Een kwalitatieve studie naar determinanten van slaapgedrag in
Nederlandse volwassenen
Naam Achternaam
Open Universiteit
Author note
Naam student: Johan Geneugelijk
Studentnummer: 852543246
Cursusnaam: Onderzoekspracticum kwalitatief onderzoek (PB1612)
Examinator: Dirk Hoek
Tweede examinator: Julia Fischmann
Inleverdatum: 20 februari 2023
Email adres student j.geneugelijk@dehoeksteencbs.nl
Dit document mag wel worden gekopieerd en gewijzigd, maar niet worden verkocht
Op afgeleide documenten moet dezelfde licentie worden toegepast:
ook afgeleide documenten mogen niet worden verkocht.
Zie voor meer informatie https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/deed.nl
Deze tekst en het logo erboven mogen niet worden verwijderd of gewijzigd
,Determinanten van slaapgedrag 2
Samenvatting
(geen abstract, LAAT DIT LEEG)
(geen keywords, LAAT DIT LEEG)
(De opmaak van deze rapportage volgt de template voor papers volgens de 7de editie van de
APA handleiding, zie de Methodologie en statistiek community in yOUlearn en
https://apastyle.apa.org/style-grammar-guidelines)
,Determinanten van slaapgedrag 3
Een kwalitatieve studie naar determinanten van slaapgedrag in Nederlandse
volwassenen
Goed slapen is belangrijk. Tijdens de slaap treedt er herstel op en wordt energie
aangevuld (Piper, 2016). Een gezond slaapritme voor volwassenen houdt in op een vaste tijd
naar bed gaan en tussen de 7 en 9 uur slaap (Hirshkowitz et al., 2015). Te kort of te lang
slapen wordt geassocieerd met diverse gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten,
diabetes type 2, ademhalingsproblemen, overgewicht en een slechtere zelfgerapporteerde
gezondheid en welzijn (Cappuccio, et al., 2010; Piper, 2016).
Er blijkt veel variatie te zijn in slaapgedrag, waarbij de slaapduur onder meer wordt
beïnvloed door leeftijd, sociaaleconomische status, gezondheidsproblemen, depressie,
gewicht, roken, alcoholconsumptie en fysieke activiteit (Steptoe et al., 2008). Verder blijken
mannen iets korter te slapen dan vrouwen, mensen met een baan minder te slapen dan
gepensioneerden en werkzoekenden, en ouders korter te slapen dan mensen zonder kinderen,
zeker als de kinderen nog jong zijn (Piper, 2016). Met name werkende ouders met (jonge)
kinderen ervaren vaak een opvallende daling in de hoeveelheid uren slaap in vergelijking met
de periode voordat ze kinderen kregen (Richter et al., 2019). De verplichtingen als gevolg van
werk en zorg maken het voor deze doelgroep doorgaans moeilijker om tot een ideaal
slaapritme te komen. Behalve deze individuele verschillen heeft er ook een ontwikkeling
plaatsgevonden over de tijd. Als gevolg van meer uren werk, meer ploegendiensten en de 24-
uurs economie, zijn mensen over het algemeen steeds minder gaan slapen (Åkerstedt &
Nilsson, 2003). Slaap lijkt dus belangrijk voor gezondheid en welzijn, maar het lukt veel
mensen niet om stabiele gezonde slaappatronen te handhaven.
Gedragsveranderingsinterventies kunnen mensen helpen om over te stappen naar
gezondheidsbevorderende gedragingen. Gedragsveranderingsinterventies zijn doelgerichte
pogingen om mensen te ondersteunen bij gedragsverandering om zo uiteindelijk de
gezondheid of het welzijn van de doelgroep te vergroten (Peters, 2014). Om effectief te
, Determinanten van slaapgedrag 4
kunnen interveniëren is het van belang om de determinanten van een bepaald gedrag in kaart
te brengen (Peters & Crutzen, 2018).
Dit onderzoek richt zich op de psychologische constructen die slaapgedrag
voorspellen. De Reasoned Action Approach (RAA) onderstreept het belang van attitudes,
normen en waargenomen gedragscontrole bij het voorspellen van gedrag. Wat iemand zelf
vindt van bijvoorbeeld een vaste bedtijd en 7-9 uur slaap, wat de mensen in de omgeving van
deze persoon hiervan vinden en in hoeverre de persoon ervaart hier zelf controle over te
hebben, zou dus van invloed zijn op het slaappatroon.
De Reasoned Action Approach
De Reasoned Action Approach, RAA of ‘beredeneerd gedrag aanpak’ is een theorie die
gedrag kan verklaren (Fishbein & Ajzen, 2010), en dat bovendien succesvol heeft gedaan voor
verschillende gezondheidsgedragingen (Godin & Kok, 1996). Het is belangrijk om te beseffen
dat beredeneerd niet hetzelfde is als rationeel. De RAA is ook goed toepasbaar om irrationele
overwegingen in kaart te brengen, maar gaat er vanuit dat er altijd een affectieve en/of
cognitieve overweging (‘beredenering’) ten grondslag ligt aan het gedrag. De RAA stelt dat
de voornaamste determinant van gedrag de intentie om het gedrag uit te voeren is. Deze
intentie heeft meer voorspellende waarde naarmate een individu meer daadwerkelijke controle
over het gedrag heeft, en naarmate het individu de perceptie heeft meer controle over het
gedrag te hebben. Intentie wordt voorspeld door drie determinanten, waarvan de eerste twee
elk uit twee onderdelen bestaan (Fishbein & Ajzen, 2010). Zie Figuur 1 voor een
schematische weergave van de RAA.