WISCAT THEORIE.
Decimalen vermenigvuldigen.
- Werk de komma’s weg.
- Noteer hoe vaak je de komma in totaal naar (rechts) gaat verschuiven.
- Aan het eind zet je de komma (naar links) weer gelijk aantal plaatsen terug.
Voorbeeld:
0,03 x 0,5 =
- Bij 0,03 verschuif je de komma twee plekken.
- Bij 0,5 verschuif je de komma één plek.
- In totaal verschuif de komma 3 plekken.
- De nieuwe som wordt 3 x 15, daarna zet je de komma drie plekken terug.
Decimalen delen.
- Werk de komma’s weg.
- Zorg ervoor dat je de komma’s bij beide getallen evenveel plaatsen verschuift.
- De som moet in balans blijven.
- Aan het eind ben je in 1 keer klaar, je hoeft de komma niet meer terug te zetten.
Voorbeeld:
0,8 : 0,04 =
- Bij 0,04 verschuif je de komma twee plekken, wordt 4.
- Bij 0,8 verschuif je de komma dus ook twee plekken, wordt 80.
- De nieuwe som wordt 80 : 4, je bent nu helemaal klaar!
Procenten met BTW.
- Gebruik een tabel bij BTW sommen.
- De prijs exclusief BTW staat gelijk aan 100%. De BTW komt hier bovenop. Daarom krijg je bij
bedragen inclusief BTW, een percentage dat boven de 100% ligt.
Procenten over alcohol.
- Bedenk dat alcoholsommen altijd sommen zijn waarbij je percentages moet berekenen.
- Je kunt een tabel maken, of je hakt de percentages op in stukjes, zoals 10%.
Voorbeeld:
Rum heeft een percentage van ongeveer 45%. Hoeveel ml alcohol zit er in een glas rum van 35 ml?
- Bereken wat 45% van 35 is.
- Je weet dat 10% gelijk staat aan 3,5.
- Doe dit keer 4, dan weet je 40%. Dus 3.5 x 4 = 14.
- 1 % is 0,35. Dus 5% is 1,75. In totaal 14 + 1,75 = 15,75.
, Procenten over rente.
- Rente schrijf je altijd als decimaal getal.
- Bedenk dat je altijd rente over rente krijgt, gebruik hiervoor de machten.
Voorbeeld:
Carl heeft een spaarbedrag van 500 euro, hij krijgt 3% rente per jaar. Hoeveel geld heeft Carl op zijn
spaarrekening staan na 6 jaar? Rond af op 2 decimalen.
- Zet eerst het rentepercentage om in decimalen. Je deelt hiervoor door 100. Je krijgt 0,3.
- 500 euro is het startbedrag. Dit bedrag heeft Carl. Zijn spaarbedrag is in elk geval 500 euro.
Daarom maak je van het decimale getal 1,03.
- Bedenk dat het aantal jaar dat Carl spaart, in een macht wordt geschreven. Dus de macht 6.
- De som die je intypt is: 500 x 1,03^6 =.
Breuken optellen.
- Regel: breuken mag je alleen optellen als de noemers (de onderkanten) gelijk zijn.
- Maak eerst de noemers gelijk. Denk hierbij aan tafels. Als je lastige noemers hebt, waarvan
je de tafel niet kent, kun je de escape methode gebruiken. Je vermenigvuldigt de noemers
met elkaar. Dat wordt de gemeenschappelijke noemer.
- De tellers (de bovenkanten) veranderen dan ook mee.
Breuken aftrekken.
- Regel: breuken mag je alleen aftrekken als de noemers gelijk zijn.
- Maak de noemers gelijk, net zoals bij het optellen van breuken.
- De tellers veranderen ook mee.
- Vereenvoudig de breuk als dat kan.
Breuken keer.
- Regel: teller x teller en noemer x noemer.
- Dus: de bovenkanten van de breuk vermenigvuldig je met elkaar.
- Dus: de onderkanten vermenigvuldig je met elkaar.
- Vereenvoudig de breuk als dat kan.
Breuken delen.
- Regel: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde.
- Bij een deelsom draai je de tweede breuk om en maak je er een keersom van.
- Vereenvoudig de breuk als dat kan.
Samengestelde breuken.
- Van een samengestelde breuk naar een breuk.
- Maak van het hele getal ook een breuk, met dezelfde noemer.
- Van een breuk naar samengestelde breuk: uit de breuk moet je de hele getallen halen.
Breuken in verhaaltjessommen.