyndroom .................................................................................... 34
WC3: Hoge beademingsvoorwaarden en loops .................................................................................... 36
Beademing: H15 Troubleshooting curven en loops .......................................................................... 36
HC5: Beleid na reanimatie ..................................................................................................................... 41
LB IC1: H6 Cardiopulmonale reanimatie: 6.4 & NRR richtlijn 2020 H6 ............................................. 41
HC6: Neurologie op de IC ...................................................................................................................... 43
Anatomie & fysiologie: H8 Het zenuwstelsel .................................................................................... 43
LB IC2: H12 CZS: 12.1-12.2 ................................................................................................................ 43
HC8: Neurochirurgische patiënt ............................................................................................................ 53
LB IC2: H12 CZS: 12.3-12.8 + 12.10 + 12.18 + 12.20.1-12.20.2 + 12.20.4.......................................... 53
HC9: Neurologische patiënt .................................................................................................................. 61
LB IC2: H12 CZS: 12.9 + 12.11-12.14 + 12.9.3 + 12.20.5-12.20.8 ...................................................... 61
WC4: Intoxicaties en tentamen suïcide ................................................................................................. 66
LB SEHV: H17 Intoxicaties: 17.1-17.4 ................................................................................................ 66
LB IC1: H1 Introductie: 1.5 & LB IC2: H14 Gastro-intestinale systeem: 14.14 .................................. 66
HC7: Shock, ARDS, DIS en MODS ........................................................................................................... 73
LB IC2: H11 Respiratie: 11.5.5 ........................................................................................................... 73
LB IC1: H4 Bloed: 4.2.7 ...................................................................................................................... 76
LB IC1: H5 Shock: 5.1-5.6 ................................................................................................................... 77
WC5: Veilig incidenten melden ............................................................................................................. 83



1

,HC2: Hoogcomplexe traumatologie
LB IC1: H3 Bloedvatenstelsel: 3.4.2 (vasculair trauma)
LB IC2: H18 Traumatologie
LB SEHV: H7 Traumatologie: 7.2.4 + 7.3-7.16 (m.u.v. 7.8 + 7.15 + 7.16.2)
Polytraumapatiënt
Heeft ten minste twee letsels die beide klinische behandeling vereisen of beide tot circulatoire en
systematische reacties kunnen leiden die behandeling noodzakelijk maken. Vaak wordt de RTS
(revised trauma score) gebruikt. Hierbij worden 0-4 punten toegekend voor ademfrequentie,
systolische bloeddruk en EMV-score (12 totaal). Bij kinderen onder de 9 is dit de PTS (pediatrische
traumascore). Bij beide scores geldt: hoe lager de punten, hoe gevaarlijker. RTS < 12 en PTS < 9 is per
definitie vitaal bedreigd en dus waarschijnlijk een polytraumapatiënt (waarbij < 11 levensgevaarlijk
verwond).

Punten Ademfrequentie Systolische RR EMV
4 10-29/min > 90 mmHg 14-15
3 > 30/min 76-89 mmHg 9-13
2 6-9/min 50-75 mmHg 6-8
1 1-5/min 1-49 mmHg 4-5
0 Geen Geen 3

Traumamechanisme
Mechanische energieoverdracht veroorzaakt verbreking van de weefselstructuur, zoals perforaties,
fracturen en laceratie (verscheuring). Het kan ook worden omgezet in warmte.
E = ½ mv2: een voorwerp in beweging bezit mechanische energie die wordt overgedragen op het
moment dat de snelheid afneemt. Veiligheidsriemen en airbags proberen deze zo goed mogelijk op
te vangen. In traumatologie gaat het over valhoogte en snelheid. Ook gaat het over deceleratietijd
(duur van inwerking) en het oppervlak van het lichaam waarop de energieoverdracht plaatsvindt. Bij
een korte inwerkingstijd en een klein oppervlak, is het letsel erger. Autogordels en de kreukelzones
proberen het oppervlak te vergroten.

De ATLS draait om drie belangrijke dingen: treat what kills first, do no further harm en get help.
Levensbedreigende verwondingen leiden in drie reproduceerbare tijdsintervallen tot overlijden:
▪ Enkele seconde tot minuten: ernstig letsel van de hersenen, hersenstam, aorta en grote
bloedvaten, hart en hoog cervicaal wervelletsel. Resuscitatie komt vaak te laat, geen
behandeling mogelijk, dus focus op preventie.
▪ Enkele minuten tot uren: Hiervoor geldt het gouden uur. Letsel aan de sub- en epidurale
hematomen, hematothorax, spanningspneumothorax, miltruptuur, leverlaceraties,
bekkenfractuur en andere trauma’s met veel bloedverlies.
▪ Dagen tot weken: door complicaties zoals ARDS, SIRS en MODS.

Penetrerend trauma
Een projectiel dat binnendringt, geeft een holte. Die holte wordt aan het begin bepaald door:
▪ Profiel: het profiel maakt voor het grootste deel de holte en kan ook nog van vorm
veranderen. (1)
▪ Tuimeling: het projectiel kan in het lichaam tuimelen, doordat het voorste deel tegen iets
botst en de rest over de kop slaat. Dit vergroot de holte. (2)
▪ Fragmentatie: het projectiel kan in het lichaam uit elkaar vallen, wat ook iets over de holte
zegt. Als botten worden geraakt, kunnen die secundaire projectielen vormen. (3)


2

,Energie (4) bepaalt ook de ernst van penetrerend trauma. Laagenergetische wapens zijn wapens die
met de hand gebruikt worden. Deze wapens veroorzaken meestal weinig secundaire holtes. Over het
algemeen steken mannen met het lemmet omhoog en vrouwen met het lemmet omhoog, wat helpt
bij letsel bepaling. Middelenergetische wapens zijn bijv. pistolen (<1000 km/h). De tijdelijke holte die
zo’n wapen kan creëren is 3-5x zo groot als het kaliber van de kogel. Hoogenergetische wapens zijn
2x zo snel en maken een holte van >25x groter dan het kaliber van de kogel. Jachtgeweren vallen
onder die laatste, mede door de hagel.

De afstand tussen geweer en schotwond (5) is ook van invloed omdat de luchtweerstand de kogel al
een beetje afremt, waardoor die minder schade kan toebrengen. Als het erg dicht op elkaar heeft
gezeten, zijn er gassen in de vorm van brandwonden om de schotwond zichtbaar.
Langeafstandswonden (> 5,5m) van jachtgeweren zijn zelden dodelijk.

Botsing
Tussen motorvoertuigen worden vijf typen botsingen onderscheden. Het type auto maakt ook nog
uit (verschil in bescherming).

Frontale botsing
Hierbij zal de inzittende een klap op de borst hebben opgevangen. De achterwand van de thorax is
op dat moment nog niet geremd, dus de longen en het hart zijn samengedrukt. Bij bespreking van de
gevolgen wordt er vanuit gegaan dat er geen gordel is gedragen. Bij een frontale botsing kunnen er
met de inzittende twee dingen gebeuren (met volgende klachten):
▪ Naar voren en omhoog:
ᵒ H/H: schedel, hersenen, cwk (vangt snelheid lichaam op)
ᵒ Thorax: longen, aorta (samendrukking)
ᵒ Abdomen: compressie solide organen of diafragma, ruptuur lever/milt/nier
▪ Naar voren en omlaag:
ᵒ H/H, thorax en abdomen vergelijkbaar met bovenstaande
ᵒ Knieën tegen dashboard; femurfractuur en heupluxatie (als femur als eerste raakt),
ruptuur a. poplitea knieën (als tibia raakt en femur doorschiet)

Kop-staartbotsing
Bij deze botsing schiet het doelwitvoertuig vooruit. Hierdoor wordt de romp meegetrokken met de
auto. Als de hoofdsteun niet goed staat afgesteld, maakt het hoofd een grote klap doordat het
achterblijft. Vooral overstrekking van de nek (incl rupturen) is een groot risico. Bij kop-
staartbotsingen telt ook mee dat er vaak nog een keer gebotst wordt, wat zorgt voor de aspecten van
de frontale botsing.

Laterale botsing
Sowieso is de passagier aan de aangedane zijde er vaker erger aan toe door aanvullende schade van
de auto. Er is 5x zoveel kans op overlijden bij deze botsing omdat de zijkant van de auto relatief
slechte bescherming heeft. Er zijn vijf gebieden die vooral zijn aangedaan bij een laterale botsing:
▪ Hoofd: het hoofd kan tegen de auto aan botsen. Er is meer schade bij de inzittende aan de
aangedane zijde.
▪ Nek: de nek krijgt een klap doordat het lichaam eronder wegschiet. Aangezien het
aanhechtingspunt van het hoofd niet zijn zwaartepunt is, treden er ook rotatie en flexie op.
Betrokken wervels kunnen breken of dislocatie treedt op.
▪ Clavicula: fractuur door comprimeren.
▪ Thorax: gebroken ribben, longcontusie, compressieletsel, overdruk letsel (bijv.
pneumothorax), aortaruptuur (25% van alle gevallen is tijdens een laterale botsing).
▪ Buik en bekken: fractuur bekken en heupkop, miltletsel (bij klap links), leverletsel (bij klap
rechts).


3

, Roterende botsing
Deze botsingen veroorzaken letsel dat een combinatie is van een frontale en laterale botsing. Deze
botsing kan eigenlijk alleen ontstaan doordat een hoekje van de auto wordt aangetikt, die dan als
enige stilstaat (rest van de auto draait eromheen). Degene bij het botsingspunt zal waarschijnlijk de
ergste letsels hebben doordat de meeste energie er op is overgedragen.

Over de kop slaan
Deze botsing bestaat uit heel veel soorten botsingen. De gordel kan zorgen voor rupturen, maar
zonder gordel geeft nog veel meer letsel door slingeren door de auto.

Airbags lopen meteen weer leeg na de botsing en zijn dus niet effectief bij meerdere botsingen.

Trauma thorax
Ribfracturen (solitair)
Oorzaken Komt voor bij 10% van alle traumapatiënten
Pathofysiologie Locatie fractuur zegt iets over het soort geweld
Rib 1-3 zitten vast aan sternum, dus HET. Bij rib 1 kan ook de a. subclavia
beschadigd zijn.
Rib 4-6 is het minst erg om te breken
Rib >7 kan de lever of milt beschadigen
Globale behandeling Zuurstoftoediening (FiO2 > 50%) en pijnstilling. Vooral complicaties
voorkomen. Consolidatie meestal in 6 weken.
Mogelijke Li: bedacht zijn op miltruptuur, Re: bedacht zijn op leverruptuur
complicaties Atelectase en pneumonie door slecht doorademen

Ribfracturen (multiple)
Symptomen Sterk insufficiënte ademhaling, paradoxale ademhaling
Globale behandeling Zuurstoftoediening en pijnstilling. Evt. beademing en operatieve
stabilisatie (fladderthorax).
Mogelijke Spanningspneumothorax, long-/myocard-/aorta-/bronchusletsel.
complicaties

Sternumfractuur
Oorzaken Voor-achterwaarts inwerkend geweld
Pathofysiologie Normaal bestand tegen energetische krachten, dus HET.
Diagnostiek LO, echo en zijdelingse X-thorax (AP foto toont het sternum niet)
Globale behandeling Pijnstilling.

Fladderthorax
Oorzaken Stomp inwerkend geweld van grote kracht. Bijzondere vorm is sternale
fladderthorax, dan zijn er kraakbeenfracturen aan weerszijden.
Symptomen Pijn, paradoxale ademhaling*, hypoxie (cyanose). Het laat de
doderuimteventilatie toenemen
Globale behandeling Pijnbestrijding en beademing (sat > 94%). Beademing niet vanwege
thoraxwand trauma, maar vanwege bijkomende longcontusie.
Mogelijke Longcontusie (geen complicatie, maar combinatie) en beschadiging
complicaties longparenchym (weefsels voor zuurstofoverdracht)
*Dit treedt niet meteen op doordat de tussenribspieren het nog even kunnen stabiliseren. Het wordt
pas duidelijk als deze spieren vermoeid raken.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Niendepien. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,99
  • (0)
  Kopen