Hoorcolleges Leer- en onderwijsproblemen
Hoorcollege 1: zorg in regulier en speciaal onderwijs
Commissie advies: deze commissie ziet allerlei leerlingen die zich aan willen melden voor onderwijs
wat niet regulier is. Daar moet je een toelaatbaarheidsverklaring voor aanvragen. De commissie
advies keurt dit wel of niet goed. Deze verklaring is nodig voor plaatsing SO, SBO & VSO
Des te beter de structuren van het regulier onderwijs, des te meer kinderen daar goed onderwijs
kunnen krijgen en hoe minder kinderen dus naar het onderwijs hoeven.
Waarom zouden kinderen eigenlijk niet naar het speciaal onderwijs moeten?
1) Het kost veel geld,
2) Ouders willen graag dat hun kind regulier onderwijs krijgt met ‘normale kinderen’ waar het kind
zich ook aan kan optrekken.
Onderwijsstructuur in NL
- In NL (en buitenland) wordt er steeds meer doorgewerkt naar inclusief onderwijs. Momenteel is er
GEEN inclusief onderwijs.
- Wij werken al een aantal jaren toe naar een systeem waarin kinderen zoveel mogelijk opgevangen
kunnen worden in het regulier onderwijs (huidige trend). Dit betreft passend onderwijs en geen
inclusief onderwijs.
- Passend onderwijs= Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun
kwaliteiten en hun mogelijkheden. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat elk kind het beste uit
zichzelf haalt. Scholen bieden daarom extra hulp aan leerlingen die dit nodig hebben, zoals kinderen
met leer- of gedragsproblemen.
- Regulier onderwijs= de verzamelterm voor onderwijs dat zich niet richt tot speciale doelgroepen,
zoals speciaal onderwijs. Het speciaal basisonderwijs valt ook onder het reguliere basisonderwijs en
hierbij gelden dezelfde kerndoelen als in het regulier onderwijs.
VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Waarom en wat?:
- Het verdrag is in NL sinds 14 juli 2016 in werking (geratificeerd= NL heeft handtekening gezet en dat
ze er actief aan zullen werken)
- Het verdrag heeft geen nieuwe rechten, maar bevordert de rechten die een land al heeft,
- Een lidstaat heeft een actieve verplichting om inclusie te bevorderen en personen met een
handicap te beschermen tegen belemmeringen die zij in het dagelijks leven ondervinden,
- Sleutelwoorden in het VN: inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie staan hierbij
voorop.
In het onderwijs:
- (hoger) onderwijsinstellingen zijn onderdeel van de overheid en hebben daarmee een eigen
verplichting om het verdrag uit te voeren,
- Recht op onderwijs is vastgesteld in verschillende wetgeving en dus niet nieuw. Wel is met het
verdrag het recht op inclusief onderwijs vastgelegd, waarmee dit recht in rechte afdwingbaar is
geworden,
- Maar…… wat is recht op inclusief onderwijs? Dit is lastig, want in NL is het passend onderwijsstelsel.
Geen inclusief onderwijsstelsel, dus inclusief onderwijs kunnen wij niet waarmaken. Vroeger hadden
we voor elk soort kind een andere vorm van onderwijs (segregatie).
,De pabo zoals hij nu bestaat is bv. vooral gericht op de gemiddelde leerling die op alle manieren goed
mee kan komen in het onderwijs en dus bijvoorbeeld geen beperkingen heeft.
In een eventuele weg naar inclusief onderwijs zouden leerkrachten getraind moeten worden en
zouden scholen voor alle kinderen toegankelijk moeten zijn, dus ook voor mensen in een rolstoel
bijvoorbeeld.
Passend onderwijs past op dit moment heel goed bij NL.
Beleidskader
1990 Weer Samen Naar School verband (WSNS) -> erg gericht op speciaal onderwijs
= Initiatief van scholen om meer samen te werken, elkaar op te zoeken en expertise uit te wisselen.
Ook verwezen ze kinderen naar andere scholen die geschikter waren
-> Dit was geen wet, maar een akkoord tussen scholen
-> Speciaal onderwijs blijft groeien
1998: Wet op Primair onderwijs (PO)
-> IOBK (ontwikkeling bedreigde kleuters), LOM (leer en onderwijs problemen) en MLK (moeilijk
lerende kinderen, verlaagd IQ) worden SBO (dus eerst veel onderwijssvormen, nu samengevoegd tot
1) -> SBO valt onder regulier onderwijs
-> Formalisering samenwerkingsverbanden WSNS (1 of 2 scholen voor SBO met scholen in de regio
die met elkaar samenwerken. Vaak is er ook ambulante begeleiding beschikbaar voor kinderen in het
reguliere onderwijs. Als leerkrachten van regulier onderwijs niet weten hoe om te gaan met het kind
dan kunnen ze hulp krijgen vanuit ambulante begeleiding vanuit SBO)
-> (Terugdringen omvang speciaal onderwijs)
*Men wil naar een situatie waarin onderwijs in staat is zich aan te passen naar de leerlingen in plaats
van dat de leerling zich aanpast aan het onderwijs
Samenwerkingsverbanden (SWV)
-> Een of twee SBO-scholen met een groep reguliere basisscholen,
-> Ambulant begeleider SBO geeft zorgstructuur in SWV vorm als continuüm van zorg,
-> Leerling kan naar SBO als basisschool en PCL dat aangewezen vinden (criteria verschillen per regio)
Maar: het speciaal onderwijs blijft groeien.
2003 Wet op de expertise centra (WEC) & regeling
-> Er waren 17 verschillende typen speciaal onderwijs ingedeeld in 4 REC’s
-> Leerlingen gebonden financiering. O.b.v. indicatie kon je kiezen voor regulier onderwijs met rugzak
(geld en materiaal beschikbaar voor ondersteuning kind), maar ook mocht je met die indicatie kiezen
voor speciaal onderwijs. In de praktijk was deze vrijheid niet zo groot, maar op papier wel.--> Dit is de
beste positie van ouders ooit geweest
-> Positie zorgleerlingen in regulier onderwijs is verbeterd
Positief effect op positie van zorgleerling binnen school. Het is helaas niet gelukt om het speciaal
onderwijs leerlingen terug te dringen, sterker nog het is alleen maar gegroeid. Dus de doelstelling om
het speciaal onderwijs kleiner te laten worden is niet gelukt met dit onderwijsstelsel.
dat dit moest veranderen naar wet passend onderwijs is deels doordat het te veel geld kost.
2003: Clusters, voor leerlingen met:
Cluster 1) Visuele handicap: per definitie achterstand in ontwikkeling, omdat ze het zien missen
Cluster 2) Auditieve en communicatie handicap (doof/ slechthorend of spraaktaalprobleem: door de
medische ontwikkelingen zijn er steeds minder dove en slechthorende leerlingen. Op deze scholen
,zie je daarom nu voornamelijk nog mensen met spraaktaalproblemen. De kinderen vinden steeds
meer hun plek in het speciaal onderwijs),
Cluster 3) Lichamelijke en mentale/meervoudige handicap. Bijvoorbeeld onderwijs voor zeer moeilijk
lerende kinderen (ZMLK): onderwijs waar mensen met verstandelijke beperkingen hebben. Qua
leerontwikkelingen komen deze leerlingen vaak niet verder dan een niveau van eind groep 3. Wat
betreft rekenen kunnen ze niet verder tellen dan 10. Ook heb je scholen voor langdurig/chronisch
zieke kinderen, vroeger gingen hier voornamelijk kinderen met astma heen. Hiernaast heb je ook
Tieltiel onderwijs, deze kinderen krijgen Tieltiel onderwijs.
Cluster 4) (ernstige) Psychiatrische en/of gedragsproblemen: bv. RENN4 (blarengroenschool,
diamantcollege).
Regulier onderwijs Speciaal onderwijs
Basisonderwijs SO-scholen in cluster 1 t/m 4
School voor speciaal basisonderwijs (SBO) VSO- scholen in cluster 1 t/m 4
Voortgezet onderwijs (VMBO/HAVO/VWO) REC’s
OPDC (orthopedagogisch didactisch centrum)=
tussenschool waarbij kinderen die bv. door
gedragsproblemen achterstanden hebben
opgelopen in de basisschool. Dit is een school
die twee jaar lang nog probeert didactische
vaardigheden over te brengen naar het kind,
zodat het een niveau kan volgen wat beter past
bij hun cognitieve vermogen. Uiteindelijk
kunnen die kinderen vaak alsnog naar het
reguliere onderwijs!! Super goed -> voor
kinderen tussen 10 en 14 jaar op dit moment (in
Groningen is er maar 1 momenteel)
Praktijkonderwijs (PrO) -> nu krijgen ze ook een
diploma, vroeger niet. Doel eerst was enkel dat
ze school verlaten met een baan. De leerlingen
hebben nu veel meer het idee dat ze naar
school gaan doordat ze een diploma/ certificaat
krijgen.
*Cluster 1 is koninklijk (koninklijke fysio) en heeft veel rechten. Ze komen ook veel voor zichzelf op.
Ze willen zelfstandig zijn en niet afhankelijk van de samenwerkingsverbanden.
*Cluster 2 wil op zichzelf blijven bestaan.
*Als leerling naar SBO gaat dan moet je daar een toelaatbaarheidsverklaring voor aanvragen. Deze
verklaring is alleen geldig in de regio waarin de verklaring is aangevraagd. Als je bv. verhuisd dan
moet je het dus speciaal opnieuw aanvragen. Voor SO is het niet per regio verschillend, dit is
landelijk. Cluster 1 t/m 4 is dus landelijk en zij hoeven het niet opnieuw aan te vragen als ze
verhuizen.
*Afhankelijk van de ernst van de problematiek kan iemand nog naar SBO of moet die naar SO. Dit
wordt beoordeeld door de commissies. Deze commissie beoordeeld de TLV aanvraag. Er wordt
gekeken naar het type leerling en wat de school zelf al heeft gedaan om de leerling goed te kunnen
ondersteunen en of het dus nodig is om naar SO te gaan. Het is per regio verschillend hoe dit proces
er precies uitziet.
Doelen:
-> Ouders meer zeggenschap + vergroten keuzevrijheid (LGF= rugzak),
, -> Vergroten integratie,
-> Terug/dringen omvang speciaal onderwijs
2014 Wet Passend Onderwijs (zie filmpje in pp 1)
-> Zorgplicht is direct gerelateerd aan passend onderwijs (= school is verantwoordelijk voor het
zoeken naar of aanbieden van een passende onderwijs plek. Dit gebeurd in overleg met de ouders)
-> Een passende onderwijsplek voor alle leerlingen (ook voor kinderen die extra ondersteuning
nemen)
-> Verschil met inclusief onderwijs
-> Mogelijkheden van leerlingen worden vooropgezet.
-> Scholen gaan meer samenwerken zodat kennis en expertise kan worden uitgewisseld
Ouders hebben hierbij niet zo’n goede positie. Ze hebben weinig te zeggen over het kind en wat
daar mee gebeurd.
passend onderwijs is deels een bezuinigingsoperatie. Hiernaast is het ook een ideaal. We willen
steeds meer toewerken naar een maatschappij waar iedereen kaan meedoen (ook mensen met
beperking)
Het gaat hier niet om een zichzelf staande regeling, maar om wijzingen in de bestaande sector
wetten, in het bijzonder:
- De wet op het primair onderwijs,
- De wet op expertisecentrum,
- De wet op het voorgezet onderwijs,
- (in mindere mate) de wet educatie en beroepsonderwijs
Zorgplicht
- Passend onderwijs betekent dat scholen een passende onderwijs moeten bieden aan alle
leerlingen, dus ook aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
- Indien scholen daartoe onvoldoende mogelijkheden zien, zijn zij verantwoordelijk voor het vinden
van een (reguliere of speciale) school die de extra ondersteuning kan bieden
- Scholen hebben op moment van (schriftelijke) aanmelding de verplichting (zorgplicht) om te kijken
of het kind met extra ondersteuning ook gebruik kan maken van hun onderwijs. De school kijkt dus of
de leerling met extra ondersteuning past binnen hetgeen dat zij beschreven hebben in een bestand.
Ook zeggen zij niet tegen ouders als ze kind doorverwijzen van nou ga maar naar school X toe. Door
de zorgplicht moet de school contact opnemen met de andere school om ervoor te zorgen dat er een
plek is voor het kind op die school. Ouders hoeven er dus niet achteraan. ‘Ouders gaan niet meer
shoppen, scholen gaan shoppen’. De school kan een leerling alleen weigeren om de volgende 3
redenen:
1) Geen plaatsingsruimte (wachtlijst). Je hebt dan als school wel een vol verklaring nodig, dit is een
officieel document. De zorgplicht geld dan niet,
2) Ouders weigeren grondslag school te respecteren/ onderschrijven. Bv. ouders hebben niets met
god terwijl het een erg christelijke school is,
3) Leerling is niet geschikt om dit type onderwijs te volgen (bao-advies, onderwijskundig rapport). Bv.
kind heeft havo advies, maar ouders melden hem aan bij een vwo school.
*Een van de doelstellingen van passend onderwijs was het terugdringen van thuiszitters. Dit is echter
alleen maar gegroeid. De doelstelling ‘er wordt minder geld uitgegeven’ is wel gelukt. Er is nu een
fixed budget (in plaats van open eind). De overheid heeft nu een bepaald bedrag vastgesteld waar de
scholen het mee moeten doen, dat is het geld dat beschikbaar is. Positie van leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben is wel beter geworden.