Samenvatting Nieuw geluid, Roeland Vrolijk
1. Muziekonderwijs algemeen
1.3. Kerndoelen, VVE en VO
1.3.2. kerndoelen en het vak muziek
Kerndoelen kunstzinnige oriëntatie
Kerndoel 54 Kunstactiviteiten: doet een beroep op het deelnemen aan kunstactiviteiten. De
kinderen nemen deel aan muziekactiviteiten en leren het hierdoor te gebruiken, uit te drukken
en te communiceren. De kinderen leren: zingen, spelen op instrumenten, luisteren naar muziek,
bewegen en lezen en noteren.
Kerndoel 55 Reflecteren op kunst: staat in dienst van kerndoel 54 kunstactiviteiten. Door te
reflecteren op het eigen werk en dat van anderen wordt getracht de kwaliteit van deelname aan
kunstactiviteiten te verbeteren. Door reflectie wordt het begrip en inzicht vergroot en dit kan
leiden tot de verbetering. De reflectie kan ondersteund worden door het gebruik van
audiovisuele middelen.
Kerndoel 56 Cultureel erfgoed: biedt het leergebied kunstzinnige oriëntatie een inhoudelijk
kader. Doordat kinderen deelnemen aan kunstactiviteiten verwerven zij kennis van het culturele
erfgoed en worden zij zich hier bewust van. De inhoud van muziek is gekoppeld aan diverse
culturen en kinderen kunnen door het deelnemen aan kunstactiviteiten uiteindelijk beter
functioneren in de maatschappij.
Samenhang met andere gebieden
De kerndoelen moeten inhoudelijk zoveel mogelijk onderling worden afgestemd en aangeboden in
samenhang in verbinding met het dagelijks leven. Dit betekent dat gekeken moet worden naar de
afstemming tussen de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de andere leergebieden.
2. Klank-vorm-betekenismodel
2.1. KVB-model
Muziek is in vorm gezette klank die betekenis heeft voor mensen (Smit & Van der Lei, 1983).
Het Klank-vorm-betekenismodel is ontwikkeld vanuit de opvatting dat muziek is waarin kinderen
muzikale intelligentie ontwikkelen, ze de taal van muziek leren begrijpen en ervaren dat zij iets met
muziek kunnen doen en muziek iets met hen kan doen. Het KVB-model heeft vijf domeinen die de
leerstof koppelen aan muzikaal gedrag: zingen, luisteren, spelen, bewegen, lezen en noteren.
Klank
Klankduur: maat, ritme, tempo, articulatie.
Klankhoogte: melodie, harmonie.
Klanksterkte: tekens en termen.
Klankkleur: klankbronnen, samenspel.
Vorm
Vormprincipes: herhaling, contrast, variatie.
Vormeenheden: motief, thema, muzikale zin.
Vormtechnieken: echo, imitatie, ostinaat, sequens.
Compositievormen: canon, rondo, variatie,
bluesschema.