Privaatrecht samenvatting blok 1
Hoofdstuk 1,3,4,9,10,11,12,13,14
Hoofdstuk 1 Inleiding privaatrecht
Rechtsregels zijn regels die meer inhouden dan een normale regel je kunt ze onderscheiden”
- Juridisch relevant
- Rechtens afdwingbaar
Je hebt twee soorten rechtsgebieden
Publiekrecht dit is wanneer de overheid erbij betrokken is.
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
- Belastingrecht
- Strafrecht
Privaatrecht (juridische) relatie tussen burgers onderling.
- Personen en familierecht
- Ondernemingsrecht
- Vermogensrecht
Dwingend recht, er is een regel vastgelegd waar je niet van mag afwijken. De sanctie hiervan
is nietigheid (juridisch heeft de afspraak geen zeggenschap).
Aanvullend recht, is van toepassing als je zelf geen regels hebt opgesteld.
Wetten zijn er in formele zin en in materiele zin.
Materieel inhoud van rechtsregels.
Formeel recht handhaaft de regels van het materieel recht.
Ook is het er objectief- en subjectief recht.
Objectief recht alle geldende rechtsregels in Nederland.
Subjectief recht het vloeit voort uit het objectief recht. Het is een persoonlijk recht.
Rechtsregels komen voort uit rechtsbronnen. Voorbeelden van rechtsbronnen:
- De wet, alles wart hierin wordt opgenomen zijn rechtsregels.
- Internationale regelingen, op hoger niveau dan Nederlands niveau worden regels
gemaakt.
- Jurisprudentie, alle uitspraken van rechters in Nederland.
- Gewoonterecht, rechtsregels die tot stand komen in een beperkte groep. (Men weet
onderling hoe het gaat).
- Ongeschreven recht, alles wat niet opgeschreven is maar ment vindt het wel redelijk.
Gebaseerd op redelijkheid.
De rangorde binnen wettelijke regelingen:
- Hogere regelingen gaan altijd boven lagere regelingen.
- Jong gaat altijd boven oud. (Leeftijd van de wet)
- Een bijzonder geval gaat boven een algemene regeling.
,Hoofdstuk 3 de Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling van een rechtssubject, welke een rechtsgevolg heeft
dat beoogd (Het is de bedoeling) is. Een rechtshandeling kan eenzijdig of meerzijdig zijn.
Eenzijdig, het rechtssubject kan alleen een rechtsgevolg in het leven roepen. Een partij moet
de prestatie leveren.
- Aan een specifieke partij is een ‘eenzijdige gerichte’ rechtshandeling.
- Een advertentie op marktplaats is niet gericht op 1 iemand dus is het een ‘ongerichte
eenzijdige’ rechtshandeling.
Meerzijdig, je hebt meerdere rechtssubjecten nodig om het rechtsgevolg in het leven te
roepen.
Er worden vereisten gesteld voor een totstandkoming van een rechtshandeling.
1. Een handelingsbekwaam rechtssubject.
2. Een op een rechtsgevolg gerichte wil, je moet het echt willen.
3. Een verklaring waarin de wil is geopenbaard.
De rechtshandeling komt tot stand als de verklaring van e persoon tot wie zij gericht is heeft
bereikt. Dit is de ontvangsttheorie.
Nietigheid, de rechtsregels is in strijd met het dwingend recht en wordt niet erkend.
Hierdoor wordt het direct niet rechtsgeldig.
Vernietigbaar, de rechtshandeling is wel gewoon rechtsgeldig maar kan zelf vernietigbaar
worden verklaard.
Het gevolg van nietigheid/vernietigbaarheid is dat het een terugwerkende kracht heeft, de
gevolgen zijn achteraf nooit ontstaan.
Bij wilsgebreken wordt de rechtshandeling ook nietig verklaard. Er zijn 4 vormen
1. Bedreiging, iemand wordt dusdanig beïnvloed.
2. Bedrog, misleidend gedrag.
3. Misbruik, er wordt misbruik gemaakt van een bepaalde situatie met de
totstandkoming van de rechtshandeling
4. Dwaling, er wordt uitgegaan van verkeerde voorstelling van zaken.
, Hoofdstuk 4 vertegenwoordiging
Vertegenwoordiging is het optreden voor iemand. Er zijn 3 soorten vertegenwoordiging
maar er worden er maar 2 behandeld.
1. Eigenlijke vertegenwoordiging (volmacht), voor rekening en in naam van iemand
anders optreden. Er wordt namens iemand anders een rechtshandeling verricht, deze
rechtsgevolgen treden dus in voor de vertegenwoordigde. De vertegenwoordiger is
dus zelf geen partij.
2. Oneigenlijke vertegenwoordiging, voor rekening van iemand anders maar in eigen
naam optreden.
Het ontstaan van vertegenwoordiging kan via de wet of via een volmacht.
Volmacht, er moet een bevoegdheid zijn verstrekt om in naam van de ander een
rechtshandeling te kunnen verrichten.
Handelingsonbekwaamheid, wanneer dit van toepassing is kan deze persoon geen
rechtshandelingen verrichten.
Bij onbevoegde vertegenwoordiging:
- Er is geen sprake van volmacht
- Er is wel volmacht maar de gevolmachtigde houdt zich niet aan de opdracht.
Er zijn 2 uitzonderingen
- Opgewekte schijn, de volmachtgever heeft schijn gewekt dat de gevolmachtigde
bevoegd was.
- Bekrachtiging, de volmachtgever heeft de rechtshandeling alsnog bekrachtigd.