Leerdoelen:
a. De student kan aangeven wat belangrijke begrippen, regels en beginselen van het
omgevingsrecht inhouden en de betekenis hiervan uitleggen.
b. De student kan in een bestuursrechtelijke casus beoordelen voor welke activiteiten
een omgevingsvergunning op grond van de Wabo aangevraagd dient te worden.
c. De student kan in eigen woorden het begrip ‘gefaseerde vergunningverlening’
uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
d. De student kan aangeven wat belangrijke procedures in het omgevingsrecht
inhouden.
Wat is omgevingsrecht
Het recht dat betrekking heeft op de ordening en bescherming van de fysieke leefomgeving
Wat is fysieke leefomgeving
Omgeving van de mens. Functies woning, natuur, dieren.
omgevingsproblemen = wanneer functies gaan botsen met elkaar
Deze omgevingsproblemen kunnen op twee manieren worden opgelost
1. Ordenen – creëren van afstand, ruimtelijke ordening (waar bouwen, waar wonen)
2. Beschermen fysieke leefomgeving – door het geven van regels in vergunning,
algemene regels
Omgevingsrecht milieu is onder te verdelen in 4 deelgebieden
- Afval
- Lucht
- Natuur
- Water
Belangrijkste instrument in het omgevingsrecht is de omgevingsvergunning = een
geintegreerde vergunning voor meerdere plaatsgevonden activiteiten.
Als een burger of bedrijf een project wil realiseren in die fysieke leefomgeving, dan dient hij
waarschijnlijk een omgevingsvergunning aan te vragen. Het project kan dus bestaan uit
meerdere plaatsgebonden activiteiten.
Wat is een plaatsgebonden activiteit? Dit MOET plaats vinden op één bepaalde plek in de
fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld het bouwen van een huis, het openen van een bedrijf.
Deze worden gebouwd/gevestigd en blijven daar jarenlang staan.
Wat is dan geen plaatsgebonden activiteit? Bijvoorbeeld kermis, die wordt ergens opgezet,
opgeruimd en weer ergens anders opgezet. Evenementen en festivals vallen ook buiten het
omgevingsrecht.
,Wat is er nu zo bijzonder aan een omgevingsvergunning? Dat deze is geïntegreerd. Je kunt
toestemming aanvragen voor meerdere activiteiten. Bijvoorbeeld een boom moeten kappen
om daar te bouwen. In een vergunning vraag je dan om te mogen kappen én te bouwen. Dit
doe je uiteindelijk ook bij één loket vraag je één vergunning voor meerdere activiteiten aan
één bevoegd gezag (meestal college B&W), er is één procedure voor behandeling aanvraag
en er is één procedure voor rechtsbescherming.
Voor welke activiteiten kun je nu een omgevingsvergunning aanvragen? De activiteiten staan
allemaal genoemd in 2.1 en 2.2 Wabo. Beide artikelen geven een lijst van activiteiten waarbij
je een vergunning MOET aanvragen. Verschil tussen deze activiteitenlijsten?
- Voor de activiteiten die in art 2.1 Wabo staan heb je altijd een vergunning nodig.
- Voor de activiteiten die in art 2.2 Wabo staan heb je alleen een vergunning nodig als
de lokale verordening (APV) aangeeft dat er een vergunning voor nodig is.
Hoe zit het dan eigenlijk met autonomie? Is dit niet in strijd met autonomie? Of levert dit
problemen op? Dit is een voorbeeld van lokale autonomie. Iedere gemeente mag zelf
bepalen of ze het vergunningstelsel van de Wabo van toepassing verklaren en in welke vorm
omgevingsvergunning of vermelding.
Vergunningsvrije activiteiten: art 2.1 lid 2 Wabo.
In principe gaat de Wabo uit van één geïntegreerde vergunning voor meerdere activiteiten
en ontvangt een beschikking.
Uitgangspunt is dat de aanvrager in principe bepaalt voor welke activiteiten hij een
vergunning aanvraagt, het project kan dan bestaan uit 1 activiteit, maar het kan ook bestaan
uit meerdere projecten. Bij beide wordt er maar 1 vergunning aangevraagd en uiteindelijk
zal je ook één vergunning ontvangen voor het uitvoeren van beide activiteiten. De
achterliggende gedachte is dat alle activiteiten in een vergunning verleent moeten worden.
Deelvergunningen: vergunningen voor afzonderlijke activiteiten. Geïntegreerde vergunning
hebben een groter risico dat deze worden afgewezen als er ook maar één activiteit in strijd is
met de wet hele vergunning afgewezen. Art 2.7 Wabo regelt dit, daar staat dat de
aanvraag in principe betrekking moet hebben op alle ‘onlosmakelijke activiteiten’ binnen het
project. Dus je moet alle onlosmakelijke projecten/activiteiten samen aanvragen.
Wanneer is er sprake van een onlosmakelijke activiteit?
Voorbeeld 1:
De eigenaar van een kasteel wil graag zijn kasteel uitbreiden met een serre. Op grond van de
Wabo heeft hij dan in principe 2 toestemmingen nodig, namelijk 2.1 lid 1 sub a Wabo:
omgevingsvergunning om te bouwen. En vergunning nodig voor het wijzigen van het
monument 2.1 lid 2 sub a onder f Wabo. Moet de eigenaar van het kasteel deze
vergunningen samen aanvragen? Ja, want bouwen en wijzigen van het monument zijn
namelijk onlosmakelijk. Deze activiteiten zien op een feitelijke handeling namelijk de
serre bouwen.
, Voorbeeld 2:
Hoe zit het met het kappen van een bouw en realiseren van een uitrit. Hier is sprake van 2
activiteiten, het kappen van een boom ogv art 2.2 lid 1 sub g Wabo en het uitrit maken art
2.2 lid 1 sub e Wabo. Betreft het hier een feitelijke handeling waar je voor meer activiteiten
een vergunning nodig hebt? Nee, hier is sprake van 2 feitelijke handelingen. Ze hebben geen
samenhang en zijn nooit onlosmakelijk.
Het is onlosmakelijk als je maar 1 activiteit had, en er sprake is van 1 feitelijke handeling.
Uitzondering: activiteit milieu en activiteit bouwen zijn altijd onlosmakelijk.
Is er nog een mogelijkheid om onder die geïntegreerde vergunning uit te komen?
Speelt met name bij onlosmakelijke activiteiten.
Gefaseerde vergunning op grond van 2.5 Wabo. Je kan ervoor kiezen om in de eerste fase
een onderdeel aan te vragen (bijvoorbeeld mag ik dieren houden?) en als je toestemming
hebt na die fase 1, dan ga je naar fase 2 en vraag je de bouwvergunning aan. Uiteindelijk
ontstaat er dan 1 omgevingsvergunning milieu voor beide activiteiten.
Voordeel: is dat je eerst kan kijken of je dieren mag hebben, zo niet dan hoef je fase 2 niet
aan te vragen. Mag het wel, dan vraag je fase 2 aan en heb je 1 vergunning.
Nadeel: het duurt wel langer. Fase 1 duurt 6 maanden en fase 2 duurt 8 weken.
Wanneer kies je nu voor een gefaseerde vergunning?
Vooral wanneer je door onlosmakelijkheid wordt gehinderd in het apart aanvragen van
vergunningen. Dan kan dit een mogelijkheid zijn.
Welke procedure geldt er nu voor een omgevingsvergunning?
Hoofdregel de omgevingsvergunning wordt voorbereid met de reguliere procedure op
grond van art 3.7 Wabo. Deze procedure duurt 8 weken en in principe wordt de Awb
gevolgd met een kleine afwijking, namelijk de kennisgeving van de aanvraag moet worden
gepubliceerd op het huis aan huisblad, of website.
In principe wordt de reguliere
groene procedure gevolgd,
tenzij artikel 3.10 Wabo zegt dat
de uitgebreide procedure
gevolgd moet worden. Deze
duurt 6 maanden.
Dit wordt ook wel de uniforme
openbare
voorbereidingsprocedure
genoemd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meldakaya. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.