CE 3.1 - Platentektoniek rond de Middellandse Zee
———————————————————————————————————————————
De Middellandse Zee ligt op een convergente plaatgrens: de Afrikaanse plaat beweegt naar de
Euraziatische plaat toe. Afrika draait langzaam richting Europa, deze beweging wordt
aangedreven door het wegzakken van de oceanische korst; een proces dat in het oostelijke deel
van de Middellandse Zee plaatsvindt. De Euraziatische plaat wordt dan niet goed aangeschoven
en beweegt zelfs een beetje weg van Afrika. Hierdoor ontstaat er een convergente zone een
rekkracht. Deze rekkrachten zijn het meest actief in de westelijke Middellandse Zee: de Afrikaanse
plaat draait immers een beetje van de Euraziatische plaat af, waardoor de convergerende
beweging hier het laagst is en de rekkracht dus het sterkst. De continentale korst van de
Euraziatische plaat is hierdoor uitgerekt en verzakt. Hierdoor bestaat de westelijke Middellandse
Zee - in het bijzonder de Tyrrheense Zee - uit laaggelegen bekkens in plaats van hoge gebergten.
Door de draaiing en uitrekking van deze zee is er nog maar een klein stukje van de Afrikaanse
plaat in het noorden over. Dit stukje wordt beschouwd als een microplaat: de Apulische plaat.
In de afgelopen tweehonderdmiljoen jaar zijn er door de combinatie en afwisseling van
convergentie en divergentie verschillende mini-oceanen ontstaan en weer dichtgedrukt. Overal
hebben wel verzwakte mini-oceanen gelegen. Op die onderhand dichtgedrukte plekken vinden
we nu jonge gebergten: alpiene plooiingsgebieden, zoals de Pyreneeën. Dit soort gebergten
bestaan vooral uit sedimentgesteenten, gevormd uit dikke lagen zand, klei en kalk die eerder
afgezet zijn op de bodem van de zee. De Zwarte Zee is nog altijd een mini-oceaan; net zoals in de
Tyrrheense Zee is de rek hier zo groot geweest dat magma omhoog is gekomen en nieuwe
oceanische korst heeft gevormd.
De Egeïsche Zee is ook door rek verzakt. Hier zijn de verzakkingen beperkt gebleven en steken de
koppen van de voormalige bergtoppen nog boven zee uit: dit zijn de Griekse eilanden. Turkije is
losgeraakt van de Euraziatische plaat, doordat de Arabische van de Afrikaanse plaat afbrak en in
een hoger tempo noordwaarts schoof. Turkije kwam in het oosten vast te zitten tussen de
Euraziatische en Arabische plaat en moest naar het westen bewegen. Dit gebeurd over de Noord-
Anatolische breuklijn. Door vele breuken worden de Egeïsche en Anatolische platen als
microplaten met een eigen bewegingsrichting beschouwd.
Het effect van al deze gebeurtenissen is dat het Middellandse Zeegebied geologisch erg bijzonder
en complex is. We zien dat de Iberische plaat bij Spanje op het scharnierpunt van Afrika en
Europa al een lange tijd aan het ronddraaien is. Daarom lopen de gebergten van Spanje in alle
richtingen. Dit geld tevens voor landen als Marokko en Algerije (Euraziatische en Afrikaanse plaat).
Langs randen van andere microplaten vinden we ook gebergten, zoals de Apennijnen, die vooral
bestaan uit sedimentgesteente van de Apulische plaat dat over Italië geduwd is. Subductie van
de Afrikaanse onder de Egeïsche plaat leidt tot vulkanisme boven de wegduikende plaat. Italië
kent de Etna; een rustige vulkaan die juist bij divergente plaatsgrenzen ligt. Blijkbaar is er zo veel
rekking, dat de magma 9/10 keer rustig omhoog komt een effusieve vulkaan ontstaat.
, CE 3.2 - Een onrustig gebied
———————————————————————————————————————————
Hoewel de aardkorstplaten in het gehele gebied in beweging zijn, is de kans op aardbevingen het
grootst in het oostelijke deel, bij Italië, Griekenland en vooral Turkije. Dit komt door de werking van
Afrika: de vele microplaten bewegen langs en onder elkaar en zo ontstaan er ingewikkelde
breuksystemen waar de spanning continu wordt opgebouwd. De vraag is dan wanneer en waar
die spanning zal ontladen; hoe langer dit duurt, hoe krachtiger de aardbeving. In Italië en
Griekenland worden de meeste aardbevingen veroorzaakt door subductie, waarbij
overschuivingen van sedimentgesteenten in Italië en verzakkingen in de Egeïsche Zee
plaatsvinden. Hierdoor ligt het hypocentrum van de meeste aardbevingen erg ondiep, wat
gevaarlijk is. Voor- en naschokken vinden dan plaats omdat er bij aardbevingen weer nieuwe
breuken ontstaan en niet alle spanning verdwijnt; deze kunnen veel schade aanrichten omdat de
gebouwen dan al verzwakt zijn. In Turkije worden de zwaarste aardbevingen veroorzaakt door
transforme plaatbeweging van de Anatolische en Euraziatische plaat.
De vulkanen in het Middellands Zeegebied worden bijna allemaal veroorzaakt door subductie: op
zo’n honderd kilometer diepte smelt de wegduikende, zwaardere oceanische korst en vermengt
zich met water en lichter sediment. Dit mengsel hoopt zich op in de magmakamer en omdat dit
magma nogal stroperig is, vinden uitbarstingen pas plaats wanneer de druk hier hoog genoeg is
opgebouwd. Daardoor zijn de meeste vulkanen in dit gebied explosieve stratovulkanen: ze
vormen caldera’s zodra de vulkaan na een explosieve eruptie instort. In het Middellands
Zeegebied zijn de Italiaanse vulkanen zoals de Etna of Vesuvius het meest actief, ook de Griekse
Santorini is bekend.
De Etna wijkt af van andere vulkanen in dit gebied. De vulkaan ligt dicht bij een plaatgrens en de
rekspanning op deze grens van de Afrikaanse en Euraziatische plaat zorgt ervoor dat hier diep
magma naar boven kan komen. Dit magma heeft een andere chemische samenstelling en is
minder stroperig, waardoor uitbarstingen minder explosief zijn, maar wel veel vaker voorkomen.
De eerste uitbarstingen van de Etna waren erg effusief en hebben een platte schildvulkaan
gevormd. Ook nu vinden er veel effusieve stromen plaats, steeds vanuit een nieuwe krater op de
vulkaan. Op de top van de Etna zijn uitbarstingen echter wat explosiever, dit komt omdat de
magmahaarden ouder zijn, waardoor magma toch sneller stroperig wordt.
De gevolgen van natuurrampen zoals aardbevingen en vulkaanuitbarstingen kunnen sterk worden
verkleind door goed hazard management. In veel landen zijn speciale voorschriften om gebouwen
schokbestendig te maken of worden bestaande gebouwen verstevigd, zoals overheidscomplexen
en ziekenhuizen. Dit gebeurde echter pas na het instorten van een school: de overheid leert. Veel
oude gebouwen en monumenten kunnen niet goed verstevigd worden. Omdat lava na enige
verharding vruchtbare grond oplevert, wonen er nabij vulkanen vaak veel mensen. De Italiaanse
overheid is zich onderhand bewust van de situatie en heeft evacuatieplannen opgesteld, maar wel
ervan uitgaand dat een uitbarsting zich ongeveer twee weken van tevoren aankondigt. Betere
voorlichting en training in wat zelf te doen is in geval van het nood hetgeen dat levens kan redden.
Vooral in Napels zijn mensen niet meer op hun hoede, want de Vesuvius ‘slaapt’ al sinds 1944.