Hierbij is het boek recht in factoren 2023 samengevat alle onderdelen en hoofdstukken komen aanbod, in het boek staat meer dan wordt behandeld in de hoorcolleges dus zeker de moeite waard.
Hoofdstuk 1:
Orde is van essentieel belang voor de samenleving, zonder deze orde zou elke samenleving
ontaarden in een chaos. Dit wordt vaak aangeduid als de basis van het recht. Er zijn veel
verschillende definities voor het recht dus in deze samenvatting hanteren we de volgende:
“Een besturingssysteem voor menselijk handelen dat operationeel moet zijn zodra er sprake
is van een samenleving van twee of meer personen.”
We treffen een grote diversiteit aan normen aan. Religieuze normen, morele normen,
fatsoensnormen maar ook huisregels.
Morele normen scheppen een kader van innerlijke gezindheid en daaruit voortkomende
gedragingen, enkel vanuit het oogpunt van goed en kwaad. Moraal verwijst zowel naar
individueel als het algemeen aanvaarde moraal.
Godsdienstige normen richten zich tot gelovigen. De normen die zij aanhouden komen van
goddelijke macht.
Fatsoensnormen geeft weer wat in de uiterlijke omgangsvormen als passend wordt ervaren.
Het sluit aan bij de algemeen aanvaarde gedragsvoorschriften.
Rechtsregels zijn het product van menselijk handelen. Het voornaamste doel is het
voorkomen van conflicten in de samenleving.
Het recht brengt als geheel van regels en normen een ordening in de samenleving. Hierin
kunnen we een objectief en subjectief recht van elkaar onderscheiden.
Objectief recht wordt gezien als de gehele regelgeving en kunnen niet los van elkaar worden
gezien. Een subjectief recht is een bepaalde bevoegdheid voor een persoon.
Bij een dwingend recht dient niet van te worden afgeweken en die dwingen een bepaalde
gedraging. Bij een aanvullend recht is er de mogelijkheid om van de regeling af te wijken.
Het privaat- en publiekrecht kan worden opgedeeld in verschillende rechtsgebieden
1. Privaatrecht
1.1. Personen- en familierecht
De rechtsverhoudingen binnen en buiten het gezin
1.2. Vermogensrecht
Dit heeft betrekking op geld waardeerbare rechten en plichten
1.2.1. Goederenrecht
Heeft betrekking op de verhouding tussen een persoon en een goed
1.2.2. Verbintenissenrecht
Kan worden omschreven als dat deel van het vermogensrecht dat de
rechtsverhouding tussen twee of meer personen regelt.
1.2.3. Handelsrecht
Bevat het geheel aan rechtsregels betreffende de zaken van handel en verkeer
2. Publiekrecht
2.1. Staatsrecht
Bevat de belangrijkste regels die betrekking hebben op de ordening van de
overheid en zijn organen en de bevoegdheden.
2.2. Bestuursrecht
Het geheel aan rechtsregels dat betrekking heeft op de bestuurstaak van de
overheid.
2.3. Strafrecht
We wetgever heeft hier een aantal gedragsregels opgesomd die de samenleving
vanuit een maatschappelijk oogpunt verwerpelijk en ongewenst acht.
,Rechtsbronnen:
Het gewoonterecht is ontstaan door gewoonte en dingen die nu als ‘normaal’ worden
geacht. Verder hebben we de wetten, hieronder verstaan we elke algemene regeling,
uitgevaardigd door een daartoe bevoegd overheidsorgaan.
1. Wetten in formele zin = dit zegt iets over het orgaan waarvan de wet afkomstig is.
Namelijk van de regering en de Staten-Generaal.
2. Wetten in materiële zin = als een orgaan met wetgevende bevoegdheid een besluit
neemt dat voor alle burgers, bindende regels bevat.
Als volgende rechtsbron hebben we de algemene rechtsbeginselen. Deze worden vaak in
slagzinnen geformuleerd. Verdragen behoren te worden nageleefd, maar gelden niet tot in
de eeuwigheid.
Jurisprudentie zijn uitspraken van met rechtspraak belaste instanties en kunnen ook een
rechtsbron vormen.
Als belangrijkste internationale rechtsbron hebben we de verdragen. Een internationale
overeenkomst die gesloten wordt tussen twee of meer staten en waarin de wederzijde
plichten en/of rechten schriftelijk zijn vastgelegd.
Als laatste hebben we de besluiten van internationale organisaties. Besluitend ie door
organen van de organisaties op grond van hun bevoegdheden worden genomen. De
omvang van deze bevoegdheden worden bepaald door de staten die deze organisaties
hebben opgericht.
, Hoofdstuk 2:
Om de werking van de EU goed te kunnen begrijpen zijn we het verschil in betekenis nodig
tussen intergouvernementele en supranationale organisaties.
Intergouvernementele organisaties stimuleren een zekere samenwerking tussen de lidstaten
door het ontwikkelen van een gemeenschappelijk beleid en het opstellen van verdragen. Er
bestaat geen overdracht van soevereiniteit.
Supranationale organisaties dragen wel een zekere mate van soevereiniteit over, wat in de
praktijk betekend dat lidstaten tergen hun wil, gebonden kunnen worden aan besluiten van
een organisatie. De EU is hier een voorbeeld van.
De voornaamste organen van de EU zijn:
1. Europese raad
2. Raad van Ministers Belangrijkste wetgevende orgaan.
3. De Europese Commissie
4. Europees Parlement
5. Het hof van justitie
De besluitvorming binnen de EU staat weergegeven in art. 249 EG-verdrag. Hier staan een
drietal acties in
- Verordeningen stellen Algemeen verbindend voorschrift en is rechtsreeks
toepasselijk in afzonderlijke lidstaten.
- Richtlijnen vaststellen is van toepassing op een, op meerdere of op alles lidstaten
en geeft geen algemeen bindende voorschriften
- Beschikkingen afgeven is geen algemene regel, maar een beslissing die zich tot
een geadresseerde richt en voor een correct geval.
Hoofdstuk 3:
De overheid formuleert juridische kaders waarmee elke organisatie rekening mee dient te
houden. Kenmerkend voor de wijze waarop de Nederlandse overheid is georganiseerd is het
feit dat de macht van de overheid een rechtens gelimiteerde macht is.
Beginselen:
Het eerste beginsel dat onze rechtsstaat kent is het waarborgen van de grondrechten.
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat elke bevoegdheid waarbij de vrijheid van de burger wordt
beperkt, moet berusten op de wet. Deze beperking dient voor iedereen gelijk te zijn.
Daarnaast kennen we ook nog het beginsel van democratie hieronder verstaan we het feit
dat de burgers het recht hebben om te bepalen door wie ze zullen worden geregeerd.
Het laatste beginsel is het machtenscheiding beginsel. Hierdoor kan de overheidsmacht
beperkt worden. Deze scheiding der machten wordt de trias politica genoemd:
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende macht
3. Rechtsprekende macht
De wetgevende macht geeft de bevoegdheid tot het maken van algemeen verbindende
regelgeving en is in Nederland opgedragen aan de Staten-Generaal (eerste en tweede
kamer) en de regering (koning en ministers).
De uitvoerende macht berust op de regering.
De wetgevende macht ligt niet alleen bij de centrale overheid maar ook bij de provincie en
gemeente.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hendriksnienke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.