Hoofdstuk 12: Alternatieve stelsels
(Alleen paragraaf 1, 2, 5 en 9)
Fractional reserve banking zijn er veel nadelen. Er waren tegenover het girale geld weinig liquide middelen. Hierdoor was het
procyclisch, als het goed gaat, gaat het namelijk extra goed, of als het slecht gaat, gaat het extra slecht. De bank kan ook
leningen intrekken als er te veel wordt gevraagd, ze komen dan in geldnood, en hierdoor gaat de M naar beneden. De leningen
worden doorverkocht zodat er meer geld komt.
Omdat er veel kritiekpunten zijn, zijn er alternatieve stelsels ontworpen voor fractional reserve banking:
1. 100% money plan / Full reserve banking / Het Chicago plan
- Van Fisher
- Aanleiding -> er was een bankrun, en mensen gingen hun geld van giraal omzetten naar chartaal. Hierdoor
moesten banken aan veel liquide middelen komen. De banken verkochten de leningen en trokken deze in,
waardoor de liquiditeiten van de bank steeg. Hierdoor daalde Mg en ontstond er deflatie. De reële schulden stegen
en de crisis werd erger en erger. Je leent minder, en hierdoor minder geconsumeerd en geinvesteerd.
- Hij maakte een plan om dit niet nog een keer te laten gebeuren :
o Banken moeten het girale geld dekken met de liquide middelen.
1 (Het 100% plan omdat Mc gelijk moet zijn aan Mg en andersom).
o De liquide middelen moet vooral bestaan uit chartaal geld en de
kasreserves. Als mensen al hen girale geld willen opvragen moet
dat kunnen en geen invloed hebben op de geldhoeveelheid of
liquiditeit.
o Spaargeld mag niet vrij opneembaar zijn, je mag het dus niet direct
omzetten naar giraal geld.
2 (Wat banken uitgeven moeten ze ook gekregen hebben. Je kan dus
geen krediet verlenen als je geen spaargeld hebt). Dus
kredietverlening zonder geldschepping, en dat is het grote verschil
met eerst.
o Kredieten moeten worden gefinancierd uit lang vaststaand spaargeld.
o Centrale bank en de overheid moet via openmarktoperaties (CB koopt
3 van de bank effecten en geeft daar geld voor) bij banken en publiek
ervoor zorgen dat M op peil blijft.
o Banken hebben geen rol meer bij geldschepping.
- Oorzaken deflatie:
1. In een goeie conjunctuurfase verlenen banken veel krediet. De geldhoeveelheid stijgt.
2. In een slechte conjunctuurfase trekken de banken het krediet in. De geldhoeveelheid daalt.
Hierdoor ontstaat er een depressie. De schulden stijgen harder dan de aflossingen.
- Voordelen:
1. Banken worden stabieler en een bankrun kan niet meer doordat Mg en Mc gelijk zijn.
2. Banken minder de oorzaak van conjuncturele verstoringen. Kredieten worden niet meer gefinancierd door geldschepping
van banken. Er is geen procyclisch beleid meer want ze scheppen geen geld meer.
3. Staatsschuld verdwijnt (grotendeels) overheid en de centrale bank koopt haar eigen staatsobligaties op met nieuw
gecreëerd geld. De overheid kan dus gratis geld lenen, want ze lenen niet bij het publiek maar bij de centrale bank, en
hierdoor gaat de staatsschuld weg.
2. Nadelen:
1. Er is een enorme monetaire financiering want er zit geen rem op de geldschepping van de overheid, omdat
dit gratis is. De overheid heeft daarbij een monopolie met geldschepping.
2. Risico ligt nu bij de spaarders en direct opeisbaar spaargeld kan niet meer. Als de looptijd van het
spaargeld korter is dan die van de uitstaande kredieten kunnen er nog steeds een liquiditeitsprobleem
ontstaan.
3. Kredietvraag is nog steeds conjunctuurgevoelig en banken stemmen bij hun kredietaanbod hun risico’s
daaropaf. Dus is nog steeds procyclisch. Ze scheppen geen nieuw geld maar ze kijken nog wel naar de
conjunctuur: als het goed gaat durven ze meer uit te lenen.
4. Moeilijk voor overheid en voor onafhankelijk instituut (centrale bank) om in te schatten hoeveel er waar
moet worden gecreëerd. Eerst was er bij fractional reserve banking dat het geld naar waar er precies vraag
naar is, daar gaat het heen.
, 5. Winstgevendheid van banken wordt minder, dit komt omdat ze nu een groot deel van hun activa
(bankbiljetten en kasreserves) in liquide, dit levert niks op want je krijgt amper rente. Het rendeert dus
niet maar moeten het wel zo aanhouden.
2. Denationalization of Money
3. Van Friedrich Hayek (hij is liberaal en wilt het liefste dat iedereen zijn eigen belangen nastreeft)
4. Aanleiding -> in de jaren 70 was er enorm hoge inflatie, en ontstond er ook stagflatie. Hayek keek naar Amerika en daar
werd veel geld geldschepen en hoge inflatie. Hij wilde daarom wat anders verzinnen waardoor de overheid geen rol meer
heeft in het geldscheppingsproces.
5. Hij maakte een plan om het te laten oplossen:
o Banken mogen zelf eigen chartaal geld in omloop brengen. De centrale bank komt dus niet meer met het
geld, maar de banken zelf. ING, Rabo, ASN
o Door concurrentie zal vanzelf de meest stabiele munt worden gebruikt. Als de bank te veel uitbrengt zou
de waarde dalen, en het publiek gaat dus een andere munt zoeken want andere zijn dan waardevaster.
o Inflatie zal daardoor niet meer voorkomen. Want als een munt met de inflatie gaat starten, gaat het
publiek weg.
o Monetair beleid is dus niet meer nodig, en de centrale bank mag worden afgeschaft.
o De overheid heeft helemaal geen rol meer in het geldscheppingsproces, want maken hier gebruik van.
- Nadelen:
1. Mensen kunnen vrij het geld kiezen dat ze willen en dus ook zelf kiezen in welke mate hun geld aan inflatie onderhevig is.
2. Niet stabiele munten zullen echter ook nog in trek zijn (hypotheek met hoge-inflatie munt) is aantrekkelijk. Dus mensen
zullen hun bezittingen in sterke en schulden in zwakke munten willen hebben.
3. Winkels moeten prijzen in vele munten en hebben last van koersrisico bij het omwisselen
4. Het geld moet wel gedekt zijn door kortlopende activa (probleem want inleners willen lang over hun geld kunnen
beschikken) en de kwaliteit daarvan verschilt.
5. Zonder centrale bank is er ook geen lender of last resort meer voor als het misgaat.
6. Werkt alleen met chartaal geld en er wordt nog maar weinig met chartaal geld betaald. Bij giraal geld maakt het niet uit
door wie het in omloop is gebracht, het staat er niet op dat het van de ING of rabo is.
3. Digitaal geld: Bitcoin (Libra) en digital cash
6. Digitaal geld = hetzelfde als giraal geld maar dan uitgebracht door particulieren partijen. Zoals de bitcoin en de libra. Dit is
maar 2% gedekt.
7. Digital cash = geld van de centrale bank en 100% gedekt.
8. Bitcoin:
- In blockchain vastgelegde cryptocurrency (waarde in bedrag vorm) waarvan de maximale hoeveelheid
vooraf vastligt, er zit dus een grens aan. Hij kan dus niet meegroeien met de economie en daarom geen
monetaire standaard.
- De bitcoin heeft geen enkele dekking, en de koersen schommelen continu. Als je het wilt omzetten ben je
dus altijd afhankelijk van de koers.
- Blockchain = transacties worden niet vastgelegd in een bankadministratie maar in blockchain. Het wordt
alleen goedgekeurd, maar geen details of vastlegging. Hierdoor is er veel anonimiteit en dus aantrekkelijk
voor criminelen.
- Crypto = digitaal geld en kan je niet vasthouden, in een eigen financiële wereld. Het is geen officieel geld
want heeft de 3 waardes niet.
- Geldschepping door te delven (wiskundige algoritme uitbreiden)
- Betalingen verrichten en kopen en verkopen tegen gewoon geld is mogelijk. Je kan in sommige automaten
bitcoins pinnen, en dan komen er dollars of euro’s uit. De bitcoin heeft geen eigen fysieke variant.
- Voordelen:
1. Geen bemoeienis banken en overheden
2. Anonieme transacties mogelijk (voor criminelen)
3. Inflatie door maximale vaste hoeveelheid niet mogelijk
4. Alternatief in landen met zwakke munt
- Nadelen:
1. Deflatoir omdat maximale hoeveelheid vastligt (kan niet meegroeien met de economie). Je weet dus
dat het deflatie gaat veroorzaken.
, 2. Koers en waarde sterk volatiel (schommelt).
3. Niet gedekt door iets zoals goud of obligaties. Waarde wordt door de markt bepaald.
4. Anonimiteit: Aantrekkelijk bij witwassers, hackers & criminelen. Hierdoor is er geen belastinggeld en
dus vindt de overheid het dus niet fijn.
5. Niet geschikt als regulier geld.
6. Het minen (het bezitten) kost veel elektriciteit voor computers.
- Libra:
- Uitgegeven blokchain door facebook.
- De waarde wordt gedekt door valuta en obligaties.
- Verschillende bedrijven willen het gaan accepteren als transactiemanier.
- De digitale portemonnee is de calibra.
- Het wordt door facebook aangestuurd.
- Voordelen:
1. Betalen met je smartphone en laptop mogelijk dus ook voor mensen zonder bankrekening landen met
onderontwikkeld bankensysteem.
2. Anders dan de bitcoin: een redelijk vaste waarde vanwege het mandje
- Nadelen:
1. Ondermijnt de greep van de centrale banken op de geldschepping (en verbieden het soms)
2. Privacy: hoe gaat facebook om met je betalingsgegevens?
3. Geen depositogarantiestelsel voor als het misgaat
4. Geschikt voor witwassen en criminele transacties
5. Facebook kan geldscheppen en daarmee inflatie creëren
- Digitaal cash:
- Munten en bankbiljetten worden steeds minder gebruikt.
- Digital cash is een betaalrekening rechtstreeks bij de centrale bank.
- Voordelen:
1. Het is basisgeld (zoals nu bankbiljetten) en dus voor 100% gedekt door basisgeld.
2. Centrale bank kan rente geven en daar mee spelen voor haar monetair beleid.
3. Centrale bank is zekerder dan een particuliere bank die kan omvallen
- Nadelen:
1. Bankrun wordt eenvoudiger. Je maakt je eigen geld snel over naar je rekening bij de centrale bank. Je
hoeft daar niet voor te pinnen.
4. Islamitisch bankieren
- Verbod op rente (ook wel riba genoemd)!!! Vanuit de Shariah (Islamitische wet) is het verboden om rente te
betalen of ontvangen.
- Verbod op het nemen van groot risico en speculeren (Gharar en Maysir)
- Verbod op handel in wapens, alcohol, varkensvlees, etc.
- Verbod op het verschuiven in plaats van delen van risico
- Verbod op het afwezig zijn van een link met de reële economie (dus niet lenen om te beleggen).
- Wat mag er dan niet hierdoor?
1. Leningen met rente
2. Derivaten (opties, renteswaps, etc).
3. Securitisatie (herverpakken van en doorverkopen van samengestelde schulden)(CDO’s)
Wat mag dan wel?
1. Murabaha-contract:
De bank (tussenpersoon) koopt het huis of goed, en
verkoopt het direct (of na 30 jaar) met een opslag
(50%). De geldnemer betaald die in 30 jaar af. Opslag
mag wel, dit komt in plaats van de rente.
Hierbij is er geen lening want de bank koopt en loopt
het risico van de waardevermindering van het huis. De
bank is de eigenaar.