Anatomie, Fysiologie en Pathologie
Deel A anatomie en fysiologie............................................................................................................2
A1: Algemene inleiding...................................................................................................................2
A2 Cellen, weefsels en organen......................................................................................................2
A3 De huid......................................................................................................................................3
A4 Het bewegingsapparaat: het skelet, de gewrichten en de spieren............................................3
A5 Het bloed en de bloed bereidende organen..............................................................................6
A6 Het hard, de bloedvaten en lymfevaten....................................................................................7
A7 De ademhaling...........................................................................................................................8
A8 De stofwisseling.........................................................................................................................9
A10 De spijsvertering......................................................................................................................9
A11 De nieren en de urine weg....................................................................................................11
A12 de zintuigen...........................................................................................................................11
A13 het zenuwstelsel....................................................................................................................12
A14 het hormoonstelsel...............................................................................................................13
A16 Psychisch functioneren..........................................................................................................14
A17 veroudering...........................................................................................................................14
Deel B Pathologie.............................................................................................................................14
B1 Algemene inleiding..................................................................................................................14
B2 infecties en tumoren...............................................................................................................15
B3 Pathologie van de huid............................................................................................................15
B4 Pathologie van het skelet, de gewrichten en spieren..............................................................15
B5 Pathologie van het bloed en de bloed bereidende organen....................................................15
B6 Pathologie van het hart en de bloedvaten...............................................................................16
B7 stofwisselingsstoornissen........................................................................................................16
B9 Voedingsstoornissen en deficiëntieziekten.............................................................................17
B10 Pathologie van de spijsverteringsorganen.............................................................................17
B11 Pathologie van de nieren en de urinewegen.........................................................................17
B12 Pathologie van de zintuigen...................................................................................................18
B13 Pathologie van het zenuwstelsel...........................................................................................18
B14 Pathologie van het hormoonstelsel.......................................................................................19
B16 Stoornissen in het psychisch functioneren............................................................................19
B17 Op de grens van leven en dood.............................................................................................20
De ontwikkeling van het individu.....................................................................................................21
1
,Anatomie, Fysiologie en
Pathologie
Deel A anatomie en fysiologie
A1: Algemene inleiding
Anatomie: bestaat uit drie onderdelen
- Anatomie = ontleedkunde
- Cyto- en histologie = cel- en weefselleer
- Embryologie = studie van de ontwikkeling voor de geboorte
Pas in de 16e eeuw worden mensen ontleed.
Macroscopische anatomie: ontleden met het oog
Microscopisch anatomie: ontleden met een microscoop
Embryologie: het bestuderen van de ontwikkeling voor de geboorte
Fysiologie: De wetenschap die zich bezig houdt met de normale levensverrichting van levende
organismen en hun organen.
Biochemie: wetenschappers die zich bezig houden met scheikundige processen die de
levensprocessen beheersen.
De mens
Skelet: de beenderen die samen het skelet vormen
Vetweefsel: vetweefsel bevindt zich in meer of mindere mate onder de huid
Schedelholte: hersenen
Borstholte: hard en longen
Buikholte: spijsverteringsorganen
Bekken: Urineblaas, inwendige geslachtsorganen en de endeldarm.
De borstholte en de buikholte worden van elkaar gescheiden door het middenrif.
A2 Cellen, weefsels en organen
Kenmerken van levende wezens.
1. Ze hebben een stofwisseling. Dit betekend dat ze stoffen opnemen en afgeven
2. Er is sprake van voortplanting.
Atomen: Het kleinste deeltje in de natuur dat met eenvoudige scheikunde niet meer deelbaar is. In
de scheikunde een element genoemd.
2
, Een element wordt aangeduid met een letter. Een atoom bestaat uit een positief geladen kern met
daaromheen een omhulsel van negatief geladen elektronen. De mogelijkheid van een atoom om te
reageren met een ander atoom wordt bepaald door de toestand van het elektronenomhulsel, dat
ofwel neutraal of geladen is.
Moleculen: atomen van dezelfde of een ander soort kunnen een verbinding aangaan en een
molecuul vormen.
Zuur: De scheikundige verbinding die in water positief geladen waterstofatomen afsplitst.
Base: De scheikundige verbinding die in water positief geladen waterstofatomen bindt
Zout: Een base reageert met een zuur en vormt dan een zout en water.
Cellen: Elke cel heeft een celwand: de celmembraan. Waardoor uitwisselingen van stoffen met de
omgeving mogelijk is.
Semipermeabel: Het celmembraan is semipermeabel omdat niet alle stoffen kunnen passeren.
Cytoplasma: (Dee cel inhoud). Bevat water met daarin opgelost eiwitten, vetten, koolhydraten,
vitamines, zuurstof en mineralen. In het cytoplasma vindt de stofwisseling plaats. Om dit te laten
gebeuren bevinden zich in cytoplasma celorganellen. Er zijn verschillende organellen met elk hun
eigen functie. De celkern bevat de vloeistof waarin zich kernlichaampjes en chromosomen bevinden.
De kernwand scheidt de celkern van het cytoplasma. De chromosomen bevatten DNA en zijn dragers
van de erfelijke eigenschappen.
Menselijke lichaamscellen bevatten 23 paar chromosomen
Vrouwenchromosomen XX
Mannen chromosomen XY
Celdeling: vernieuwing van cellen
Stamcel: is in staat te veranderen in een ander type cel
Weefsel: wordt gevormd door een groep cellen van dezelfde soort met dezelfde functie
A3 De huid
Functies van de huid:
1. Bedekken en beschermen van het lichaam
2. Het uitscheiden van water en zout
3. Het op peil houden van de lichaamstemperatuur
4. Het opnemen van prikkels uit de buitenwereld
5. Het vormen van vitamine D
6. Het aanleggen van voedselreserves
Bouw van de huid:
- De opperhuid (epidermis)
- De lederhuid (corium of dermis)
- Het onderhuidse bindweefsel (subcutis)
A4 Het bewegingsapparaat: het skelet, de gewrichten en de spieren
Functie van het skelet:
1. Stevigheid en vorm
2. Bescherming bieden aan weke delen
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilzse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.