Klassen volgens Pierre Bourdieu
Wie?
Pierre Bourdieu (1930-2002) was een Franse socioloog. In zijn meesterwerk ‘’La Distinction’’
(1979), beschrijft hij de verhoudingen tussen de verschillende klassen in de westerse
samenleving van de jaren ’60 en ’70. Hij doet dit aan de hand van 3 kernbegrippen: veld,
hospitaal en habitus.
Veld, kapitaal en habitus
Volgens Bourdieu bestaat de maatschappij uit verschillende maatschappelijke velden zoals
het economische veld, het culturele veld, het sociale veld. Binnen deze verschillende velden
speelt zich een machtsstrijd af, met als doel zo vele mogelijk kapitaal te verwerven.
Bourdieu onderscheid 3 soorten kapitaal: economisch, cultureel en sociaal kapitaal.
Economisch kapitaal bestaat uit het bezit van geld (inkomen uit arbeid of investeringen),
erfenis, aandelen, vastgoed, materiële dingen (auto). Cultureel kapitaal bestaat uit opleiding,
kennis, inzicht en vaardigheden. Het houdt verband met het bezit van diploma’s en boeken,
het bezoeken van concerten, musea of het beoefenen van allerhand vormen van kunst of
wetenschap. Sociaal kapitaal bestaat uit het kunnen terugvallen op relaties met gezin,
familie, vrienden, oftewel het uitbouwen van een sterk netwerk van mensen rondom je. Hoe
beter je band met mensen en hoe meer mensen waarop je kan terugvallen, des te sterker je
netwerk.
Het resultaat van de strijd om verschillende vormen van kapitaal is ‘’sociale’’ ongelijkheid en
daarmee het ontstaan van ‘’sociale’’ klassen. Dit zijn de lage klasse, middenklasse en de hoge
of dominante klasse.
Veel mensen willen klimmen op de sociale klasse, sommige lukt dit, maar vele worden
gehinderd door hun habitus. Habitus is een duurzame manier van waarnemen, denken en
handelen, het omvat specifieke gewoonten, eigen culturele smaak en lifestyle. Mensen
krijgen van hun ouders, vrienden, kennissen bepaalde houdingen, waarden en normen,
gewoonten en smaak mee. Hoe deze concreet zijn hangt af van de klasse en fractie
waarbinnen men is opgegroeid. Hoe langer je binnen een bepaalde groep leeft des te meer
je de bijbehorende habitus internaliseert (eigen maakt). Spontaan heeft men ook de neiging
om mensen op te zoeken die een vergelijkbare habitus hebben. Zo blijkt men vaak binnen de
klasse waarin men opgegroeid is.
Wel is er sociale mobiliteit (het veranderen van sociale klasse of fractie) mogelijk. Men heeft
zelden exact dezelfde smaak, gewoonten, beroep als de ouders. Kiezen voor een beroep dat
in de lift zit of net niet kan maken dat je met andere mensen in contact komt dan het soort
mensen die je ouders vaak tegenkwamen. Bijvoorbeeld meer verdienen, nieuwe vrienden uit
hoger sociaal milieu, andere vormen van vrijetijdsbesteding. Hoewel tot nu toe amper
besproken maakt dit bijvoorbeeld ook het belang van je sociaal kapitaal duidelijk. Hoe groter
je sociaal netwerk, hoe meer kansen je hebt om je ambities te kunnen waarmaken.
Omschrijving van de klassen
Vernieuwend aan de benadering van Bourdieu is dat hij in het klassieke klassenbegrip
nuanceert door te stellen dat er binnen elke klasse fracties bestaan waarin de 3 vormen van
kapitaal in verschillende mate kunnen voorkomen.