ALLE HOORCOLLEGES ANTRO VD DOOD
Hoorcollege 1: Introductie
Wat is ‘de dood’?
- “The last word must remain with life: the deceased will rise from the grip of death and
will return, in one form or another, to the peace of human association.” (Hertz 1960).
- Het gegeven dat we weten dat er zoiets bestaat als de biologische dood.
- Maar tegelijkertijd dat dat besef voortdurend een reactie oproept, die eigenlijk
leiden naar een drang om op een of andere manier te kunnen voortleven.
- Voortleven, ‘wedergeboorte’, opnieuw voortbrengen,
herleving → transformatie.
- Dat we eindig zijn brengt ook de vraag van oneindigheid op.
- De dood is geen gebeurtenis, maar een (langdurig, gefaseerd) transitieproces.
- Verschillende vraagstukken: sterven, de dood en de doden.
- De vormen van naleven kunnen heel verschillend zijn: individueel maar ook
bovenindividueel.
- Het moment van biologisch dood zijn is ook geconstrueerd en kan op verschillende
manieren geconstrueerd worden: stoppen met ademen, stoppen van je hart, etc.
Dood & onsterfelijkheid
- Idee dat er zoiets zou bestaan als een (universele) doodsangst. Ombuiging naar
(universele) doodontkenning door onsterfelijkheid
- ‘Death and the reintegration in the group’. “Of all sources of religion, the supreme
and final crisis of life - death- is of the greatest importance” (Malinowski, 1992).
- Volgens hem was de grootste menselijke crisis: de dood, onze reden
voor religie → zorgt voor een bepaalde mogelijkheid tot omgang
met sterfelijkheid.
- Er is altijd een respons of interactie met zoiets als de dood, zeker als er een
universele angst zou zijn.
- Religie: functionele response op idee van eindigheid → geeft troostend
gevoel van onsterfelijkheid en doodsrituelen herstellen de groep.
- “The rites of mourning, the ritual behavior immediately after death, can be taken as a
pattern of the religious act, while the belief in immortality, in the continuity of life and
the nether world, can be taken as the prototype of an act of faith” (Malinowski 1992).
- Hertz: doodsrituelen: uitgevoerd als fysieke zorg voor de overledenen en ook
als de angst dat de overleden spiritueel ‘besmettelijk’ kan zijn (de reis dat de
overledene kan maken naar een ander bestaan), maar het heeft ook een
sociale dimensie: rituelen voor de nabestaande om het verlies en de plaats
van de overledene in de samenleving te kunnen herstellen.
- Doodsrituelen kennen meerdere dimensies; ze worden uitgevoerd met
verschillende redenen.
- Doodsrituelen: een reactie op het besef van eindigheid.
- ‘The terror of death’ (Becker 1973) over doodsangst als een menselijke drijfveer.
- De angst is zo groot maar daardoor is het misschien ook wel de belangrijkste
drijfveer voor mensen om op een bepaalde manier voor zichzelf en anderen
te zorgen.
, - ‘Symbolic immortality’ (Lifton & Olson 1974): watvoor reacties roepen doodsangsten
nu op en wat betekenen deze voor mensen.
- Mensen willen aan het angstige ideeën van sterfelijkheid dat ze hier
symbolisch plaats voor willen geven.
- Doodsangst → onsterfelijkheid reactie → zinvol leven in de belofte
van continuïteit.
- Op welke manieren kunnen we voortbestaan:
- Theologisch: religieuze ideeën om te kunnen blijven bestaan (bv.
reïncarnatie, hel of hemel).
- Biologisch: voortbestaan door je nageslacht of lidmaatschap van een
bepaalde groep.
- Natuurlijk: het besef dat wij als mens altijd weer onderdeel worden van
de natuurlijke cyclus, teruggegeven aan de natuur.
- Creatief: voortbestaan garanderen door kunst, literatuur,
kennis → na de dood nog een plek te hebben in het leven van
mensen.
- Experiential: ervaring die mensen kunnen hebben als ze in extase
raken, waarbij opborrelingen plaatsvinden die raken aan iets hogers.
- Bauman (1992): “Without mortality, no history, no culture, no
humanity” → bewijs dat heel veel dingen die belangrijk zijn voor ons
menselijk bestaan in contact staan met onze menselijke
sterfelijkheid.
Angst: Ontkenning/onsterfelijkheid
- Ambivalente houding en attachment tussen levenden en doden.
- “Surviving relatives want to break and at the same time prolong their
association with the deceased” (Robben 2018).
- We moeten breken met de doden; we moeten iets met het gegeven dat de
doden niet meer onder ons zijn.
- Maar tegelijkertijd willen we in een bepaalde vorm deze relatie
voortzetten.
- Deze crisis is de reden dat mensen altijd een drang hebben gehad dit te
verwerken/omlijsten met rituelen.
- Te maken met overgangsrituelen: serie van rituelen die de doden naar een andere
vorm of fase van bestaan transformeren.
- Veel bestudeerd geweest door antropologen.
- Schema Hertz: drie-eenheid tussen de levende/rouwende, het lichaam van de
overledene en de overledene als een spirituele entiteit.
- Allereerst moeten de overlevende iets met het lichaam van de
overledene → transformatieproces/transitieperiode van het lichaam.
- Manier om gaandeweg een afstand te vergroten tussen de
overlevenden en de overledene; de persoon is geen
onderdeel meer van deze groep → Gaat in fases.
- Op een gegeven moment moeten die spirituele entiteiten ook
afgebroken worden en vertrekken, of op een manier mee omgegaan
worden door de overlevenden → Ook spiritueel moeten de
overledenen begeleid worden naar een andere plek.
, - Ook maken de rouwende hierin een proces door, waarbij ze langzaam
transformeren, om terug te keren naar de alledaagse orde.
- Van Gennep: rites de passage model.
- Op allerlei fases in het leven van mensen kun je deze overgang waarnemen.
- De situatie van de overledene is direct verbonden als die van de overlevende;
beide statussen veranderen.
- Begint bij de oude status → rites of separation (om het dode van het
levende te scheiden)→ liminale status → rites of reincorporation.
- Bijvoorbeeld een uitvaart is een voorbeeld van een rites of separation;
duidelijk moment van afscheid nemen.
- Liminale status: voordat de overledene een andere status kan krijgen
is er een tussensituatie waarvoor de transitie echt gemaakt kan
worden.
- Hierin is van de alledaagse stand van zaken/structuur geen
sprake.
Rites de passage: dynamische praktijken
- Commercialisering van (ooit) religieuze rituelen:
- E.g. separatie rituelen (bewassing, wake) → veranderde perceptie
impurity, death pollution, evil spirits.
- Van scheiding & (gevaarlijke) transitie → samenbrengen familie.
- Compressie liminale fase.
- Continuïteit en verandering: dynamische praktijken die niet vaststaand zijn maar er
zijn ook altijd aspecten die hetzelfde zijn/blijven.
- Transnationalisering doodsrituelen.
- Sjaak van der Geest & Anthony Obeng Boamah
- “Liminality is expanded by technical means and creates new ritual, social and
commercial opportunities”.
- Mortuaria:
- Verlenging en veranderende betekenis liminale fase.
- Ziekenhuizen, families, emigranten.
- Profit, prestige (conspicuous consumption), potlatch.
Doodsrituelen en antropologie, een aantal noties:
- Closure or conflict: in hun ideaaltypen worden rituelen veronderstelt dat ze helpen bij
het afsluiten van het wegvallen van iemand.
- Functionalistisch idee als doel om mensen te helen.
- Maar ze kunnen ook voor conflict/spanning zorgen in gemeenschappen.
- Het gaat heel vaak over het collectief en niet per se van individuen; het zijn altijd
individuen die deel uitmaken van een grotere sociaal collectieve eenheid.
- Individuen voeren rituelen uit in een grotere context.
- Verschil mourning, grief & ‘culturele tranen’.
- Mourning: gaat over ‘het gevoel’ van het collectief.
- Grief: individuele rouw.
- De tranen of de rouw kan cultureel geconstrueerd zijn, in verschillende
culturele contexten wordt dit anders getoont of is het normatief anders
bepaald hoe het getoont moet worden.