,Inhoud
Gedragswetenschappen/ cognitieve aspecten NHA.
Dit document bevat al het huiswerk omtrent onderstaande inhoud en
gerichte opgestelde doelen.
Gedragswetenschappen
Het vak Gedragswetenschappen leren levert jou een schat aan kennis op. Je
bestudeert uitgebreid het menselijk gedrag. Dit doe je middels
psychologische, sociologische, biologische en filosofische inzichten.
Boeiend van begin tot eind.
Gedragswetenschap is een verzamelnaam voor wetenschappen die zich toeleggen op
de studie van het functioneren van individu en samenleving. Als één van de
hoofdvakken binnen de richting Humane Wetenschappen kan het vak
Gedragswetenschap dan ook beschouwd worden als een vak met een sterke sociaal-
culturele inslag. Zo is er binnen het vak onder andere aandacht voor hoe:
de mens zich ontwikkelt en (emotioneel) gedraagt;
de door de mens gecreëerde samenleving functioneert en hoe de mens hierop
reageert;
de mens omgaat met waarden en normen;
de mens interageert en communiceert met anderen;
waarom de mens zich soms laat verleiden tot grensoverschrijdend gedrag;
de mens zich op een creatieve, artistieke manier uit;
er aan onderzoek wordt gedaan.
Binnen de gedragswetenschappen wordt het menselijk gedrag uitgebreid
bestudeerd. Het kent dus een hele reikwijdte.
Psychologie en sociologie
Wat beïnvloedt het gedrag van de mens? Factoren die aan menselijk handelen ten
grondslag liggen, zijn biologisch, psychologisch en sociaal van aard. In de opleiding
staat dan ook het ‘biopsychosociale model’ centraal.
Uiteraard komen filosofische inzichten ook aan bod tijdens de opleiding.
Samenlevingsvraagstuk en theorieën
Je krijgt een maatschappelijk probleem uit de praktijk gepresenteerd. Je koppelt
vervolgens de theorie aan het praktijkprobleem. Zo laat je zien dat je de stof volledig
beheerst.
, 1. Huiswerkopgaven
Welke van de onderstaande wetenschappen is geen humane wetenschap?
Wiskunde
2. Welke bewering omtrent het OVUR- schema is niet juist?
C
3. Welke omschrijving leunt het dichtst aan bij de sociologie?
C
4. Intuïtieve kennis onderscheidt zich van wetenschappelijke kennis. Enerzijds
verschilt de methode van informatieverzameling. Anderzijds zijn er verschillen in
de manier waarop er wordt gezocht naar verbanden. Bespreek in een
schematisch overzicht beide verschilpunten bondig, bijvoorbeeld aan de hand
van kernwoorden. Ga in dit overzicht zowel in op intuïtieve kennis als op
wetenschappelijke kennis.
Wetenschappelijke Intuïtieve kennis
kennis
Methode van informatie Methodische en Op basis van alledaagse
verzameling systematische manier persoonlijke ervaringen,
van verhalen en
informatieverzameling. vooroordelen.
Verbanden objectief en Toevallig, subjectief, niet
Controleerbaar. controleerbaar
, 5. De wetenschappen worden ingedeeld in twee groepen.
a. Exacte wetenschap en de humane wetenschap
b. Geef bij elke groep een voorbeeld van een wetenschappelijke discipline.
c. Het onderscheid tussen beide groepen is gebaseerd op
onderzoeksonderwerpen waarover de onderzoekers kennis willen verzamelen.
Geef per groep het specifieke onderzoeksonderwerp.
Exacte wetenschap Humane wetenschap
Wiskunde, scheikunde, natuurkunde, Cultuurwetenschap, menselijke
informatica. activiteiten, zoals kunst en literatuur.
Interacties / communicaties met
omgeving.
6. Omschrijf het verschil tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en
toegepast wetenschappelijk onderzoek. Verduidelijk aan de hand van een
voorbeeld.
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek – is het gebruiken van nieuwe kennis
en het algemeen inzicht vergroten. Het verzamelen van kennis, het opbouwen
van theorieën en zoeken van verklaringen.
Toegepast wetenschappelijk onderzoek - Dit vind plaats gedurende de toepassing
van de theorie naar praktijk.
7. Het OVUR – schema bestaat uit 4 fasen en acht stappen. Som de vier fasen op.
Noteer daarna bij elke fase bondig de onderzoekstappen.
Orienteren – orienteren op onderzoeksprobleem, onderzoeksvragen formuleren.
Voorbereiden – een onderzoekplan maken
Uitvoeren – informatie verwerken adhv een methode, controleren op
betrouwbaarheid en relevantie en verwerking van gegevens. Onderzoeksvragen
beantwoorden op basis van verzamelde relevante informatie en conclusies
formuleren.
Rapporteren / reflecteren – Informatie verwerken in mondelinge of schriftelijke
presentatie. Evalueren en beoordelen van onderzoek.
8. Populatie, steekproef en proefpersonen zijn frequent gebruikte termen in
wetenschappelijk onderzoek. Maak de betekenis van deze begrippen duidelijk
door een fictief onderzoek te beschrijven waarbij u deze begrippen gebruikt.
Vanwege het toenemende personeelstekort binnen een organisatie
kinderopvang, worden de effecten en gevolgen van deze werkdruk onderzocht bij
werknemers. De populatie binnen deze organisatie bedraagt 100 - 499
werknemers. Om het onderzoek binnen een redelijke en aanzienbare tijd te
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lwalstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.