Keuzedeel: palliatieve zorg.
Naam:
Studentnummer:
Klas:
Studieloopbaan begeleider:
Praktijkbegeleider:
,Inhoudsopgave
Oriëntatie................................................................................................................................................ 4
Wat houdt palliatieve zorg in?............................................................................................................. 4
Met welke disciplines werk ik vooral samen in de palliatieve fase?.....................................................4
Met welke informele zorgverleners werk ik samen?............................................................................4
Wat zijn de meest voorkomende problemen in de palliatieve fase bij mijn zorgvragers?....................4
Wat zijn de mogelijkheden met betrekking tot euthanasie en palliatieve sedatie bij ons op de
afdeling?............................................................................................................................................. 4
Wordt er gebruik gemaakt van complementaire zorg?........................................................................4
Welke nazorg word er geboden na het overlijden van een zorgvrager?.............................................4
Patyna en palliatieve zorg....................................................................................................................... 5
Opdracht 1: Planning.............................................................................................................................. 7
Opdracht 2 deel A: Verdieping in kennis en vaardigheden.....................................................................8
Wat is mijn visie op de palliatieve zorg?............................................................................................... 10
Opdracht 2 deel B: Bespreking met werkbegeleider.............................................................................10
Opdracht 3: Oefen het verlenen palliatieve zorg...................................................................................11
Verantwoordingsverslag....................................................................................................................... 12
Bronvermelding..................................................................................................................................... 14
Bijlagen................................................................................................................................................. 15
Bijlage 1: Welke 4 fases zijn er in de palliatieve zorg?......................................................................15
1. Ziektegerichte palliatie.................................................................................................................. 15
2. Symptoomgerichte palliatie........................................................................................................... 15
3. Palliatie in de stervensfase............................................................................................................ 15
4. Nazorg........................................................................................................................................... 15
Bijlage 2: De meest voorkomende lichamelijke en psychische problemen in palliatieve fase...........15
Bijlage 3: Wet en Regelgeving.......................................................................................................... 19
WGBO Wet....................................................................................................................................... 19
Wet regelgeving palliatieve sedatie................................................................................................... 19
Euthanasiewet................................................................................................................................... 19
Bijlage 4: De meest gebruikte medicatie rondom palliatieve zorg.....................................................20
Bijlage 5: Meetinstrumenten bij palliatieve zorg................................................................................23
Examenverslag..................................................................................................................................... 26
Casus................................................................................................................................................ 26
Medische Geschiedenis.................................................................................................................... 26
Situatie.............................................................................................................................................. 26
fase palliatie in de stervensfase........................................................................................................ 29
Nagesprek......................................................................................................................................... 30
Nawoord............................................................................................................................................... 32
,Voorwoord
Wie ik ben en waarom ik voor dit keuzedeel he gekozen.
3
,Oriëntatie.
Wat houdt palliatieve zorg in?
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte
meer mogelijk is. Hierbij kan je denken aan bijvoorbeeld kanker, wanneer die is uitbehandeld, maar
ook aan dementie, COPD en hartfalen. Dit zijn verschillende ziekten waar mensen niet van kunnen
genezen.
Hoe lang palliatieve zorg duurt verschilt per persoon. Dit kan soms dagen, weken, maar soms ook
jaren duren. Palliatief betekent: verzachtend. Palliatieve zorg is niet gericht op genezing, maar op het
welzijn van de mens.
De definitie van palliatieve zorg in het kwaliteitskader palliatieve zorg van Nederland is als volgt
omschreven: Palliatieve zorg is zorg die de kwaliteit van het leven verbetert van cliënten en hun
naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid, door het
voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige
beoordeling en behandeling van problemen met fysieke, psychische, sociale en spirituele aard.
Gedurende het beloop van de ziekte of kwetsbaarheid heeft palliatieve zorg oog voor het behoud van
autonomie, toegang tot informatie en keuzemogelijkheden.
Met welke disciplines werk ik vooral samen in de palliatieve fase?
De cliënt krijgt in de palliatieve fase te maken met verschillende klachten en problemen. Hiervoor zal
hij dan ook te maken krijgen met verschillende zorgverleners, zoals een (huis)arts, fysiotherapeut,
ergotherapeut, psycholoog of een geestelijk verzorger. Dit noemen we multidisciplinaire
samenwerking.
Met welke informele zorgverleners werk ik samen?
Informele zorg gaat over alle zorg die niet vanuit een beroep verleend wordt en waar geen loon
tegenover staat. Dit gaat over de mantelzorger(s), een actief sociaal netwerk, burgerinitiatieven en
vrijwilligers. In Nij Mariënacker wordt voornamelijk samengewerkt met het sociale netwerk en de
mantelzorgers.
Wat zijn de meest voorkomende problemen in de palliatieve fase bij mijn
zorgvragers?
Het meest voorkomende bij ons is pijn, vermoeidheid, angst en dyspneu. Kanker en hartfalen zijn de
meest voorkomende ziektes bij ons. Vaak komen er problemen bij als decubitus. In de palliatieve fase
kunnen er ook klachten met de spijsvertering optreden zoals braken, misselijkheid, ileus of ascites.
Een delier is ook een veel voorkomend probleem.
Wat zijn de mogelijkheden met betrekking tot euthanasie en palliatieve sedatie
bij ons op de afdeling?
Palliatieve sedatie is een veel voorkomende zorg en wordt bij ons besproken door de huisarts met de
cliënt in een ACP gesprek. De huisarts zal dit doornemen met de cliënt, zodat hij kan beoordelen hoe
de cliënt hier tegenover staat. Euthanasie gebeurd bij ons een enkele keer. Hier bieden wij met name
ondersteuning en een luisterend oor als een cliënt dit graag wil. Verder wordt dit geregeld door de
huisarts.
Wordt er gebruik gemaakt van complementaire zorg?
Bij ons in de instelling is een waakmand, hierin zitten crèmes, geurverspreider, oliën en kaarsen. In de
laatste dagen van de complementaire zorg, wordt hier gebruik van gemaakt, maar verder wordt dit bij
ons weinig gedaan.
Welke nazorg word er geboden na het overlijden van een zorgvrager?
Na overlijden laten wij de keus aan de familie. De familie kan kiezen tussen dat wij het zelf doen of dat
de familie het zelf doet of het kan worden overgelaten aan een ander. Wanneer wij observeren dat
een familie er veel moeite mee heeft of bijvoorbeeld de partner is nog wel bij ons, dan kunnen wij een
luisterend oor bieden of eventueel hulp inschakelen van een psycholoog. Ongeveer 6 weken na het
4
, overlijden hebben wij nog een gesprek met de familie om te kijken hoe zij het ervaren hebben en of er
nog verbeterpunten zijn.
Opdracht 1: Visie.
Patyna en palliatieve zorg.
Wat is de visie van Patyna op palliatieve zorg?
Patyna wil mensen in de laatste levensfase en hun naasten warme, professionele zorg en
ondersteuning bieden, die nauw aansluit bij de behoeften en wensen.
Daarbij zien we de cliënten onlosmakelijk verbonden zijn met zijn naasten.
Patyna ziet palliatieve zorg als “zorg voor mensen die leven in het zicht van de dood”.
Patyna maakt gebruik van het kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland om invulling te geven aan
palliatieve zorg en omarmt de kernwaarden zoals beschreven in het kader als basiswaarden van
goede zorg aan haar cliënten in de palliatieve fase en diens naasten.
Welke kernwaarden hanteert Patyna bij het geven van palliatieve zorg?
Ieder mens is uniek en zorg wordt geboden met respect voor de autonomie voor de cliënt en
afgestemd op de eigenheid en de kwaliteit van leven zoals elk mens deze definieert of ervaart.
De zorgverlener gaat met de cliënt en diens naasten een relatie aan gebaseerd op wederzijds
respect.
De zorgverlener werkt nauw samen met de familie; gezamenlijk met cliënt en diens naasten
worden afspraken gemaakt t.a.v. zorg en ondersteuning. Welke rol hebben de naasten in
praktische zaken en hoe wordt dit de komende periode vorm gegeven?
De zorg wordt afgestemd op de (inter-) persoonlijke, culturele en levensbeschouwelijke
waarden, normen, wensen en behoeften rondom leven, ziek zijn en sterven van de cliënt en
diens naasten.
De zorgverlener heeft oog voor de grote impact die de naderende dood heeft voor de cliënt en
dienst naasten.
Wat houden deze kernwaarden in voor gedrag en houding?
De cliënt en/of diens naasten de regie heeft over de zorg en bepaalt hoe en welke naasten en
welke zorgverleners betrokken zijn.
Alle zorg verleend wordt met het oog voor:
- Veiligheid, geborgenheid zonder oordeel.
- Ruimte voor zelfverwerkelijking.
- Continuïteit
- Privacy en vertrouwelijkheid
- Efficiënt zijn, herhaling en dubbelingen voorkomend.
- Wet en regelgevingen.
Effectieve communicatie samen met gezamenlijke besluitvorming en proactieve zorgplanning
de basis voor zorgverlening waarin de cliënt en diens naasten centraal staan.
De zorg multidimensionaal van aard is en er aandacht is voor welbevinden op zowel fysieke,
psychische, sociale en spirituele dimensies.
De geboden zorg recht doet aan de waarden, wensen, behoeften en omstandigheden van de
cliënt en dienst naasten.
Samen met de cliënt en diens naasten worden alle dimensies proactief geïnventariseerd en
worden afspraken vastgelegd ( voor situaties waarin kan worden volstaan met alledaagse
aandacht, waarin begeleiding noodzakelijk is of waarin crisisinterventie noodzakelijk is).
Palliatieve zorg interdisciplinair wordt geleverd in nauwe samenwerking met cliënt en dienst
naasten.
De zorg geleverd wordt op basis van de best beschikbare bewijsvoering.
Zorgverleners oog hebben voor zichzelf en voor collega’s. Medewerkers zijn zich bewust van
de emotionele impact die het leveren van palliatieve zorg op hen kan hebben, kunnen op
eigen handelen reflecteren en hebben oog voor innerlijke balans.
5