Markt: het geheel van vraag en aanbod van een product. Dit wordt gedreven door de prijs.
Wereldmarkt: De prijs wordt mondiaal tot stand gebracht.
Lokale markt: De prijs is alleen van toepassing op lokaal gebied.
Nationale markt: De prijs verschilt per land.
Relevante markt: De voor de ondernemer/producent belangrijke markt.
De markt geldt voor een product die mensen in dezelfde behoefte voorziet. Dus ook al zijn er
verschillende merken frisdrank, het valt allemaal onder de frisdrank markt.
Heterogene markt: Verschillen in hetzelfde product.
Homogene markt: Eén en hetzelfde product.
Bedrijfstak: alle ondernemingen die hetzelfde product op eenzelfde manier produceren en de klant in
zijn behoefte voorzien. Een bedrijfstak levert meestal voor meerdere markten.
1.2 Classificatie van bedrijven
Bedrijven concurreren met elkaar. Maar hier moeten twee kanttekeningen neergezet worden:
1) Ten eerste wordt er niet alleen in een land met elkaar geconcurreerd, maar ook op de
wereldmarkt. Importquote geeft aan hoe groot deel van de omzet gebruikt wordt voor
import. Exportquote geeft aan hoeveel procent van de omzet uit export binnen
gehaald wordt.
2) In een land wordt geconcurreerd, maar dat heeft niet te betekenen dat een bedrijf door
het hele land concurrentie heeft. Alleen in zijn afzetgebied (=relevante markt)
1.3 Bedrijfskolom
Bedrijfskolom: de weg van grondstof naar eindfabricaat. Is vaak verweven met andere kolommen
vanwege de vraag naar hulpmiddelen in bewerking.
Primaire sector: Bewerkers van grondstoffen
Secundaire sector: Bewerkers tot eindfabricaten
Tertiaire sector: Dienstensector
Toegevoegde waarde: De prijsverhoging die iedere schakel uit de kolom bij het product toevoegt om
winst te maken.
Waardesysteem: geheel aan toevoeging van waarde in een kolom.
Bedrijfstakkenmerken Bedrijfsgrootte/ Kapitaalgoederen Homo/heterogeniteit Aard van
aantal bedrijven voorraad productieproces
Grondstofwinning Groot/weinig Groot Homogeen Proces
Agrarische sector Klein/ zeer veel Klein Homogeen Proces
Basis industrie Groot/ weinig Groot Homogeen Proces
Verwerkende Groot/ weinig Groot of klein Heterogeen Proces/assemblage
industrie gevarieerd
Diensten Gevarieerd Klein Homogeen/ Proces/maatwerk
heterogeen
, 1.4 Concurrentie-intensiteit en positie
Concurrentie: wedijveren om de vraag naar een product.
Interne concurrentie: concurrentie binnen dezelfde bedrijfstak. Gericht op een zo groot mogelijk
marktsaandeel krijgen. Hangt af van:
- Aantal ondernemingen en grootte efficient productieproces
- Aantal producten en diversiteit klantenbinding
- Kosten
- Technische ontwikkeling
- Concurrentie van het buitenland
Externe concurrentie: Concurrentie tussen afnemers en toeleveranciers. Gericht op een zo hoog
mogelijk marktsaandeel van de toegevoegde waarde in de bedrijfskolom. Bepaalt door:
- Grootte en aantal afnemers: veel afnemersprijs varieert/weinig afnemers prijs is star
- Grootte en aantal leveranciers: Veel leveranciersprijs is laag/ Weinig leveranciersprijs is
hoog
Potentiële concurrentie: Dreiging van mogelijke toetreders of substituut producten. Bepaalt door:
- Aantal toe en uittreders
- Substituutproducten
Omgevingsfactoren: Overheid, economische orde, vraag en toeval.
- Overheid: Bepaalt wetgeving en maakt kartelvorming verboden. Houd ook
buitenlandse concurrentie soms tegen.
- Economische orde: Vrijhandel zorgt voor hevige concurrentie, Regelgeving (normen en
waarden) zorgt voor een veilig handelsklimaat en een eerlijk productieproces over de
hele bedrijfstak.
- Vraag: als de vraag groeit, zorgt dit ervoor dat markten voor dezelfde prijs meer
kunnen afzetten: Geringe concurrentie.
- Toevalsfactoren: Weer, crisis etc kan er voor zorgen dat de concurrentiepositie van bepaalde
takken of bedrijven ineens sterk dalen of stijgen.
Concurrentiepositie: de positie die het bedrijf inneemt tussen Behaald rendement en intensiteit van
concurrentie. Bij een hoger rendement op eenzelfde intensiteit heeft het bedrijf met het hogere
rendement een betere positie.
Marktaandeel: groot markaandeel zorgt ervoor dat jij ongeveer de prijs bepaalt.
Schaalvoordelen: op hoe grotere schaal je produceert, des te minder kosten je hebt in verhouding.
Specialisatie: Het aantrekken van deskundigen op een gebied zorgt voor een hogere
productiecapaciteit. Leidt ook tot een hogere productiedifferentiatie.
Exclusieve kennis en vaardigheden: Patenten en exclusieve kennis zorgen ervoor dat jij monopolie
hebt op een productieproces of dienst.
Niet alleen de winstgevendheid zegt wat over de concurrentiepositie, maar ook de kracht om je
vragers, afnemers etc. trouw te houden en in hun behoeftes te voorzien heeft een impact.
Bedrijfstakken concurreren ook met elkaar, vaak op internationaal niveau: Duitse autobranche met de
Aziatische autobranche. D.m.v. prijs, kosten, merk, etc.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liszand. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.