100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Week 1-4 CMI artikelen €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Week 1-4 CMI artikelen

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle artikelen samengevat week 1-4 in het Nederlands

Voorbeeld 2 van de 11  pagina's

  • 9 maart 2023
  • 11
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (22)
avatar-seller
Rachel_HW
Samenvatting artikelen tentamen week 1 t/m 4
Week 1
Artikel 1: Clark, H.H., & Brennan, S.E. (1991). Grounding in communication. In L.B. Resnick, J. Levine,
& S.D. Teasley (Eds.), Perspectives on socially shared cognition (pp. 127-149). Washington, DC: APA.
Het artikel "Grounding in Communication" door Clark en Brennan (1991) introduceert en beschrijft
het concept van grounding in communicatie. Grounding verwijst naar het proces waarbij sprekers en
luisteraars een gemeenschappelijk referentiekader creëren en behouden om de betekenis van de
uitgewisselde informatie te begrijpen en te delen. Het artikel bespreekt de verschillende niveaus van
grounding die betrokken zijn bij effectieve communicatie.
Niveau 1: grounding dat wordt besproken, is het situatieniveau. Dit verwijst naar de
gemeenschappelijke kennis die sprekers en luisteraars hebben over de fysieke context waarin de
communicatie plaatsvindt. Het omvat zaken als de locatie, de tijd en de omstandigheden van de
communicatie. Om op dit niveau te grounden, moeten sprekers en luisteraars de relevante
kenmerken van de situatie benadrukken en begrijpen, zoals waar ze zijn, wie er aanwezig is en wat er
gebeurt.
Niveau 2: grounding is het taalniveau, wat verwijst naar de manier waarop sprekers en
luisteraars de taal gebruiken om hun boodschap over te brengen. Dit omvat zaken als het delen van
een taal en het hebben van een gedeeld begrip van de grammaticale en semantische regels van die
taal. Om op dit niveau te grounden, moeten sprekers en luisteraars er zeker van zijn dat ze dezelfde
taal spreken en de juiste taalregels gebruiken.
Niveau 3: grounding is het lexicale niveau, wat verwijst naar de betekenis van individuele
woorden en uitdrukkingen. Om op dit niveau te grounden, moeten sprekers en luisteraars er zeker
van zijn dat ze dezelfde betekenis hechten aan specifieke woorden en uitdrukkingen die in de
communicatie worden gebruikt.
Niveau 4: grounding is het conceptuele niveau, wat verwijst naar de bredere ideeën en
concepten die in de communicatie worden uitgewisseld. Om op dit niveau te grounden, moeten
sprekers en luisteraars een gemeenschappelijk begrip hebben van de bredere concepten en ideeën
die in de communicatie worden besproken.
Het artikel bespreekt ook de verschillende strategieën die sprekers en luisteraars gebruiken
om te achterhalen of hun referentiekader overeenkomt en hoe ze het referentiekader kunnen
aanpassen als dat niet het geval is. Deze strategieën omvatten het stellen van vragen, het bevestigen
van veronderstellingen en het verduidelijken van misverstanden. Het concept van grounding heeft
implicaties voor communicatieonderzoek en voor de ontwikkeling van technologieën voor mens-
machine-interactie. Het begrijpen van grounding kan helpen bij het ontwerpen van
communicatiesystemen die effectief en efficiënt zijn, waarbij de communicatie tussen mensen en
machines soepeler verloopt. In het artikel worden verschillende voorbeelden gegeven om het
concept van grounding te illustreren, waaronder voorbeelden van alledaagse gesprekken en
voorbeelden uit de literatuur. De auteurs benadrukken dat grounding een dynamisch proces is dat
voortduurt

Artikel 2: Dennis, A.R., Fuller, R.M., & Valacich, J.S. (2008). Media, tasks, and communication
processed. A theory of media synchronicity. MIS Quarterly, 32(3), 575-600. doi:10.2307/25148857
In hun artikel "Media, taken en communicatieprocessen: een theorie van mediabevatting" hebben
Dennis, Fuller en Valacich (2008) een theorie van mediabevatting ontwikkeld die probeert uit te
leggen hoe verschillende communicatiemedia de prestaties beïnvloeden van taken die coördinatie en
samenwerking vereisen tussen teamleden. De theorie stelt dat verschillende media verschillende
niveaus van synchroniciteit hebben, of het vermogen om de coördinatie van de communicatie van
teamleden te ondersteunen.

, De auteurs identificeren twee fundamentele dimensies van communicatie: conveyance en
convergence. Conveyance verwijst naar het vermogen van een communicatiemedium om informatie
over te brengen, terwijl convergence verwijst naar het vermogen van een medium om teamleden in
staat te stellen hun aandacht en acties te richten op een gemeenschappelijk doel. De auteurs stellen
dat media met hoge niveaus van synchroniciteit in zowel conveyance als convergence, zoals face-to-
face-communicatie, het meest geschikt zijn voor taken die hoge niveaus van coördinatie en
samenwerking vereisen, terwijl media met lage niveaus van synchroniciteit, zoals e-mail of voicemail,
het meest geschikt zijn voor individueel werk.
Om hun theorie te testen, voerden de auteurs een laboratoriumexperiment uit met 192
deelnemers die willekeurig werden toegewezen aan een van de drie experimentele omstandigheden:
face-to-face communicatie, instant messaging of e-mail. Deelnemers werd gevraagd om twee taken
uit te voeren: een besluitvormingstaak en een onderhandelingstaak. De besluitvormingstaak vereiste
van deelnemers dat ze een reeks kandidaten voor een baan rangschikten op basis van hun
kwalificaties, terwijl de onderhandelingstaak het onderhandelen met een zakenpartner over een
distributiedeal betrof.
De resultaten toonden aan dat de face-to-face communicatie groep beter presteerde dan de
andere twee groepen op beide taken, terwijl de instant messaging groep beter presteerde dan de e-
mailgroep op de onderhandelingstaak. De auteurs betogen dat de resultaten hun theorie van
mediabevatting ondersteunen, die voorspelt dat hoog-synchrone media zoals face-to-face
communicatie het meest geschikt zijn voor taken die hoge niveaus van coördinatie en samenwerking
vereisen, terwijl laag-synchrone media zoals e-mail het meest geschikt zijn voor individueel werk.
De auteurs bespreken ook de implicaties van hun theorie voor het ontwerp van
samenwerkende systemen en suggereren dat ontwerpers rekening moeten houden met de
synchroniciteit van communicatiemedia bij het ontwerpen van systemen om teamcoördinatie en
samenwerking te ondersteunen. Ze concluderen door te benadrukken dat er verder onderzoek nodig
is om de theorie van mediabevatting te verfijnen en uit te breiden en de toepassingen ervan op
verschillende contexten van communicatie en samenwerking te verkennen.

Artikel 3: Mennecke, B.E., Valacich, J.S., & Wheeler, B.C. (2000). The effects of media and tasks on
user performance: A test of the media fit hypothesis. Group Decision and Negotiation, 9, 507-529.
doi:10.1023/A:1008770106779
Mennecke, Valacich en Wheeler (2000) voerden een onderzoek uit om de media-fit hypothese te
testen, die suggereert dat taakprestaties worden beïnvloed door de overeenstemming tussen de
kenmerken van de taak en de media die worden gebruikt om deze uit te voeren. De auteurs stelden
dat verschillende soorten media unieke kenmerken hebben die prestaties op bepaalde taken kunnen
verbeteren of belemmeren.
Het onderzoek omvatte 127 deelnemers die willekeurig werden toegewezen aan een van de
vier experimentele omstandigheden: een face-to-face communicatiegroep, een groep met alleen
audio, een videoconferencing-groep en een groep met alleen tekst. Deelnemers werd gevraagd om
twee taken uit te voeren: een besluitvormingstaak en een onderhandelingstaak. De
besluitvormingstaak bestond uit het rangschikken van een reeks sollicitanten op basis van hun
kwalificaties, terwijl de onderhandelingstaak onderhandelingen met een zakenpartner over een
distributiedeal inhield.
De resultaten toonden aan dat de gebruikte media een significant effect hadden op de
taakprestaties. De face-to-face groep presteerde significant beter op de onderhandelingstaak dan de
andere drie groepen. De groep met alleen audio presteerde beter dan de groep met alleen tekst bij
de besluitvormingstaak. Er was echter geen significant verschil tussen de videoconferencing- en face-
to-face-groepen bij beide taken.
De auteurs concludeerden dat de media-fit hypothese gedeeltelijk werd ondersteund door
de resultaten van het onderzoek. De bevindingen suggereren dat de effectiviteit van
communicatiemedia afhankelijk is van de aard van de uitgevoerde taak. Het onderzoek biedt

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rachel_HW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
  Kopen