Beroepsproduc
t3
1/16/2023
3.2.3
Jennifer Do Rosario Rocha 608492
HOGESCHOOL INHOLLAND
,Inhoudsopgave
................................................................................................................................................................2
Beroepsproduct 1...................................................................................................................................4
1.2 Onderbouwing..................................................................................................................................5
1.3 Verantwoording................................................................................................................................6
1.4 Uitvoering.........................................................................................................................................8
1.5 Feedback..........................................................................................................................................8
Reflectieverslag......................................................................................................................................9
Beroepsproduct 2.................................................................................................................................10
2.2 Onderbouwing................................................................................................................................11
2.3 Verantwoording..............................................................................................................................12
2.4 Activiteit.........................................................................................................................................13
2.5 Feedback........................................................................................................................................13
Reflectieverslag volgens Kolb...............................................................................................................14
Beroepsproduct 3.................................................................................................................................15
3.2 Verantwoording..........................................................................................................................16
3.3 Onderbouwing................................................................................................................................18
3.4 Uitvoering.......................................................................................................................................18
3.5 Feedback........................................................................................................................................19
Reflectieverslag Kolb............................................................................................................................20
Literatuur..............................................................................................................................................21
Bijlage...............................................................................................................................................23
1
,Inleiding
In dit verslag beschrijf ik drie beroepsproducten, die ik de afgelopen maanden op mijn stage heb
uitgevoerd. Dit doe ik allemaal binnen de kaders van mijn stage bij GGZ Rijnmond. Daarnaast houd ik
rekening met de voorwaarden en leerdoelen vanuit mijn opleiding en profiel.
2
,Organisatiebeschrijving
GGZ Rijnmond is een organisatie die zich inzet voor mensen met een ernstige psychische aandoening.
De organisatie probeert door middel van cliëntgerichte begeleiding de zelfredzaamheid van de
zorgvrager te stimuleren. Omdat niet elke cliënt hetzelfde wil en kan, heeft GGZ Rijnmond te maken
met diversiteit in de zorg. Met het bieden van diverse soorten hulp streeft GGZ Rijnmond ernaar dat
al deze verschillende mensen zich in de maatschappij als volwaardig individu kunnen ontwikkelen.
GGZ Rijnmond werkt in het belang en in het kader van haar cliënten. De organisatie respecteert het
recht van haar cliënten om hun eigen leven te bepalen en daarbij zelf beslissingen te nemen (Buitink
& Steenmeijer, 2018). In alle drie de beroepsproducten zal de werkwijze van de organisatie naar
voren komen.
Zodra een cliënt bij de organisatie wordt aangemeld, wordt een persoonlijke begeleider (PB’er)
toegewezen. Deze stelt samen met de cliënt een begeleidingsplan op. In een begeleidingsplan
worden doelen opgesteld en wordt beschreven hoe aan de doelen zal worden gewerkt. De
begeleiding begint pas als de cliënt instemt met dit begeleidingsplan.
Nadat deze stappen zijn doorlopen, wordt de client in een woonvorm geplaatst, ‘begeleid wonen’ of
‘ambulant wonen’. De keuze wordt gemaakt op basis van de ontwikkeling en situatie van de cliënt.
Begeleid wonen
Als de cliënt veel ondersteuning nodig heeft, wordt de cliënt in een woongroep geplaatst. Dit heet
begeleid wonen, waarbij de cliënt gedurende de dag ondersteund wordt bij: het koken,
huishoudelijke taken, de persoonlijke hygiëne en/of bij administratieve taken. Het doel hiervan is dat
de client zelfredzaam wordt, zodat de cliënt kan doorstromen naar een zelfstandige woning.
Ambulant wonen
Zodra een cliënt in staat is zelfstandig te gaan wonen, zal cliënt doorstromen naar een zelfstandige
woning. Cliënt wordt meerdere keren per week bezocht door de begeleiding en wordt ondersteund
waar nodig is.
Als sociaal werker vind ik dat de werkwijze van GGZ Rijnmond aansluit bij mijn eigen visie. Als sociaal
werker vind ik het belangrijk dat de motivatie intrinsiek vanuit de cliënt zelf komt. Ik ben van mening
dat je alleen op die manier de zelfredzaamheid van de cliënt kunt vergoten.
3
,Beroepsproduct 1
Hoe motiveer ik een client die een psychotische aandoening heeft?
Inleiding
Voor het leerdoel: ‘Hoe motiveer ik een client die een psychotische aandoening heeft?’
heb ik beroepsopdracht 1 gekozen, het toepassen van motiverende gespreksvoering.
Het is belangrijk dat ik leer hoe ik het beste een gesprek kan leiden. Dit zal mij namelijk helpen om
gesprekken met cliënten zelfstandig te voeren. Op dit moment vind ik het lastig om tijdens het
voeren van een gesprek het disfunctionele gedrag van de client te herkennen. Omdat ik dit niet
herken, zorgt dit voor weerstand tijdens een gesprek, omdat de client zich niet gehoord voelt door
mij.
Dit kreeg ik ook als feedback vanuit mijn stage. Ik dien het disfunctionele gedrag eerder te
herkennen, zodat ik hierop kan inspelen, om zo weerstand te vermijden of cliënt het gevoel te geven
dat hij/zij de regie over zijn/haar leven heeft.
Door middel van motiverende gespreksvoering leer je hoe je je als sociaal werker kunt verplaatsen in
de gedachtegang van de cliënt. Mijn beroepsproduct zal ik verder uitwerken door middel het
ZelCom-model. Dit model toetst het beroepsproduct op een deskundigheidsniveau (Hogeschool
Inholland, 2021-2022).
Als toekomstige sociaal werker neem ik de rol ‘sociaal werker als agoog’ aan. Deze rol wil ik vervullen
door de competenties van de ggz-agoog in te zetten, zoals het bieden van ondersteuning bij het
realiseren van gedragsverandering. De ondersteuning en behandeling richten zich op het handhaven
en versterken van de zelfredzaamheid van de cliënt (Hogeschool Inholland, 2021-2022).
Korte casusbeschrijving van cliënt
Cliënt M. is een vrouw van 65 jaar en lijdt al jaren aan schizofrenie. M. woont geheel zelfstandig
binnen de organisatie. Zo’n twee keer in de week komen wij bij de cliënt op huisbezoek. Nu M.
steeds ouder wordt, begint ze last te krijgen van ouderdomsklachten en heeft ze steeds meer hulp
nodig op het gebied van ADL. Daarbij begint M. ook vergeetachtig te worden. Wij merken dat M.
steeds meer moeite heeft met het oppakken van huishoudelijke taken en het doen van haar
boodschappen. M. begint door haar ouderdomsklachten zichzelf ook meer te verwaarlozen. Dit komt
niet alleen door de ouderdomsklachten, maar ook door de psychische aandoening van cliënt. Het
krijgen van een psychose zorgt ervoor dat de vaardigheden van de cliënt verstoord raken. Dit is te
merken aan haar vervuilde woning en vervuilde kleding (Blanken & Clijsen, 2016). M. pakt haar
persoonlijke hygiëne nauwelijks op, enkel als wij haar hiertoe aansporen. Client heeft verder geen
draagkracht om zich heen zoals familie of vrienden. Dit komt vaak voor bij ouderen, maar ook bij
cliënten met schizofrenie. Vaak zijn de onderlinge relaties van cliënt verstoord door onbegrip en/of
conflicten (Blanken & Clijsen, 2016).
Vanwege de achteruitgang van cliënt heeft GGZ Rijnmond destijds thuiszorg ingeschakeld, maar dit
was slechts voor korte duur. Client M accepteerde de zorg niet. GGZ Rijnmond wil cliënt overplaatsen
naar de ouderenpsychiatrie, maar dit kan alleen met de toestemming van cliënt zelf of een
rechtelijke machtiging. Echter, cliënt wil dit niet. Dit wordt een afweerreactie genoemd.
Wanneer iemand met schizofrenie zich bedreigd voelt, ontstaat er een afweerreactie tegenover de
omgeving van de client. De cliënt voelt zich op dat moment angstig of bedreigd (Blanken & Clijsen,
2016).
4
, 1.2 Onderbouwing
Het doel van mijn beroepsproduct was met cliënt M. in gesprek te gaan, door motiverende
gespreksvoering toe te passen.
Ik wilde bereiken dat cliënt gemotiveerd raakte om overgeplaatst te worden naar een verpleeghuis,
zonder dat cliënt hiertoe gedwongen werd via een rechtelijke machtiging.
Vanuit mijn optiek is cliënt niet meer in staat om voor zichzelf te zorgen, dit heb ik geconstateerd
tijdens de huisbezoeken. Daarnaast zijn wij als organisatie niet meer in staat om de cliënt te
ondersteunen. Cliënt haar problematiek valt onder de ouderenzorg. GGZ Rijnmond is niet
gespecialiseerd op het gebied lichamelijke klachten.
Het ondersteunen en begeleiden van ouderen met psychische problematieken vraagt om
een specifieke aanpak, omdat somatische aandoeningen bij ouderen een belangrijk rol spelen.
Hierbij kan je denken aan lichamelijke aandoeningen, levensfaseproblematiek, vermindering van
gehoor en zicht, en cognitieve stoornissen (GGZ Standaard, z.d.)
GGZ Rijnmond heeft voor de casus van M. een rechtelijke machtiging aangevraagd, zodat cliënt op
deze manier toch opgenomen kan worden in een verpleeghuis. Naar aanleiding hiervan is het mij, als
kritische beroepsoefenaar, opgevallen dat de organisatie weinig oplossingsgericht te werk gaat en
weinig gebruikmaakt van haar discretionaire ruimte. Het aanvragen van een rechtelijke machtiging is
een procedure van ongeveer drie weken. Op basis van het verzoekschrift van het CIZ beoordeelt de
rechter of een rechterlijke machtiging aan de cliënt wordt verleend of niet (Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, z.d.).
In de tussentijd werd niks meer gedaan met de problematiek van cliënt. Echter, als sociaal werkers
dienen wij actief en ondernemend te opereren, betrokken te zijn bij de zwakken in de samenleving,
en betrokken zijn bij het welzijn en de ontwikkeling van de cliënt en zijn sociale omgeving (Buitink &
Steenmeijer, 2018).
Ik ben van mening dat GGZ Rijnmond breder naar de situatie van cliënt M had kunnen kijken en dat
ze in de tussentijd naar andere oplossingen hadden kunnen zoeken. Want zoals ik al aangaf weten
organisaties vooraf niet of de machtiging verleend wordt. Door drie weken te wachten, neemt de
kans toe dat de problematiek van cliënt verergert.
Ik ben toen onderzoek gaan doen naar de Wet zorg en dwang (Wzd).
De Wzd regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking en/of een
psychogeriatrische aandoening (zoals dementie), die onvrijwillige zorg krijgen. De wet gaat uit van
een stappenplan waarbij onvrijwillige zorg in principe niet wordt toegepast, tenzij sprake is van een
ernstig nadeel voor de patiënt of zijn omgeving (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
z.d.).
In de theorie wordt aangegeven dat een zorgorganisatie eerst vooraf een stappenplan moet nalopen,
voordat ze overgaan tot gedwongen opname. Dit heeft GGZ Rijnmond echter niet gedaan in de
procedure van M. Nadat M. had aangegeven zich niet te willen laten opnemen, is verder niks meer
gedaan met haar problematiek. M. bleef wel huisbezoeken en ondersteuning ontvangen, maar er
werd verder niet naar een andere oplossing gekeken. Het gevolg hiervan was dat de problematiek
van M. complexer werd. Hierdoor konden wij, tijdens de huisbezoeken, cliënt geen goede zorg meer
verlenen.
Als kritische beroepsoefenaar ben ik van mening dat hoe moeilijk een casus ook is, voor elk probleem
een passende oplossing moet worden gevonden. Dat is het vertrekpunt van oplossingsgericht
werken en mijn eigen visie (Movisie, 2017).
5