Voor de opleiding Accountancy moesten wij deze woordjes leren voor het tentamen. De Engelse woordjes zijn vertaald in het Nederlands, en de definitie is gegeven in het Engels (wat je moet weten voor het tentamen). Hierbij gaat het om unit 13 t/m 24 (periode 2, per periode doe je 12 hoofdstukken) . ...
Engels Unit 13 t/m 24
http://dictionary.cambridge.org/us/dictionary/business-english/
Long-term liabilities = langlopende schulden a debt that does not need to be paid for at least
a year
Non-current liabilities = langlopende a debt or other payment that does not have to
verplichtingen be paid within 12 months
Current liabilities = kortlopende verplichtingen a payment that a company must make within
12 months:
Creditors = schuldeisers a country, organization, or person to whom
money is owed:
Deferred taxes = uitgestelde belastingen money that a company owes in tax on income
already earned, but that it will not pay until a
future date:
Total liabilities = totale schulden Total of the amount of money that a person or
organization owes:
Shareholders’ equity = eigen vermogen the total value of a person's or company's
assets after their total debt has been
subtracted:
Accrued expenses = toegenomen kosten an amount of money that a business owes in a
particular period which it records in its accounts
but that it does not pay in that period:
Charged against (accrued expenses) = laste The bills that not have been received or the
cash paid, it can include taxes and utility bills,
for example electricity and water.
Share premium the extra value of a share in relation to its value
when it was issued:
Face value = nominale waarde the value or price shown, for example on a
stamp, a coin, or a bill
Reserves kept in order to use later if needed:
Unit 2 (14)
Profit and loss account = winst en a document that shows a company's profit or
verliesrekening loss in a particular period:
Non-profit organizations an organization whose most important goal is
something that does not involve making a
profit:
Income and expenditure account = inkomsten a record of money received and spent by a
en uitgave business or organization during a particular
period:
Surplus = overschot an amount that is more than is needed:
Sales revenue = omzet the amount of income that a company receives
from the sale of products or services in a
particular period of time:
Turnover = omzetcijfers / omzet the total number and value of shares bought
and sold on a stock market in a particular
period of time:
Cost of sales = verkoopkosten the amount of money that a company spends in
order to make and sell products in a particular
financial period, for example, on wages and raw
materials:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pamwessels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.