Week 4
Te bestuderen:
!) - Trimbos (2012). Multidisciplinaire Richtlijn Depressie (tweede revisie) - Hoofdstuk 8:
Aanbevelingen en conclusies.
!) - Verpleegkundige Diagnostiek in de psychiatrie - Deel IV - Hoofdstuk 25.
!) - Verpleegkundige Diagnostiek in de psychiatrie - Deel IV - Hoofdstuk 26.
- Lees selectief onderdelen van de volgende artikelen
o Cascade, E., Kalali, A. H., & Kennedy, S. H. (2009). Real-world data on
SSRI antidepressant side effect. Psychiatry, 6(2), 16-18.
o Coupland, C. A. C., Dhiman, P., Barton, G., Moriss, A. A., Sach, T., &
Hippisley-Cox, J. (2011). A study of the safety and harms of
antidepressant drugs for older people: a cohort study using a large primary
care database. Health Technology Assessment, 15(28)
o Uher, R., et al. (2009). Adverse reactions to antidepressants. The British
Journal of Psychiatry, 195, 202-210.
o Vilhelmsson, A., Svensson, W., Meeuwisse, A., & Carlsten, A. (2011). What
can we learn from consumer reports on psychiatric adverse drug reactions
with antidepressant medication? Experiences from reports to a consumer
association. BMC Clinical Pharmacology, 11(16)
Multidisciplinaire Richtlijn Depressie - Hoofdstuk 8: Aanbevelingen en
conclusies.
1. Antidepressiva zijn geïndiceerd bij patiënten met een depressieve stoornis, vooral bij
(matig) - ernstige episoden en in het bijzonder bij de depressieve stoornis met
melancholische of psychotische kenmerken.
2. Bij ambulant behandelde patiënten met een depressieve stoornis wordt er onderscheid
gemaakt tussen de eerste lijn (conform de NHG standaard) en de tweede lijn:
Voor de eerste lijn wordt een TCA of een SSRI (lagere kans op bijwerkingen)
aanbevolen afhankelijk van de aanwezigheid van (relatieve) contra-indicaties
en co-morbiditeit, en potentiële bijwerkingen, eerdere ervaringen, prijs en
voorkeur van de patiënt.
Voor de tweede lijn is er geen uitgesproken voorkeur: een behandeling kan
gestart worden met een TCA, een SS-RI, SNRI, mirtazapine of bupropion.
Klinisch opgenomen patiënten met een depressieve stoornis starten met een TCA.
Toch een modern antidepressivum dan: SNRI.
Bij de keuze voor een TCA wordt aanbevolen die middelen te kiezen waarvan in de
tweede lijn bij eventuele non-respons de dosering verder kan worden bepaald op geleide
van de plasmaspiegel: amitriptyline, clomipramine, imipramine of nortriptyline.
De keuze van een antidepressivum dient mede gebaseerd te zijn op individuele
patiëntfactoren zoals: Comorbide psychische stoornissen, een eventueel ander beoogd
effect, comorbide somatische aandoeningen, eerdere positieve respons op een bepaald
antidepressivum, positieve respons van een eerstegraads familielid op een bepaald
antidepressivum, mogelijke interacties, de wens van de patiënt of andere factoren zoals:
Vergoeding en ervaring van de behandelaar.
Wat betreft voortijdig staken van de behandeling (deels op basis van verschillen in
tolerantie) hebben de SSRI’s enig voordeel boven de TCA's, omdat zij beter worden
verdragen.
Er lijken geen verschillen in tolerantie tussen de SSRI’s, de SNRI’s, mirtazapine en
bupropion.
Het is aannemelijk dat de SNRI’s een goed alternatief zijn voor een TCA bij klinisch