CE §2.1 - Een wereld van steden
———————————————————————————————————————————
Belangrijke knooppunten in de moderne netwerksamenleving zijn wereldsteden; zij vormen samen
een stedelijk netwerk en tevens de ruggengraat van de wereldeconomie. Een wereldstad
(global city) of metropool is een belangrijk mondiaal knooppunt op economisch, cultureel of
politiek gebied. Je ziet hier:
- Een concentratie van hoofdkantoren van mno’s
- Een dicht netwerk van verbinden, zoals vliegverbindingen en telecommunicatie
- Een intensieve uitwisseling van informatie
- Veel banken en andere financiële instellingen
- Een oververtegenwoordiging van internationale dienstverlenende bedrijven
Veranderingen, vernieuwingen en trend vinden hun oorsprong
vrijwel altijd in deze broeinesten van creativiteit,
ondernemingszin en sociale mobiliteit. Politiek gezien zijn de
grootstedelingen linkser, ‘groener’ en meer op het buitenland
gericht dan het platteland. Wereldsteden zijn goed met elkaar
verbonden, maar hebben ook verbindingen op lager
schaalniveau via een hub en spoke-netwerk. Metropolen
hebben vaak intensiever contact met andere wereldsteden
dan met het eigen land. Er zijn veel global cities, maar de top
drie is Tokyo, Londen en New York. Hoewel de productie van
goederen en diensten de afgelopen dertig jaar over de wereld
is uitgewaaierde, liggen de ‘commando- en controlcentra’ nog
steeds in het hart van het triadisch netwerk dat de
wereldeconomie beheerst. Daarnaast liggen de drie steden
goed gespreid en is ze dus 24 uur actief. Door globalisering
neemt de concurrentie echter wel toe, door bijvoorbeeld
Hongkong, São Paulo en Istanbul.
Wereldsteden zijn niet per se de grootste steden, maar tegelijkertijd zijn megasteden niet per se
van belang in het mondiale stedelijke netwerk. Steden zijn megasteden als ze meer dan 10
miljoen mensen, zoals Lagos. De snelle groei van megasteden kun je verklaren door:
- De hoge natuurlijke groei; deze steden hebben een jonge bevolking en het sterftecijfer is hier
lager dan op het platteland.
- Het hoge vestigingsoverschot; nog steeds trekken grote steden als een magneet plattelanders
aan, ook al is de urbanisatie tegenwoordig het grootst in middelgrote steden.
- De uitbreiding van de stad, waardoor randsteden onderdeel van het stedelijk gebied zijn
geworden.
De snelle groei in megasteden zorgen voor grote problemen op het gebied van voorzieningen,
wonen en werk. Zo zijn er vaak veel files, wonen veel mensen in slums en is er een grote informele
sector.
Door de globalisering zijn de banden tussen wereldsteden verder aangehaald, maar tegelijkertijd
is de afstand tot andere steden toegenomen, omdat het internationale bedrijfsleven geen
belangstelling heeft voor deze steden. Daar zijn drie redenen voor:
- De koopkracht van de stedelijke bevolking en van haar omgeving is laag.
- De steden liggen vaak in een land met veel sociale en politieke onrust.
- De nationale ideologie of politieke opvatting verzet zich tegen de invloed van de westerse
liberale markteconomie.
Deze steden profiteren dus minimaal van de economische groei die globalisering teweeg brengt;
zij zijn de black holes in het netwerk van steden.
, CE §2.2 - Steden in de VS
———————————————————————————————————————————
New York is een wereldstad, zo zijn er bijvoorbeeld belangrijke internationale organisaties zoals de
VN gevestigd. Een rang lager in de World City League zitten steden als Washington en LA, die de
motor is van van de film- en entertainmentindustrie en speelt daarmee een grote rol in de
amerikanisering van de wereldcultuur. Washington heeft als politiek centrum veel aanzien. De
andere grote steden zoals Philadelphia spelen eerder een rol in de VS zelf, deze regionale centra
vervullen een verzorgende functie voor een uitgestrekt achterland: dat is het gebied dat voor tal
van voorzieningen georiënteerd is op een bepaalde stad. Amerikaanse steden zijn veel sterker op
het binnenland gericht dan Europese steden, dit komt vooral door de omvang van de
Amerikaanse binnenlandse markt.
Of een stad een mondiaal knooppunt is meet je af aan twee criteria:
- De concentratie van hoofdkantoren van mno’s en het niveau van internationale
dienstverlening, dit laatste zijn bedrijven die hun diensten aanbieden aan grote bedrijven.
Koploper hierin is New York. De belangrijkste hoofdkantoren en zakelijke diensten liggen in de
VS geconcentreerd in het dichtbevolkte noordoosten, maar het zwaartepunt verschuift wel naar
het zuiden en westen. Dit komt door:
• De verschuiving van het demografisch zwaartepunt
• De economische groei, vooral door de hightechsector, in Sunbelt-staten zoals Texas
en Californië
• De global shift waarbij de Azië sneller groeit dan Europa
- Het aantal directe internationale bestemmingen van vliegvelden, waarin in de VS New York de
belangrijkste hub in het vliegnetwerk vormt. Toch zien we ook hier dat de luchthavens in het
zuiden en westen van het land sneller groeiend dan in het noordoosten.
De verschillen tussen Amerikaanse
steden zijn groot. Boston, aan de
oostkust, lijkt misschien nog het
meest op een Europese stad, maar
in de jongere steden in het zuiden
en vooral het westen zoek je
vergeefs naar een historisch
centrum of oude wijken.
Amerikaanse steden hebben tevens
een lage bevolkingsdichtheid. Toch
keren een aantal elementen in de
meeste steden terug. De skyline van
vrijwel alle grote Amerikaanse
steden wordt bepaald door het
Central Business District (CBD),
deze neemt maar een klein deel van
het stedelijk oppervlak in en steekt
uit in de omliggende lagere
bebouwing. Vroeger was de
binnenstad naast een zakencentrum
ook een winkel- en wooncentrum,
maar die functies liggen nu bij de
rand, waar je in de buurt van de suburbs grote shopping malls vindt die goed bereikbaar zijn door
highways. Deze verschuiving van centrum naar rand geldt ook voor de werkgelegenheid, die
vanaf 1960 verschuift naar bedrijventerreinen en kantoorparken aan de rand. Door de
globalisering verdween en verdwijnt ook veel arbeid naar lagelonenlanden of door automatisering.
Rond het CBD vindt je vaak oudere woonwijken, waar over het algemeen armere mensen wonen.
Sommige buurten van deze inner cities zijn berucht, gecontroleerd door bendes en voor toeristen
een no-go-area. De rijkere middenklasse woont in suburbs ver(der) buiten het centrum; meer dan
60% van de Amerikaanse stedelingen woont in vrijstaande huizen en nog meer dan het CBD
bepalen deze uitgestrekte suburbs het beeld van de Amerikaanse stad.