Samenvatting IPR 2
Week 1 Goederen en rechten op goederen
Goederen art. 3:1 BW
Zaken art. 3:2 BW
Eigendom = meest omvattende recht art. 5:1 BW.
Relatieve rechten = persoonlijke rechten, werken tegenover één bepaald persoon.
Absolute rechten = kan tegenover eenieder worden gehandhaafd.
o Zaaksgevolg / droit de suite het absolute recht volgt het goed waarop het
recht berust. Dus ook als de rechthebbende het goed niet meer in handen heeft,
blijft het recht staan.
o Prioriteitsbeginsel / droit de priorite meer dan één absoluut recht op een
goed; eerst gevestigde recht geldt.
o Separatist in faillissement / droit de preference de rechthebbende is separist.
In geval van faillissement vallen alle goederen van degene die failliet gaat
eronder. Maar als een derde een recht heeft op een goed niet.
Beperkt recht art. 3:8 BW afgeleid uit een meer omvattend recht
Recht van vruchtgebruik 3:201 BW; pand & hypotheekrecht 3:227 BW;
erfdienstbaarheid 5:70 BW; erfpacht 5:85 BW; opstal 5:101 BW; appartement 5:106
BW.
Beperkte rechten hebben een absolute werking vormen een gesloten systeem.
Verkrijging onder algemene titel: verkrijging in één keer van een geheel of een deel
van een vermogen lusten én lasten.
o Erfopvolging, boedelmening, fusie, splitsing & toepassing van een
afwikkelingsinstrument.
Verkrijging onder bijzondere titel: één bepaald goed of meerderen gaan over van de
ene op de andere persoon verkrijging actieve vermogensbestanddelen, geen
schulden.
o Overdracht 3:84; verjaring 3:99 & 3:105; occupatie 5:4; vinderschap 5:5 e.v.;
schatvinding 5:13; natrekking 3:4 jo 5:3 en 3:3 jo 5:20; vermenging 5:15;
zaaksvorming 5:16; vruchttrekking 5:17.
Verkrijging van goederen op geen andere manier dan in de wet = gesloten stelsel.
Verlies goederen
o Absoluut; goed gaat teniet, bijvoorbeeld brand.
o Relatief; een ander wordt rechthebbende door bijv. verjaring.
Originaire verkrijging; er ontstaat een nieuw recht.
Derivatieve verkrijging; het recht is afgeleid van de positie van de rechtsvoorganger.
Alle soorten verkrijging algemene titel = derivatief.
Bijzondere verkrijging alleen overdracht is derivatief.
Registergoederen; overdracht of inschrijving in de openbare registers is noodzakelijk
voor deze goederen art. 3:10 BW.
o Art. 3:89 alle onroerende zaken zijn registergoederen (huis = registergoed!)
1
, Week 2 Bezit en houderschap
Nemo plus-beginsel; iemand kan niet meer rechten overdragen dan dat diegene
heeft.
Kwalitatief recht & kwalitatieve verplichting
Bezit
Bezit = goed houden voor jezelf art. 3:107 BW
o Middellijk bezitter; je leent je boek uit en bent dan middellijk bezitter.
o Onmiddellijk bezitter; je houdt je boek voor jezelf, niemand anders houdt voor je.
Houden = je houdt een goed voor een ander art. 3:107 BW
o Middellijk houder
o Onmiddellijk houder
o W leent zijn boek uit aan S. S leent het weer uit aan A. S is middellijk houder en A
is onmiddellijk houder.
Interversieverbod art. 3:111 BW. Wanneer iemand houder is, blijf je dat doen. Je kan
niet zomaar bezitter worden. Uitzonderingen:
o Met medewerking van bezitter kan houder bezitter worden
o Bezitter openlijk en kenbaar tegenspreken
Inbezitneming art. 3:113 feitelijke macht uitoefenen over res nullius (goed zonder
eigenaar) of goed dat wel een rechthebbende heeft, op zichzelf staande
machtsuitoefeningen niet voldoende.
Revindicatie art. 5:2 na verlies van bezit kan de rechthebbende bezit
terugvorderen.
Bezitter te goeder trouw eventueel onderzoeksplicht art. 3:11 benoemen op tt bij
antwoord.
Vinderschap
Wanneer er geen sprake is van res nullius want de eigenaar heeft er niet vrijwillig
afstand van gedaan.
1. Vinder is te goeder trouw, maar denkt ten onrechte dat de zaak aan niemand
toebehoort bezitter te goeder trouw
2. Vinder is te kwader trouw bezitter te kwader trouw
3. Vinder is te goeder trouw en voldoet aan meldingsplicht houder van de zaak.
Als de zaak na een jaar nog niet is opgehaald wordt de vinder de rechthebbende.
Schatvinding
Schat komt toe aan erfgenamen.
Als die er niet zijn; vinder en eigenaar van de zaak waarin de schat is gevonden
krijgen gelijke delen.
HR Dépex/Curatoren art. 3:4 BW
Lid 1 verkeersopvattingen 2 maatstaven Dépex
o Gebouw & apparatuur constructief op elkaar afgestemd
o Gebouw als onvoltooid
Lid 2 niet zonder beschadiging kunnen losmaken
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper irisandriessen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.