T O E G E P A S T E
C O G N I T I E V E
P S Y C H O L O G I E
I
S A M E N V A T T I N G
U N I V E R S I T E I T
U T R E C H T
M K :
2 0 0 3 0 0 0 7 5
Samenvatting
Toegepaste
Cognitieve
Psychologie
I
, LEERDOELEN
o Kennis
van
toepassingsmogelijkheden
van
de
cognitieve
psychologie.
o Vaardigheid
in
het
toepassen
van
een
onderzoeksmethode
op
een
praktische
vraagstelling.
o Overzicht
van
toepassingsgerichte
theorieën,
onderzoeksmethoden
en
technieken).
o De
inhoud
van
het
vakgebied
van
de
toegepaste
cognitieve
psychologie
kennen.
o Vertaalslag
kunnnen
maken
van
theoretische
kennis
naar
mogelijke
toepassingen
in
de
(onderzoeks-‐‑)praktijk.
LITERATUUR
EN
TENTAMENSTOF
PROCTOR,
R.
W.,
&
VAN
ZANDT,
T.
(2008).
HUMAN
FACTORS
IN
SIMPLE
AND
COMPLEX
SYSTEMS.
CHAPTER
1
–
H ISTORICAL
F OUNDATIONS
O F
H UMAN
F ACTORS
CHAPTER
3
–
R ELIABILITY
A ND
H UMAN
E RROR
I N
S YSTEMS
CHAPTER
5
–
V ISUAL
P ERCEPTION
CHAPTER
6
–
P ERCEPTION
O F
O BJECTS
I N
T HE
W ORLD
CHAPTER
7
–
H EARING,
P ROPRIOCEPTION,
A ND
T HE
C HEMICAL
S ENSES.
( ALLEEN
P .
1 65-‐‑183)
CHAPTER
8
–
D ISPLAY
O F
V ISUAL,
A UDITORY,
A ND
T ACTUAL
I NFORMATION.
( ALLEEN
P .
2 17-‐‑220)
CHAPTER
9
–
A TTENTION
A ND
T HE
A SSESMENT
O F
M ENTAL
W ORKLOAD
CHAPTER
1 3
–
R ESPONSE
S ELECTION
A ND
P RINCIPLES
O F
C OMPATIBILITY
CHAPTER
1 7
–
E NVIROMENTAL
E RGONOMICS
MATTHEWS,
G.
(2000).
HUMAN
PERFORMANCE:
COGNITION,
STRESS,
AND
INDIVIDUAL
DIFFERENCES.
CHAPTER
1 2
–
F ATIGUE
A ND
T HE
E NERGETICS
O F
P ERFORMANCE
CHAPTER
1 6
–
A GEING
A ND
H UMAN
P ERFORMANCE
LOSSE
ARTIKELEN
Wagenaar,
W.
A.,
Hudson,
P.
T.,
&
Reason,
J.
T.
(1990).
Cognitive
failures
and
accidents.
Applied
Cognitive
Psychology,
4(4),
273-‐‑294.
Kingma,
H.
Fysica
en
functie
van
het
evenwichtsstelsel.
Samenvatting
Toegepaste
Cognitieve
Psychologie
I
, HOORCOLLEGE
1
-‐‑
INTRODUCTIE
EN
GESCHIEDENIS
CHAPTER
1
–
HISTORICAL
FOUNDATIONS
OF
HUMAN
FACTORS
INTRODUCTIE
De
mogelijkheden
van
een
systeem
hangen
enerzijds
af
van
de
mens,
anderzijds
af
van
de
machine
zelf.
Ieder
systeem
heeft
een
doel,
het
falen
van
een
heel
systeem
komt
voort
uit
het
falen
van
ofwel
de
menselijke
component,
ofwel
die
van
de
machine
maar
de
mens
is
meestal
de
limiterende
factor.
De
problemen
die
hierdoor
ontstaan
worden
problemen
in
human-‐‑computer
interaction
(HCI)
genoemd,
de
fouten
kunnen
worden
toegeschreven
aan
mens
én
machine.
Soms
hangen
vele
hoeveelheden
geld
en
mensen
levens
af
van
de
succesvolle
operatie
van
systemen.
Vragen
die
in
dit
boek
beantwoord
worden
zijn:
1. Hoe
kunnen
fouten
gebeuren
en
welke
stappen
moeten
in
het
design-‐‑
en
evaluatieproces
gemaakt
worden
om
kans
op
fouten
te
verminderen?
2. Hoe
en
waarom
moet
kennis
over
Human
Factors
opgenomen
worden
in
het
design
van
alles
wat
met
mensen
interacteert?
WAT
ZIJN
HUMAN
FACTORS
EN
ERGONOMIE?
‘Human
factors’
gaat
over
de
interactie
tussen
de
mens
en
machine
om
de
communicatie
van
informatie
tussen
de
twee
zo
efficiënt
mogelijk
te
maken.
De
totale
prestatie
van
een
systeem
hangt
af
van
de
operator,
de
machine
en
de
omgeving
waarin
ze
zich
bevinden.
Toegepaste
cognitieve
psychologie
gaat
over
de
interactie
tussen
de
mens
en
haar
omgeving,
een
machine
kan
een
onderdeel
van
zijn
van
deze
omgeving.
De
Europese
term
is
cognitieve
ergonomie,
een
Amerikaanse
term
is
human
factors.
Dit
is
ook
de
term
die
in
het
boek
gebruikt
wordt.
Het
vak
gaat
dus
over
de
studie
van
de
mens
in
relatie
tot
zijn
omgeving.
1. Ondersteuning
in
de
werksituatie
2. Bevorderen
van
de
veiligheid
3. Verbeteren
van
alledaagse
dingen
Human
Factors
interaction
model.
Samenvatting
Toegepaste
Cognitieve
Psychologie
I
, HISTORISCHE
GEBEURTENISSEN
EN
ONTWIKKELINGEN
Er
zijn
drie
verschillende
gebeurtenissen
en/of
ontwikkelingen
in
de
geschiedenis
geweest
die
bepalend
waren
voor
de
ontwikkeling
van
het
vakgebied.
1. Industriële
revolutie
à
‘fitting
the
worker
to
the
job/machine’
2. Tweede
wereldoorlog
à
‘fitting
the
job/machine
to
the
worker’
3. Digitale
revolutie
à
mens-‐‑machine
interactie
INDUSTRIËLE
REVOLUTIE
Het
voornaamste
doel
van
industrialisatie
was
productiviteitsverhoging
op
de
arbeidsvloer.
Arbeidsverdeling
is
een
manier
op
deze
productiviteit
te
kunnen
verhogen.
Dit
heeft
twee
voordelen,
namelijk
dat
het
goedkoop
is
en
dat
het
de
discipline
van
de
werknemer
handhaaft.
Frederick
Winslow
Taylor
(1856-‐‑1915)
was
de
grondlegger
van
het
Scientific
Management,
hij
legde
de
wetenschappelijke
basis
voor
arbeidsverdeling.
Een
vraag
die
hij
zichzelf
stelde
was:
“Hoe
zorg
je
ervoor
dat
arbeiders
efficiënter
werken?”.
Hij
kwam
erachter
dat
men
met
opzet
werkte
onder
hun
maximale
capaciteit
en
noemde
dit
soldiering.
Hiervoor
gaf
hij
drie
verklaringen.
1. Mens
is
van
nature
lui
2. Beloning
niet
gerelateerd
aan
productie
3. Vuistregel
trainingsmethodes
inefficiënt.
Op
de
vraag
van
Taylor
hoe
je
ervoor
zorgt
dat
arbeiders
efficiënter
werken
heeft
hij
drie
antwoorden.
1. Belonen
2. Standaardiseren
van
werk.
3. Selectie
en
training
Op
de
vraag
hoe
je
bepaalt
welke
werkmethode
het
meest
efficiënt
is,
geven
Frank
&
Lillian
Gilbreth
antwoord
door
middel
van
hun
time
and
motion
studies.
Dit
leidde
in
grote
toename
in
productie.
De
productietijd
van
het
chassis
van
ford
daalde
zelfs
van
12,5
uur
naar
1,5
uur.
Principes
van
Scientific
Management
1. Ontwikkeling
van
een
wetenschap
2. Wetenschappelijke
educatie
en
ontwikkeling
van
de
arbeider
3. Wetenschappelijke
selectie
v.d.
arbeider
4. Vriendschappelijke
samenwerking
tussen
management
en
arbeiders
Scientific
management
heeft
voor-‐‑
en
nadelen.
Het
is
positief
voor
het
welzijn
van
de
werknemer,
dat
komt
allemaal
door
wetenschappelijke
analyse.
Ook
wordt
er
aandacht
besteed
aan
de
individuele
taken
van
de
arbeiders.
Daarnaast
betekent
vanaf
nu
een
verhoging
van
productie
niet
meer:
meer
uren,
meer
geld,
meer
materiaal.
Maar
de
productieverhoging
wordt
tot
stand
gebracht
door
slimmer
te
werken.
Echter
heeft
deze
vorm
van
management
ook
nadelen.
De
arbeider
wordt
snel
een
‘stopwatch
slaaf’,
en
de
trots
voor
het
eigen
vak
blijkt
beduidend
minder
te
worden.
Daarnaast
is
efficiëntie
nog
steeds
altijd
in
het
belang
van
de
baas.
Uiteindelijk
kan
geconcludeerd
worden
dat
de
industriële
revolutie
het
vakgebied
van
de
toegepaste
cognitieve
psychologie
heeft
beïnvloed
op
een
manier
waardoor
de
arbeider
wordt
Samenvatting
Toegepaste
Cognitieve
Psychologie
I
, aangepast
aan
het
beroep.
Dit
wordt
“Fitting
the
worker
tot
he
job”
genoemd.
Vanaf
dit
moment
kreeg
management
een
wetenschappelijke
benadering
en
analyse.
OORLOG
ALS
GRONDLEGGER
Oorlogen,
en
met
name
WOII,
hebben
ook
grote
invloed
op
het
vakgebied.
Er
worden
twee
facetten
belicht.
1. Selectie
van
militairen
2. Ongelukken
(met
vliegtuigen)
De
oorsprong
van
de
signaal
detectietheorie
ligt
ook
bij
WOII.
Vragen
die
men
zichzelf
stelde
waren:
Zijn
de
punten
op
de
radar
vijanden?
Wanneer
schiet
je
het
vliegtuig
neer?
Hiermee
ontwikkelde
men
de
besliskunde.
Vanaf
WOII
werden
de
arbeiders
niet
meer
aangepast
aan
het
werk,
maar
werden
de
taken
aangepast
aan
de
werknemer.
“Fitting
the
job
tot
he
worker”
wordt
dit
genoemd.
Er
was
voor
het
eerst
aandacht
voor
‘Human
Factors’.
DIGITALE
REVOLUTIE
De
digitale
revolutie
is
de
volgende
ontwikkeling
die
het
vakgebied
van
toegepaste
cognitieve
psychologie
enorm
heeft
beïnvloed.
MEMEX
werd
ontwikkeld,
dit
is
de
voorloper
van
de
hyperlink.
Douglas
Engelbart
is
een
onderzoeker
die
de
wortels
voor
human-‐‑computer
interaction
heeft
ontwikkeld.
Hij
heeft
onder
andere
de
computermuis
ontwikkeld.
Vervolgens
werd
vanaf
1960
al
door
verschillende
mensen
gewerkt
aan
virtual
reality.
Jaron
Larnier
was
hier
een
van.
De
conclusie
van
de
invloed
van
de
digitale
revolutie
op
het
vakgebied
als
dat
mens-‐‑machine
interactie
vooraan
kwam
te
staan.
TCP
bestaat
tegenwoordig
voor
het
overgrote
deel
uit
mens-‐‑
machine
interactie.
Samenvatting
Toegepaste
Cognitieve
Psychologie
I