Rechtsbescherming tegen de overheid
HC3: europeanisering van het besuursrecht: schaarse publieke rechten
Belangrijke begrippen
- Nationale institutionele autonomie: de lidstaten mogen in beginsel zelf bepalen op welke manier
ze hun staat inrichten en laten functioneren om het Unierecht na te komen (art. 4 EU-verdrag)
(begrip gebruikt door HvJEU)
- Nationale procedurele autonomie: lidstaten kunnen hun eigen nationale recht toepassen op
zaken waarin Unierechtelijke rechten of verplichtingen aan de orde zijn wanneer de EU hierover
geen dwingende bepalingen daarover heeft vastgesteld .
- Gedeelde rechtsorde: Het Unierecht geeft de norm en de nationale organen moeten ervoor
zorgen dat deze Europese normen ook daadwerkelijk toegepast en nageleefd wordt, al dan niet
na omzetting van het nationaal recht .
- Gedeeld bestuur: de EU beschikt zelf niet over een grote bestuursorganisatie die ervoor zorgt dat
al het Unierecht wordt uitgevoerd, voor de uitvoer van het Unierecht zijn ze grotendeels
afhankelijk van de nationale bestuursorganen
belangrijke beginselen
EU beginselen
Evenredigheidsbeginsel (art. 5, lid 4 VEU, 52 lid 1 Hv) bestaat uit 3 componenten:
1. Geschiktheid: de nationale maatregel moet geschikt zijn om het te beschermen belang ook
daadwerkelijk te beschermen.
2. Noodzakelijk: er moet gekozen worden voor de minst belemmerende maatregel, er mag voor het
te bereiken doel geen even doelmatige, maar minder belastend alternatief zijn
3. Proportionaliteit: de maatregel mag niet qua teweeggebrachte belasting buiten proportie staan
ten opzichte van het nagestreefde doel
Rechtszekerheidsbeginsel
Duidelijkheid, kenbaar en dwingende kracht. De nationale implementatieregels dienen duidelijk genoeg te
zijn zodat burgers kunnen weten wat hun rechtspositie is en zij zich daarop kunnen beroepen en waar
nodig hun rechtspositie in rechte kunnen verdedigen
Gelijkheidsbeginsel, non-discriminatie
,De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie,
gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die
tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de idstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt
wordt door pluralisme, nondiscriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid
van vrouwen en mannen.
Nationaal beginsel
Gelijkheidsbeginsel
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens
godsdienst, levensovertuiging. politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet
toegestaan
Unierecht algemene regels
De vier vrijheden in de Europese Unie zijn…:
Het vrije verkeer van personen
Dankzij het vrij verkeer van personen kunnen bewoners van de EU zonder restricties reizen in andere EU-
lidstaten
Het vrije verkeer van goederen
Goederen worden bij het overschrijden van de binnengrenzen van de EU niet aan controles onderworpen
en de EU vormt één enkel grondgebied. De afschaffing van douanerechten binnen de EU is gunstig voor
het onderlinge handelsverkeer van de lidstaten.
Het vrije verkeer van diensten
ledere EU-burger mag werken waar hij of zij wil. In de Dienstenrichtijn is opgenomen dat iedere EU-burger
overal mag werken, maar voor nieuwe lidstaten golden restricties
Het vrije verkoor van kapital
Het vrij verkeer van kapitaal biedt de Europese burgers tal van vriheden op financieel gebied. De Europese
Commissie heeft in 2015 het startschot gegeven voor het tot stand brengen van een echte Europese
kapitaalmarktunie. De kapitaalunie heeft als doel grensoverschrijdende investoringen binnen Europa te
stimuleren en de toegang voor (keine) bedrijven tot financiering te verbeteren
Europeanisering van het bestuursrecht
Begrip europees bestuursrecht
Bij het begrip ‘Europees bestuursrecht’ denken wij tegenwoordig vooral aan het bestuursrecht dat
verband houdt met de EU. Dit is een omvangrijk rechtsgebied. Ook het Unierecht is spectaculair
gegroeid. De literatuur en rechtspraak is overvloedig, net als de rechtspraak van nationale
bestuursrechters die het Unierecht moeten toepassen. Hier worden enkel de hoofdpunten belicht. Het
‘Europees bestuursrecht’, in de hier bedoelde betekenis, te weten EU-recht, omvat primair het
bestuursrecht dat geldt tussen de instellingen van de Unie en de lidstaten en de Europese burgers. Ten
tweede gaat het om de rechtsnormen die afkomstig zijn uit het Unierecht en die het nationale
bestuursrecht inkleuren.
Het begrip ‘Europees bestuursrecht’ kan verkeerd worden begrepen omdat het een scheiding tussen
, nationaal bestuursrecht en bestuursrecht van de Unie suggereert. Hiervan is geen sprake.
Rechtsbeginselen, algemeen verbindende voorschriften en andere rechtsnormen van Unierechtelijke
oorsprong dringen zeer diep door in het nationale bestuursrecht. Er is veel versmelting tussen de
rechtsnormen.
- Meer (economische) activiteiten zijn onder het bereik van het Unierecht gekomen
In der loop der tijd is het unierecht belangrijker is geworden. Wat zien we? Dat er steeds meer
activiteiten onder het bereik van het unirecht zijn gekomen. Dat heeft deels te maken met het
feit dat de uniewetgever (Europees parlement en raad van ministers) steeds actiever zijn
geworden om op europees regels te stellen over bepaalde activiteiten. Als je dat niet doet, wordt
het een zooitje, want dan gaat de ene land het op deze manier regelen en de andere weer op een
andere manier en dat belemmert de interne markt. dus je ziet dat er steeds meer wetgeving
komt.
o Meer Uniewetgeving (bv. Dienstenrichtlijn)
Voorbeeld hiervan is de Dienstenrichtlijn. De dienstenrichtlijn is een brede richtlijn
omdat allerlij diensten (toerisme diensten, consumentendiensten, ..) worden allemaal
beheerst door deze richtlijn.
o Ruimere impact van vrij verkeer
- Zelfs als het Unierecht niet van toepassing is, wordt het nationale bestuursrecht geïnspireerd
door het Unierecht
Zelfs als het unierecht steeds belangrijker wordt, blijft er nog een wereld waar het unierecht niks
over te zeggen heeft. Als dat zo is, dan kan het toch zo zijn dat het unierecht toch in een omvang
nog van belang blijft. Dan zie je een soort van partoon waarbij het nationale recht zich laat
inspireren door het unierecht. Het unierecht heeft zowel een direct invloed (door een uitgebreide
reikwijdte van het unierecht) als een meer indirecte invloed (het unierecht als inspiratiebron).
- Welke ruimte resteert er voor het nationale bestuursrecht?
Je zal heel vaak toch iets met het unierecht moeten doen als jij je verdiept in
consumentenbescherming, sociale zekerheid, …
Voorbeeld: evenredigheidsbeginsel
Evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb)
'De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn
in verhouding tot de met het besluit te dienen belangen.
- Unierecht: geschikt, noodzakelijk (en evenwichtig)
Het evenredigheidsbeginsel is moeilijk om uit te leggen. En zo stoeien we eigenlijk met hoe we
het evenredigheidsbeginsel moeten operanationaliseren. In het unierecht hebben we daar ook
mee geworsteld, en daar heeft men een drie traps racket ontwikkeld. Als een een
overheidsmaatregel evenredig wilt zijn, dan moet het aan 3 voorwaarden voldoen. De maatregel
moet geschikt zijn (1), het doel wat je nastreeft moet je kunnen bereiken met de maatregel. Het
moet noodzakelijk zijn (2), je moet niet hetzelfde doel met minder ingrijpende maatregelen
kunnen bereiken. De maatregel moet evenwichtig zijn (3).