Een overzichtelijke samenvatting geordend per onderwerp. De onderwerpen die aan bod komen zijn:
- Cellen, organen en orgaanstelsels
- Erfelijkheid
- DNA
- Genexpressie en RNA
- Evolutie
- Fotosynthese, dissimilatie en voortgezette assimilatie
- Ecosystemen: interactie en regulatie
- Ec...
Biologie samenvatting alle examenstof
Cellen, organen en orgaanstelsels
Begrippen
Hypertonisch: hogere concentratie opgeloste stoffen (meer deeltjes per liter dan een
andere oplossing deze is dan hypotonisch)
Hypotonisch: met een lagere concentratie opgeloste stof.
Isotonisch: aantal gelijke opgeloste deeltjes per liter
Passief transport: geen energiegebruik (diffusie en osmose)
Diffusie: kleine moleculen en ionen gaan door het celmembraan (met deeltjes!)
Osmose: water gaat door het celmembraan (met water!)
Permeabel: doorlaatbaarheid
exocytose: afgeven van stoffen door een cel
Endocytose: opname van deeltjes (fagocytose is endocytose van vaste deeltjes)
Turgor: druk op de celwand door osmose
Plasmolyse: celmembraan laat los van de celwand
Enkelvoudig hart: 1 kamer en 1 boezem
Emergente eigenschap: kan worden waargenomen als het organisatieniveau
veranderd.
Organel en functie
Kern: regeling van cel processen
Celmembraan: regeling opname en afgifte van stoffen door een cel
Mitochondriën: ATP-productie door aerobe dissimilatie
ER: transport van stoffen binnen de cel
Ribosomen: eiwitsynthese (maken) door translatie (mRNA wordt gebruikt)
Golgi-systeem: opslag en vorming van stoffen
Lysosomen: vertering bij fagocytose en van afgestoven cel onderdelen
Chloroplasten (bladgroenkorrels): fotosynthese, bladmoes, sluitcellen en
schorsparenchym.
Chromoplasten (kleurstofkorrels): lokken van insecten en andere dieren
Amyloplasten (zetmeelkorrels): zetmeelopslag
Organisatieniveau:
- Moleculen: bouwstenen van organellen en andere celstructuren
- Cel: kleinste levende eenheid
- Orgaan: deel van een organisme met 1 of meer functies
- Organisme: individu, één levend wezen
- Populatie: groep individuen van 1 soort die kunnen voortplanten
- Ecosysteem: verzameling van populaties en abiotische factoren in een natuurlijk
begrensd gebied.
Erfelijkheid
Begrippen
Genotype: genen van een individu
Fenotype: waarneembare eigenschappen van een individu
Intermediair: beide allelen komen tot uitwerking
Autosomen: niet-geslachtschromosomen
Haploïd: geslachtscellen, die bevatten chromosomen in enkelvoud
Diploïd: alle andere lichaamscellen, chromosomen in tweevoud aanwezig
Lethaal allel: het organisme is niet levensvatbaar
, Drager: gezond individu die het recessieve gen meedraagt
Mitose: celdeling in normale cellen
Meiose: celdeling in geslachtscel
Ongeslachtelijke voortplanting: kunstmatig nieuwe individuen maken die identiek zijn
aan de ouder. (Klonen)
Mutatie: een gewijzigd/veranderd gen
Regels bij kruising
Dominant of recessief?
- zodra twee ouders met dezelfde kleur een kind hebben met een andere kleur
betekend het dat: de ouders heterozygoot zijn (Aa) en de dominante eigenschap tot
uiting komt. Het kind is dan heterozygoot recessief (aa).
X-chromosomaal of autosomaal?
1) Zoek een vader met het dominante allel. Zodra de eigenschap x-
chromosomaal is moeten alle dochters ook de eigenschap van de vader
hebben.
2) Zoek een moeder die homozygoot recessief is. Zodra de eigenschap x-
chromosomaal is moeten alle zonen deze eigenschap ook hebben.
Prenatale diagnostiek door middel van:
Vlokkentest: onderzoek enkele cellen placenta (vanaf week 8)
Preïmplantatie diagnostiek: onderzoek van cellen van een embryo die nog
geïmplanteerd moet worden
Vruchtwaterpunctie: onderzoek van enkele cellen uit het vruchtwater (v.a. week 16)
NIPT: bloed van de moeder (zitten cellen van embryo in) wordt onderzocht op
afwijkingen. Dit levert geen extra kans op een miskraam.
Dit kan weergegeven worden in:
Karyogram: overzicht gerangschikte chromosomen (cel tijdens mitose)
Hierin kan worden weergegeven welke afwijkingen er zijn bijvoorbeeld:
- Ziekte van Huntington
- Trisomie 21: syndroom van down
DNA
Begrippen
Weefselkweek: kunstmatig cellen vermeerderen voor medisch onderzoek
DNA: bevat genen, de dragers van erfelijke informatie
Organismen groeien onder invloed van hormonen
Genoom: complete set genen in een cel
Puntmutatie: verandering van 1 basepaar
Genoommutatie: afwijking van het normale aantal chromosomen
Mutant: individu waarbij de mutatie tot uiting komt in het fenotype
Albinisme: pigment melanine kan niet worden aangemaakt (erfelijk)
Replicatie van DNA
1) Despiralisatie van dubbelstreng: er ontstaan twee losse strengen door
verbreking van bese-paren.
2) Splitsing van beseparen.
3) Aankoppeling van passende vrije DNA-nucleotiden.
4) Ontstaan twee identieke chromatiden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floorvanechtelt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.