Vak: Bachelor jaar 1 BMG, Algemene Economie (GW1619B)
Gemiddelde tentamencijfer: 9,2
Docent: B. Martin van Ineveld
Samenvatting van de belangrijkste concepten uit alle hoorcolleges en werkgroepen.
(Kosten en baten, afschrijvingen en rente, kostprijs en verkoopprijs, bekostiging, jaarrekening, boekh...
Definities + belangrijkste concepten van ALLE hoorcolleges en werkgroepen.
Veel succes!
Kosten
= Aan perioden, functies of producten toegerekende geldbedragen, die verband
houden met opoffering van productiemiddelen.
In relatie staat met de kosten van de te gebruiken productiemiddelen.
Waardevermindering
Geven samen met opbrengsten beeld van winstgevendheid van
onderneming.
Uitgaven
= Uitstroom van geld (liquide middelen), afname van kas
Substitutie van vermogen.
Geven samen met ontvangsten beeld van kaspositie van onderneming.
Omvang totale vermogen verandert niet, samenstelling wel.
Gelijktijdig benodigde capaciteit
Rationele overcapaciteit
= Extra capaciteit is onvermijdbaar.
= Overschot behoort ook tot noodzakelijke kosten (behoren tot kostprijs)
Irrationele overcapaciteit
= Extra capaciteit is vermijdbaar.
= Verspillingen behoren tot verlies & winst rekening (niet kostprijs)
*Extra kosten mogen niet in de kostprijs worden opgenomen, worden direct ten
laste van de verlies- en winstrekening gebracht,
Verzonken kosten (sunk costs)
= Kosten die al gemaakt zijn en niet meer ongedaan te maken zijn. Bij de directe
keuze tussen de varianten spelen deze verzonken kosten geen rol.
Discontering
= Aan toekomstige opbrengsten en effecten wordt minder waarde toegekend dan
aan huidige opbrengsten en effecten (bij kosten is het omgekeerde het geval, hoe
verder weg in de tijd, hoe minder zwaar zij meewegen)
Zo snel mogelijk realiseren van toekomstige opbrengsten, zo laat mogelijk
maken van kosten
Onzekerheid, het gaat om inschatting van toekomstige resultaten.
Correctie voor het vastliggen van schaarse middelen, die je niet in andere
activiteiten meer kan inzetten
Opportunity Costs (Alternatieve Kosten)
= De kosten van een activiteit ZIJN GELIJK aan de baten/opbrengsten die verloren
gaan door de benodigde schaarse middelen niet aan te wenden voor de beste
alternatieve activiteit.
Verschillen bedrijfseconomische vs. maatschappelijke disconteringsvoet
, B.D. weerspiegelt alternatieve aanwendingen binnen de instelling en is dus
instellingsafhankelijk. M.D. heeft betrekking op alternatieve aanwendingen
bij overheidsinvesteringen op nationaal niveau (landelijk vastgesteld door de
regering)
Over het algemeen de B.D. hoger dan de M.D. (door groter onzekerheid van
investeringen op instellingsniveau vergeleken met collectieve investeringen)
In een maatschappelijke KEA worden niet alleen de kosten binnen het ziekenhuis zelf
meegenomen. Welk andere 3 kosten categorieën kunnen een rol spelen?
1. Directe kosten buiten de gezondheidszorg (reiskosten)
2. Indirecte kosten binnen de gezondheidszorg (kosten gewonnen jaren)
3. Indirecte kosten buiten de gezondheidszorg (opleiding)
Economische levensduur
= Periode waarbij het productiemiddel prestaties levert met een economische
waarde (geldwaarde prestaties > complementaire kosten)
Periode waarbij de kosten per eenheid minimaal zijn.
Technische levensduur
= Periode waarbij het productiemiddel in staat is producten voor te brengen in de
gewenste hoeveelheid en binnen de gestelde kwaliteitsnormen.
Wanneer kan de economische levensduur kleiner zijn dan de technische levensduur?
4 redenen economische levensduur < technische levensduur
Feitelijke levensduur groter is dan de gecalculeerde levensduur.
Technologische ontwikkelingen (bv. Nieuw apparaat op de markt)
Wijziging in de zorgvraag (bv. Bij andere behandelingsstrategie)
Door regulering
In welke mate is hier sprake van verspilling?
Kwaliteitsvoordelen en besparingen ( kosten effectiviteitsanalyse)
Methode Rente Wanneer?
Lineaire afschrijvingen vaste % van 5.200 Kostprijs berekeningen in de
aanschafprijs - Rente over gemiddelde gezondheidszorg
boekwaarde Jaarlijks constante
bedragen aan
afschrijvingen en rente
--> Makkelijker om de
kostprijs te berekenen.
Lineaire afschrijvingen vaste % van 6.000 Bij laag risico (hogere
aanschafprijs - Rente over actuele zekerheid)
boekwaarde
Afschrijvingen en rente als vast % X van 4.782 Snel slijtende goederen.
actuele boekwaarde Snelle afschrijvingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper reontogo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.