Oefenopgaven
1.1 Kosten
1.1.1 Kosten
Post Kosten Uitgaven
Afschrijving Kosten
Aanschaf Uitgaven
Belasting Kosten Uitgaven
Aflossing schuld Uitgaven
Investering Uitgaven
Waardevermindering Kosten
Belasting = Ook uitgaven want geld uit kasstroom.
Aflossing schuld = Een uitgaven, omdat de schuld wordt weg gewerkt.
Investering = Een uitgaven, je investeert met geld in een product.
1.1.2 Kostenindelingen
Vast Variabel
Direct - Salaris medisch specialist - Salaris medisch specialist betaald per
betaald in loondienst verrichting
- Afschrijving MRI - Doktershandschoenen
Indirect - - Freelance ICT’ers
Arbeidsongeschiktheidsverzeker - Kantoor artikelen
ing, afgesloten door de
werkgever (dezelfde ongeacht
hoeveel werknemers er zijn)
- Bedrijfsarts in loondienst
Direct = Gerelateerd met primaire productieproces
Indirect = Gehele productieproces (geen relatie oorzaak kosten -
1.1.6 Afschrijvingen
Vaccinatieprogramma
Aanschafprijs (AP): € 16.000
levensduur (ld): 5 jaar
Restwaarde (RW): 1.000
rente (i): 8%
Vraag a. Jaarlijkse afschrijvingen - lineaire methode (vast % van de aanschafprijs)
,Oefenopgaven
16.000 − 1.000 15.000
Afschrijving = = = € 3.000 per jaar
5 5
1. Rente over de gemiddelde boekwaarde
AP−RW
Rente = (RW + )*i
2
16.000 − 1.000
Rente = (1.000 + ) * 0,08
2
Rente = (1.000 + 7.500) * 0,08
Rente = 8.500 * 0,08 = € 680 per jaar.
Periode Boekwaarde Afschrijving Rente
0 16.000 - -
1 13.000 3.000 680
2 10.000 3.000 680
3 7.000 3.000 680
4 4.000 3.000 680
5 1.000 3.000 680
1 t/m 5 € 15.000 € 3.400
1. Rente over de actuele boekwaarde
Periode Boekwaarde Afschrijving Rente
0 16.000 - -
1 13.000 3.000 1.280 (0,08 * 16000)
2 10.000 3.000 1.040 (0,08 * 13000)
3 7.000 3.000 800 (0,08 * 10000)
4 4.000 3.000 560 (0,08 * 7000)
5 1.000 3.000 320 (0,08 * 4000)
1 t/m 5 € 15.000 € 4.000
b. Jaarlijkse afschrijvingen en rente als vast % X van de actuele boekwaarde
Boekwaarde (0) = AP
Boekwaarde (1) = AP * (1 – X/100)
Boekwaarde (2) = AP * (1 – X/100)2
Boekwaarde (n) = AP * (1 – X/100)n = RW
RW
= (1 – X/100)n
AP
𝑛 RW
1 – X/100 = √
AP
,Oefenopgaven
𝑛 RW
X/100 = 1 – √
AP
𝑛 RW 5 1.000
X = 100 (1 – √ ) = 100 (1 –√16.000)
AP
X = 42,565 %
Periode Boekwaarde Afschrijving Rente
0 16.000 - -
1 9.190 6.810 (0,42565 * 16000) 1.280 (0,08 * 16000)
2 5.278 3.912 (0,42565 * 9190) 735 (0,08 * 9190)
3 3.031 2.247 (0,42565 * 5278) 422 (0,08 * 5278)
4 1.741 1.290 (0,42565 * 3031) 242 (0,08 * 3031)
5 1.000 741 (0,42565 * 1741) 139 (0,08 * 1741)
1 t/m 5 € 15.000 € 2.818
c. Jaarlijkse afschrijvingen en rente - annuïteitsmethode
Ann = (AP – contante waarde RW) * ann. factor
Ann = [AP – RW/(1 + i)n] * ann. factor
Ann = (16.000 – 1.000/1,085) * ann. factor
Ann = 15.319 * 0,25045645
Ann = € 3.837 per jaar
Periode Boekwaarde Annuïteit Rente Afschrijving
0 16.000 - - -
1 13.443 3.837 1.280 (0,08 * 16000) 2.557 (Ann – 1280)
2 10.681 3.837 1.075 (0,08 * 13443) 2.762 (Ann – 1075)
3 7.698 3.837 854 (0,08 * 10681) 2.983 (Ann – 854)
4 4.477 3.837 616 (0,08 * 7698) 3.221 (Ann – 616)
5 998 3.837 358 (0,08 * 4477) 3.479 (Ann – 358)
1 t/m 5 € 19.185 € 4.183 € 15.002
1.1.7 Kostprijsberekening
Omzet (Revenue) laboratorium = € 800.000
Inkoopwaarde hulpstoffen = 50% van omzet = € 400.000
Totale indirecte kosten = € 200.000 (personeel), € 100.000 (overige kosten –
huisvesting, energie, afschrijvingen, etc.)
a. Inkoopwaarde hulpstoffen is 50% omzet = € 400.000 = Directe kosten
Indirecte kosten = € 300.000
Opslag % = Indirect / Direct = (€ 300.000 / € 400.000) x 100%
Opslagpercentage = 75%
Ook kruisformule mag (300.000 / x = 400.)
,Oefenopgaven
b. Directe kosten per product = € 25
Winstopslag = 75% (van de directe kosten)
25 x 0,75 = € 18,75 (indirecte kosten per product)
Kostprijs = 25 + 18,75 = € 43,75
Verkoopprijs
Winst = Omzet – Totale kosten = 800.000 – 700.000 = € 100.000
(Winst / Kosten) x 100% = (100..000) = 14,29%
=> Percentage waarmee je de verkoopprijs berekent (winstopslagpercentage)
Opslagwinst = € 43,75 * 0,1429 = € 6,2519
Verkoopprijs = Kostprijs + Winstopslag
= € 43,75 + € 6,2519 = € 50
Omzet 800.000 Verkoopprijs = 50
Directe kosten (100%) 400.000 25
Indirecte kosten (75%) 300.000 18,75
Winst (25%) 100.000 6,25
1.1.10 Kostenplaatsmethode
Directe kosten Verbijzondering Somatiek Verbijzondering Geriatrie
Verzorgend/Verplegend € 328.500 (6/10) € 219.000 (4/10)
personeel
Overige personeel € 54.000 (2/3) € 27.000 (1/3)
Variabele kosten Voeding – € 7,50 p. dag Voeding – € 7,50 p. dag
Overige – € 75 p. dag Overige – € 125 p. dag
Vaste kosten Overige – € 7.500 Overige – € 4.250
Indirecte kosten
Hulpkostenplaats huisvesting € 240.000 (vierkante meters)
Hulpkostenplaats algemene kosten € 90.000 (totale kosten per kostenplaats)
Hoofdkostenplaats somatische zorg € 610.000 (aantal verpleegdagen)
Hoofkostenplaats geriatrische zorg € 260.000 (aantal verpleegdagen)
Huisvesting
algemene kosten 300 m2
somatische zorg 800 m2
geriatrische zorg 100 m2
Algemene kosten
somatische zorg 2/3
geriatrische zorg 1/3
12.000 verpleegdagen per jaar somatische zorg
5.500 verpleegdagen per jaar geriatrische zorg
, Oefenopgaven
a. Kostenverdeelstaat
Huisvesting Algemene Somatische Geriatrische Verbijzondering Verbijzondering
kosten zorg zorg Somatiek Geriatrie
DIRECTE kosten:
Verzorgend/Verplegend 547.000 * (6/10) = 547.000 * (4/10) =
personeel 328.500 219.000
Overige personeel 81.000 * (2/3) = 81.000 * (1/3) =
54.000 27.000
Variabele kosten
- Voedingskosten 7,5*12.000 = 90.000 7,5*5.500 = 41.250
- Overige kosten 75*12.000 = 900.000 125*5.500 = 687.500
Vaste kosten 7.500 4.250
INDIRECTE kosten:
240.000 90.000 610.000 260.000
3:8:1 60.000 160.000 20.000
150.000
2:1 100.000 50.000
870.000 330.000 870.000 330.000
Totale directe en indirecte 2.250.000 1.309.000
kosten
Aantal verpleegdagen 12.000 5.500
Kostprijs 187,5 238