100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Integrale veiligheidskunde bestuursrecht (eindcijfer: 8) €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Integrale veiligheidskunde bestuursrecht (eindcijfer: 8)

 23 keer bekeken  1 keer verkocht

In dit document wordt het bestuursrecht samengevat. Hier wordt er van de introductie gewerkt naar de bevoegdheden en spelregels van het openbaar bestuur naar het bestuursprocesrecht. Met deze samenvatting heb ik het vak met een 8 kunnen afronden en jij hopelijk ook!

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 10 maart 2023
  • 6
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (10)
avatar-seller
stanharmsen
Bestuursrecht

Bronnen bestuursrecht zijn:
 Internationale verdragen
 Grondwet
 Algemene wet bestuursrecht en bijzonder bestuursrecht
 Provinciale en gemeentelijke verordeningen
 Jurisprudentie
 Gewoonte

Bij bestuursrecht zijn er 3 belangrijke begrippen:

Bestuursorgaan 1:1 lid 1 Awb
Bestuursorganen worden verdeelt onder 2 verschillende groepen:
 A-orgaan  een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (1:1
lid 1 onder a Awb).
o Bij A-organen gaan er gedacht worden aan de uitvoerende en wetgevende macht
van de trias politica.
 B-orgaan  een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (1:1 lid 1 onder
b Awb).
o Bij B-organen kan er gedacht worden aan vaak particuliere bedrijven die met
bepaalde werkzaamheden als B-orgaan optreden. Bijvoorbeeld een garage die een
APK keuring uitvoert. Het A-orgaan in dit voorbeeld is het CBR. Het CBR kan alleen
niet alle auto’s in heel Nederland controleren en laat dus sommige garages deze
keuring uitvoeren. Wanneer een garage een apk uitvoert zijn zij een B-orgaan. Bij de
normale werkzaamheden zijn zij gewoon een particulier bedrijf.
 ZBO  Bij een zelfstandig bestuursorgaan kan er gedacht worden aan die op rijksniveau
handelen en dus niet gedecentraliseerd zijn (denk aan het rijk dat gedecentraliseerd is in
provincies en gemeentes).
o Bij een ZBO kan er gedacht worden het UWV, SVB, DUO, CBS, belastingdienst etc.
Uitzonderingen op bestuursorganen staan vermeld in 1:1 lid 2 Awb.

Bestuursorganen kunnen hun bevoegdheid op 3 manieren krijgen:
1. Attributie 10: 21 en 10: 22 Awb bevoegdheid vanuit de wet
2. Delegatie 10:13 t/m 10:21 Awb een bevoegdheid wordt overgedragen waarbij diegene die
de bevoegdheid weg geeft de delegans wordt genoemd en diegene die de bevoegdheid
ontvangt de delegataris wordt genoemd. (delegans <-> delegataris)
a. Wanneer de bevoegdheid wordt overgedragen is de delegans haar bevoegdheid
kwijt. De delegataris mag de bevoegdheid vervolgens uit eigen naam uitoefenen. De
delegans mag haar bevoegdheid wel weer terug nemen.
3. Mandaat 10:1 t/m 10:12 Awb bevoegdheid om in naam van een ander te handelen, maar
zonder daarbij horende verantwoordelijkheid. (mandans <-> mandataris)
a. Diegene die zijn mandaat verleent wordt de mandans genoemd, diegene die
mandaat ontvangt wordt mandataris genoemd. Mandataris voert de bevoegdheid uit
naam van de mandans uit. Verschil met delegatie is dat bij mandaat de
oorspronkelijke eigenaar (mandans) zijn bevoegdheid niet kwijt raakt en dus zelf ook
mag uitvoeren.

Een bestuursorgaan kan zowel feitelijke als rechtshandelingen doen. (Bestuurshandelingen)
Feitelijke handeling  een handeling zonder beoogd rechtsgevolg.
Rechtshandeling  een handeling met beoogd rechtsgevolg.

, Voor bestuursrecht zijn alleen de rechtshandelingen interessant. Een besluit is een rechtshandeling
en alleen een bestuursorgaan mag een besluit nemen.

Besluit
In bestuursrecht kennen we 2 verschillende besluiten:
1. Besluit 1:3 lid 1  schriftelijke beslissing | afkomstig van een bestuursorgaan | met een
publieksrechtelijke rechtshandeling.
a. Een besluit moet dus schriftelijk kenbaar worden gemaakt aan de aanvrager
(belanghebbende) en moet afkomstig zijn van een A-orgaan. Als laatste moet deze
beslissing publiekrechtelijk zijn (geld dus voor een groep mensen en niet voor maar
één iemand).
i. Voorbeelden zijn verordeningen, een bestemmingsplan of beleidsregel
2. Beschikking 1:3 lid 2  een besluit | van niet algemene strekking | met inbegrip van de
afwijzing van een aanvraag daarvan.
a. Een verschil met een besluit is dat een beschikking dus niet persé schriftelijk kenbaar
gemaakt hoeft te worden en dat een beschikking alleen voor een individu of een
concrete zaak geldt.
i. Voorbeelden zijn vergunningen, last onder dwangsom, benoeming van een
ambtenaar in functie etc.
Een beschikking is dus altijd een besluit, maar een besluit is niet altijd een beschikking!

Tijdens het nemen van een besluit moet een bestuursorgaan zich houden aan de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur (abbb). Deze beginselen zijn er zodat het bestuursorgaan, tijdens
het nemen van een besluit, aan de wet gebonden is.

De beginselen worden verdeelt onder 2 groepen:
Formele beginselen:
1. Legaliteitsbeginsel  bevoegdheid van bestuursorgaan moet gebaseerd zijn op de wet
2. Zorgvuldigheidsbeginsel 3:2 Awb overheid moet een besluit zorgvuldig, volgens
procedures, nemen.
3. Motiveringsbeginsel 3:46 Awb overheid moet haar besluiten goed motiveren.
4. Rechtszekerheidsbeginsel  overheid moet haar besluiten zo formuleren dat de
belanghebbende precies weet waar hij aan toe is en wat de overheid van hem verlangt.
5. Fair-play beginsel 2:4 Awb eerlijke behandeling van een besluit. Geen vooringenomenheid
of partijdigheid.
6. Verbod op détournement de procedure 3:3 Awb  Er mag geen lichtere procedure worden
gevolgd om tot een besluit te komen, wanneer daarvoor een met meer waarborgen omklede
procedure openstaat
Materiële beginselen:
1. Specialiteitsbeginsel 3:4 lid 1 Awb de overheid mag de bevoegdheid alleen gebruiken voor
het doel waarvoor de wet deze bevoegdheid heeft gegeven.
2. Evenredigheidsbeginsel 3:4 lid 2 Awb  De overheid moet ervoor zorgen dat de lasten of
nadelige gevolgen van een overheidsbesluit voor een burger niet zwaarder zijn dan het
algemeen belang van het besluit.
3. Materiele rechtszekerheidsbeginsel  Een burger die gedurende een ruime periode een
bepaalde rechtspositie heeft opgebouwd, mag er in principe op vertrouwen dat deze
rechtspositie kan worden voortgezet, dan wel dat hij bij gewijzigd beleid gecompenseerd
wordt.
4. Gelijkheidsbeginsel art. 1 Grondwet overheid moet gelijke gevallen op gelijke wijze
behandelen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stanharmsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd