Exam - Alg. Rechtswetenschap 1 tentamen
A
Past onderstaande handeling binnen de zuivere leer (dan wel een strikte toepassing) van de Trias
Politica? Leg uw antwoord stapsgewijs uit en verwijs naar de relevante wettelijke bepaling.
Het door de rechtbank gelasten van een wijziging van een voornaam op verzoek van een betrok-
kene.
Example Answer
Het betreft hier een toepassingsvraag; algemene verhandelingen leveren daarom geen punten
op. Zie de schema’s in Hoofdstukken na Hfstk 1; Verheugt, H. 2 §2; werkcollege wk 1, vraag 13
en 15. Pas stappenplan / beslismodel uit week 1 toe:
Wie handelt in casu? De rechter handelt hier, art. 1:4 (lid 4) BW, 2 p. NB Art. 1:7 BW is NIET van
toepassing. Hoe dient orgaan te handelen volgens T.P. De rechterlijke macht dient volgens de T.P.
geschillen te beslechten, 2 p. Hoe handelt het orgaan in casu? De rechtbank beslecht geen geschil,
1 p aangezien de procedure aanvangt met een verzoek(schrift) en eindigt in een beschikking /
rechtsvaststelling in een concreet geval zonder geschil, 2 p = taak van het bestuur dus geen strikte
toepassing van de T.P., 1 p. Conclusie, nee, handeling past niet in zuivere leer (2 pt). 1 pt voor
juiste conclusie zonder stappenplan
B
Zoek in uw wettenset de ‘Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer’
op. Welk type besluit is dit en hoe is dat uit de considerans af te leiden?
Example Answer
Een ministeriële regeling (3 punten).
NB. Als dit niet klopt, is het gehele antwoord onjuist. De analyse van de considerans hieronder klopt
dan niet. De Minister van Justitie ….’ wordt genoemd (4 punten) De Staten-Generaal en regering
zijn niet samen betrokken, dus geen wet in formele zin. De regering is ook niet alleen betrokken,
dus geen KB (3 punten)
V. p. 62-69 en werkgroep week 2.
C
Carla de Cleur huurt sinds een aantal jaren een penthouse in de binnenstad van Groningen
(Noord-Nederland). Begin 2020 begint het huis echter ernstige gebreken te vertonen door achter-
stallig onderhoud, waardoor er lekkage ontstaat met schimmelgroei tot gevolg. Volgens het huur-
contract valt de aanpak hiervan onder groot onderhoud en komt dit voor rekening van de verhuur-
der Hoes. Deze maakt echter geen haast met de reparaties en Carla besluit daarop haar huur van
€ 1.600,- per maand niet meer te betalen. Na zes maanden is Carla de lekkage zat en verhuist zij
voor haar nieuwe baan naar een nieuwbouwwoning in Soest (Midden-Nederland). Een maand
later besluit verhuurder Hoes om Carla te dagvaarden voor de vordering van de achterstallige
huur die inmiddels € 11.200,- bedraagt.
Welke rechter is absoluut bevoegd en welke rechter is of welke rechters zijn
relatief bevoegd om van de vordering van Hoes kennis te nemen?
Example Answer
Absoluut: Rb (art. 42 RO), sector kanton (art. 93 onder c Rv) (4p). Het betreft een huurzaak, waarbij
de hoogte van de vordering niet van belang is (3p). Relatief: In dit geval is uitsluitend de Rb, sector
kanton in Noord-Nederland (Groningen) bevoegd op grond van artikel 103 Rv, plaats van de ge-
huurde onroerende zaak: woonruimte is in Groningen (3p).
1
, D
Peter heeft een camping op Terschelling geopend. Aangezien je mooie fietstochten kan maken
over het eiland vindt hij het leuk om zijn klanten de mogelijkheid te geven gratis fietsen te lenen.
Vandaar dat hij bij de receptie een aantal spiksplinternieuwe elektrische fietsen neerzet met een
bordje ‘gratis mee te nemen’. Om misverstanden te voorkomen, wil Peter een papiertje onder het
bord hangen met ‘Terugbrengen s.v.p.’ Helaas vergist hij zich in de afkorting en schrijft hij ‘Terug-
brengen n.v.t.’. Op een dag komt er een campinggast de receptie binnenlopen en zegt dat hij wel
zo’n dure elektrische fiets wil hebben. Peter zegt dat dit geen probleem is en dat hij er één uit mag
zoeken. De kampeerder is helemaal blij! Die elektrische fietsen zijn duizenden euro’s waard en hij
krijgt hem gratis! Hij bedankt Peter voor de schenking. Peter kijkt verschrikt op en zegt dat de cam-
pinggast de fiets niet mag houden, hij mag hem alleen lenen. De campinggast is het daar niet mee
eens. Er hing immers een bordje ‘Terugbrengen n.v.t.’. Daarnaast vroeg hij of hij de fiets mocht
hebben en Peter zei ja. Peter heeft dus een schenking aangeboden en de campinggast heeft deze
geaccepteerd. Een geldige overeenkomst, aldus de kampeerder.
Is er een rechtsgeldige overeenkomst tussen Peter en de campinggast tot stand gekomen?
Example Answer
Er is sprake van aanbod en aanvaarding ex art. 6:217 lid 1 BW (1pt). Peter heeft een fiets aange-
boden, voor gebruik, en de kampeerder heeft dit aanbod aanvaard. (1pt toepassing casus; partijen,
object; onvolledigheid leidt mogelijk tot 0,5pt)
Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen. Voor een rechtshandeling is een wil nodig die het
rechtsgevolg beoogd en een overeenstemmende verklaring t.a.v. die wil ex art. 3:33 BW (1pt; on-
volledigheid leidt mogelijk tot 0,5pt)
Echter, er blijkt een probleem te zijn met de geuite wil van Peter, want hij had de fietsen niet gratis
aan willen bieden om mee te nemen, maar om te lenen. Hij heeft dit echter anders verklaard (briefje
n.v.t. in plaats van s.v.p.) (1pt; onvolledigheid leidt mogelijk tot 0,5pt).
Er is dus sprake van wilsontbreken, hetgeen tot gevolg heeft dat niet aan art. 6:217 BW is voldaan
(1pt). Maar art. 6:217 BW kan in beginsel hersteld worden door art. 3:35 BW. Hetgeen de kampeer-
der zou beschermen als hij/zij gerechtvaardigd kan vertrouwen op de uiting via het briefje van Peter.
(1pt). Art. 3:35 BW (jo. art. 3:11 BW, vertrouwensregel) leidt ertoe dat de kampeerder er niet zomaar
vanuit had mogen gaan dat een camping dure gratis elektrische fietsen weggeeft. Het feit dat hij
vroeg of hij de fiets mocht hebben doet hier niks aan af, want Peter ging hierop in in de veronder-
stelling dat het briefje een leenovereenkomst had gecommuniceerd en dan is het ‘hebben’ van de
fiets (voor bepaalde tijd) logisch. De kampeerder kan dus niet gerechtvaardigd afgegaan zijn op de
verklaring van Peter Redenering (2pt; onvolledigheid leidt mogelijk tot 1pt)
NB Indien uitleg correct is art. 3:11 BW strikt genomen niet noodzakelijk.
Conclusie (2pt; mits gebaseerd op de juiste redenatie)
Er is geen sprake van een rechtsgeldige overeenkomst tussen Peter en de campinggast.
NB Onder omstandigheden kan er een punt gegeven worden aan uitwerking van art. 3:35 jo. art.
3:11 BW in het voordeel van de campinggast, maar dan moet dit wel stevig onderbouwd zijn. In
beginsel is hier namelijk geen gerechtvaardigd vertrouwen.
E
De 15-jarige Sjoerd maakt er een sport van om na zijn karateles zo snel mogelijk naar huis te
fietsen. Op een regenachtige dag maakt hij een inschattingsfout als hij bijna thuis is. Sjoerd haalt
de bocht naar de oprit net niet waardoor hij tegen de geparkeerde caravan van de buren botst.
Hoewel hij niet meer in volle vaart fietst, raakt de caravan toch beschadigd. Er zit een behoorlijk
deuk in de zijkant van de caravan en de deur lijkt niet goed meer te sluiten. De buurman kan er
niet om lachen en wil graag de schade aan zijn auto vergoed zien.
Wie is er aansprakelijk voor de schade en waarom?
Example Answer
Er is sprake van een onrechtmatige gedraging, Sjoerd beschadigt de scooter van de buren (inbreuk
eigendomsrecht (1 p) Er is sprake van schade aan de caravan (deuk en deur die niet open wil,
materiële schade ex artt. 6:95 jo. 6:96 BW) (1 p) Er is sprake van een causaal verband tussen de
2