100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting geschiedenis van het economisch denken €4,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting geschiedenis van het economisch denken

9 beoordelingen
 643 keer bekeken  20 keer verkocht

Overzichtelijke, Nederlandse en uitgebreide samenvatting van het boek The Evolution of Economic Thought voor het vak Geschiedenis van het Economisch Denken. Het gehele boek is samengevat: hoofdstuk 1 t/m 25.

Voorbeeld 8 van de 51  pagina's

  • Ja
  • 4 augustus 2016
  • 51
  • 2015/2016
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

9  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: barttraksel1 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jorritderegt • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: danilkooij • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: walidda • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: rikvankampen • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: timbobal • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nicky112125 • 7 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
rpeeters
Hoofdstuk 1 Introduction and Overview
Geschiedenis van economisch denken voor 1500
Het woord economie stamt af van de oude Grieken waar oeconomicus ‘management van het
huishouden’ betekende volgens Aristotelis (384 – 322 v.Chr.). Er werd toen onderscheid
gemaakt tussen natural arts of acquisition en unnatural arts of acquisition. Natural arts heeft
betrekking op activiteiten als vissen, jaren en verbouwen. Unnatural arts heeft te maken met
het verkrijgen van goederen die voor het individu niet noodzakelijk zijn.
Plato had het al over voordelen van de menselijke specialisatie binnen de ideale stad, deze
specialisatie was de voorloper voor ideeën van Adam Smith.
In de middeleeuwen ontwikkelde St. Thomas Aquinas (1225 – 1274) het idee van één prijs:
hierbij gaat de prijs niet ten koste van de koper of de verkoper.
De periode voor 1500 was erg anders dan de periode van 1500 tot het heden. Voor 1500
was er weinig handel en werden goederen vooral gemaakt voor consumptie binnen de
samenleving. Geld en krediet werden daarom in die periode weinig gebruikt.
Vanaf 1500 verdrong ‘the age of political economy’ de ‘age of moral philosophy’. De focus op
politieke economie bracht een meer coherente organisatie van economisch denken.

A time scale of economic ideas
Economisch denken representeert een significante bijdrage aan continuïteit door de eeuwen
heen. In het schema op de voorkant van het boek zie je economische scholen en hun
voorgangers. Een witte peil geeft een vriendschappelijke/voortbouwende relatie weer met
de voorganger van de economische school. Een zwarte peil geeft een vijandige relatie weer
met de voorganger van de economische school. Een gestippelde lijn geeft aan dat sommige
economen binnen de economische school een vriendschappelijke relatie hebben met hun
voorgangers en andere een vijandige relatie.
Uit de voorbeelden van dit hoofdstuk kan worden opgemerkt dat het geschiedenis van
economisch denken in spiralen beweegt, in plaats van in cirkels. Economische theorieën en
beleidsstrategieën gaan frequent terug naar vorige theorieën, maar op verschillende vlakken
en onder verschillende condities.

Bij elke economische school worden 5 belangrijke vragen gesteld:
1. What was the historical background of the school? Hier wordt de historische
achtergrond onderzocht om na te gaan hoe het is gekoesterd in een bepaald systeem
van denken. Economische theorie wordt vaak ontwikkeld in reactie op veranderingen
in de omgeving.
2. What were the major tenets of the school? Hier worden de kenmerken en
generalisaties van de ideeën van de economische school weergegeven.
3. Whom did the school benefit or seek to benefit? Hier wordt gekeken voor welke
bevolkingsgroepen de school bevoordelend was.
4. How was the school valid, useful of correct in its time? Hier wordt een manier
gevonden voor 2 tegengestelde gevaren: het onjuiste idee dat denkers van het
verleden fout, naïef of onwetend waren en dat wij wijzer waren en dus de finale
waarheid hadden ontdekt.

, 5. Which tenets of the school became lasting contributions? hier wordt gekeken of de
economische school blijvende bijdragen heeft geleverd.

The Value of studying economics and its history
Waarom bestuderen we de economische theorie?
- Het stelt ons in staat om te begrijpen hoe de economie werkt.
- Economische theorie helpt een samenleving bij het bereiken van economische
doelen.

Waarom bestuderen we de geschiedenis van het economisch denken?
- Deze studie verbetert het begrijpen van hedendaags economisch denken.
- De grote hoeveelheden van analyse en bewijs die economen hebben gegenereerd
kan in een betere check op onverantwoorde generalisaties voorzien.
- Het geeft perspectief en begrip van ons verleden en veranderende ideeën.

,Hoofdstuk 2 The Mercantilist School
The historical background of the mercantilist school
 1500 – 1776
 Handel werd belangrijker en goud en zilver werd belangrijkste vorm van welvaart.
 Nationalisme: landen konden niet simultaan meer exporteren dan importeren. Dus
een land kon alleen zijn resources laten stijgen ten koste van een ander land.
 Belasting vrije import voor ruwe materialen die niet binnenlands geproduceerd
konden worden, bescherming voor gefabriceerde goederen en ruwe materialen die
binnenlands geproduceerd werden en export restricties op ruwe materialen.
 Kolonisatie en monopolisatie van kolonische handel. Merchants wouden kolonies
voor altijd afhankelijk maken van het moederland.
 Verzet tegen internal tolls, taxes en andere restricties op de verschuiving van
goederen. Want deze belemmeringen zorgden voor hogere prijzen, maar ze waren
wel tegen free internal trade, pro monopoly.
 Sterkte centrale overheid om mercantilist doelen te promoten. Nodig voor:
monopolistische privileges, nationalisme, protectie, kolonisatie,
handelsbelemmeringen.
 Belang van grote, hardwerkende populatie. Groot arbeidsaanbod  lage lonen 
lagere exportprijzen  meer goudinflow  reduceren van luiheid.

Whom did the mercantilist school benefit or seek to benefit?
Mercantilism kan het best worden begrepen als een extreem voorbeeld van rent seeking
behavior: voordeel halen uit een politiek gereguleerde markt. Meer winst maken dan alleen
de opportuniteitskosten te compenseren.

How was the mercantilist school valid, useful, or correct in its time?
Mercantilists wisten dat metalen de inning van belasting makkelijker maakte. Daarnaast
wisten ze dat output volume groeide door handel en hierdoor de hoeveelheid goud en zilver
steeg, waardoor de interest rate daalde en de handel steeg.

Which tenets of the mercantilist school became lasting contributions?
 Belang van internationale handel, accounting beginsel (balance of payments)
Voor de rest weinig, maar wel indirect:
 Merchants hebben permanent de houdingen tegenover koopmannen beïnvloedt.
Wanneer activiteiten goed worden gecoördineerd door de overheid, kunnen
merchants niet alleen hunzelf verrijken, maar ook het koningrijk.
 Impact door het promoten van het nationalisme (centrale overheid regulatie) op de
economie.
 De voorloper van een moderne corporatie zorgde voor economische organisatie van
Europa.
 Permanente bijdrage aan economie door het uitbreiden van internal market,
promoten van vrije handel, ontwikkelen van restricties, protectie en belastingen.

,Thomas Mun (1571 – 1641)
- Om het koninkrijk te verrijken moet gekeken worden naar de surplus van export, de
handelsbalans.
- Outflow van goud moet worden toegestaan, omdat dit weer zorgt voor een hoger
volume geëxporteerde goederen.

Gerard malynes (1586 – 1641)
- Regels van de overheid m.b.t. goederen zijn nodig om de kwaliteit van producten te
waarborgen. Meer geld in een land zorgt voor hogere prijzen waardoor bedrijven
meer verdienen, dus goed voor de economie.
- Positief over koopmannen.

Charles Davenant (1656 – 1714)
- Meer winst met eigen grondstoffen, dan met geïmporteerde grondstoffen.
- Pro voor overheidsregulatie, omdat koopmannen niet waren te vertrouwen.
- Welvaart van een land is wat het produceert, niet het goud of zilver.
- Pro voor handelsoverschot: geldhoeveelheid stijgt  interest rate daalt  land
waarde stijgt  belasting stijgt.

Jean Baptiste Colbert (1619 – 1683)
- Belangrijkste persoon van het mercantilisme.
- Pro voor export, weinig import en wetten die outflow van goud tegenhielden.
- Een land kon alleen rijker worden ten koste van een andere land, omdat het
handelsvolume relatief fixed is.
- Pro voor hardwerkende, weinig betaalde populatie.

Sir William Petty (1623 – 1687)
- Hij was voor een grote, hardwerkende bevolking voor efficiëntie.
- Harbringer of Keynes theorie: het bouwen van dingen (wegen) de remedie was tegen
werkloosheid. Werklozen moesten worden ingezet voor publieke diensten en
gefinancierd worden door belastingen.
- Voorloper van de klassieke economie:
- Omloopsnelheid van geld.
- Specialisatie van arbeid.
- Rent theory
- Belang van kapitaal
- Arbeid en land zorgen voor welvaart, dus niet perse goud en zilver.

,Hoofdstuk 3 The Physiocratic School
The historical background of the physiocrats
 1756 – 1776
 De fysiocratie was een reactie op het mercantilisme en van het oude regime in
Frankrijk.
 Natural order: alle menselijke activiteiten zouden in harmonie moeten worden
gebracht met de natuurlijke wetten. Fysiocraat zelf betekent ‘rule of nature’.
 Laissez-faire, laissez-passer: laat mensen doen wat ze willen zonder
overheidsingrijpen. Fysiocraten zijn in tegenstelling tot mercantilisten tegen
overheidsregulering, maar voor vrije handel.
 Benadrukken van landbouw: alleen landbouw creëerde een suprlus, een netto
product boven de waarde van de hulpmiddelen gebruikt in de productie. Anders dan
bij industrie en handel.
 Belasting vragen van de landeigenaar: omdat alleen landbouw een surplus
genereerde. En het heffen van andere belastingen toch gepasseerd zou worden naar
de landeigenaar.
 Verwevenheid in de economie: circulatie van goederen- en geldstromen binnen de
economie.

De fysiocraten stimuleerde laissez-faire, waardoor de industrie werd gepromoot, terwijl dit
niet hun bedoeling was. Ze wouden juist de handel in bepaalde agrarische producten
stimuleren. Daarnaast wouden ze kapitalistische boerderijen bevoordelen.

How was de physiocratic school valid, useful, or correct in its time?
Door het promoten van laizzez-faire konden fysiocraten obstakels die kapitalistische
economische ontwikkeling in de weg stonden, elimineren. Door het benadrukken van de
productiviteit van landbouw, werd productie sterker benadrukt dan ruil als bron voor
welvaart. Fysiocraten waren voor kapitaalaccumulatie door een consumptie reductie van de
rijken.

Which tenets of the physiocratic school became lasting contributions?
Allereerst waren er veel opvattingen van de fysiocraten fout, bijvoorbeeld: industrie en
handel zou nutteloos zijn, geloof dat alleen landeigenaren belasting moeten betalen, omdat
alleen land een surplus opbreng en als laatste dat de kapitalistische boer de sleutel achter de
economische ontwikkeling zou zijn.
Toch zijn er opvattingen die bijgedragen hebben aan economie: het bekijken van de
economie als geheel, de wet van afnemende meer opbrengsten, analyse van
belastingverschuivingen en laissez-faire: het nadenken van de rol van de overheid binnen de
economie.

François Quesnay (1694 – 1774)
- Oprichter van de physiocratic school.

, - Hij had een voorkeur voor grote agrarische bedrijven die beheert werden door
ondernemeners.
- De circulatie van welvaart en goederen in de economie was als bloedcirculatie, dus
zonder restricties.
- De door mensen gemaakte wetten moesten in overeenstemming zijn met natuurlijke
wetten.
- Zijn tableau economique was een voorloper van de input-output analyse en circulaire
stroomdiagrammen.

Anne Robert Jacques Turgot (1727 – 1781)
- Rijke kapitalistische boeren zijn makkelijker in efficiënt telen, omdat zij de middelen
hebben om te investeren.
- Voorstander van overheidsregulering in de economie, introduceerde een belasting
die landeigenaren moesten betalen.
- Hij bedacht de wet van afnemende meeropbrengsten.
- Was voor vrije handel.

,Hoofdstuk 4 The Classical School
The historical background of the classical school
 1776 – 1871
 De klassieke school werd beïnvloed door 2 wetenschappelijke revoluties:
- The scientific revolution: werd geassocieerd met Newton en had 3
belangrijke aspecten:
1. Experimenteel bewijs erg belangrijk.
2. Populariseerde het idee dat het universum geleid wordt door
natuurwetten.
3. Het universum is statistisch.
Mercantilistische restricties waren niet langer nodig.
- The industrial revolution: startte net zoals de klassieke economie in
Engeland. De groeiende industrie benadrukte het industriële aspect in de
economie. Er was enigszins sprake van overheidsregulatie.
 Minimale overheidsbemoeienis. De krachten van een vrije, competitieve markt zal
productie, ruil en distributie leiden.
 Economisch handelen moest puur uit eigen belang, zo streefde iedereen zijn
individuele belangen na, waardoor ook de belangen van de samenleving werden
gewaarborgd.
 Harmonie van belangen: zie puntje hierboven.
 Belang van alle economische hulpmiddelen en activiteiten, alle hulpmiddelen en
activiteiten droegen volgens de klassieken immer bij aan de welvaart van een land.
Bij het mercantilisme was dit alleen handel en bij de fysiocraten was dit landbouw.
 De klassieke school heeft diverse economische wetten geïntroduceerd.
 In de lange termijn zorgt de klassieke economie voor het promoten van
kapitaalaccumulatie en economische groei. Loonwerkers hadden het in die tijd erg
slecht.

Which tenets of the classical school became lasting contributions?
Veel klassieke wetten zijn nu principes in de economische standaarden. Uitgangspunten die
een blijvende bijdrage hebben geleverd zijn: de wet van afnemende meeropbrengsten, de
van comparatieve voordeel, notie van consument soevereiniteit, het belang voor kapitaal
accumulatie voor economische groei en het marktmechanisme dat de belangen van
individuen en van de samenleving samenbracht. Toch heeft de klassieke economie ook
zwaktes gekend, bijvoorbeeld de te grote nadruk op laissez-faire, wat voor de nodige falen
heeft gezorgd.

Sir Dudley North (1641 – 1691)
- Was tegen het mercantilisme, terwijl hij wel in die tijd leefde.
- Was voor vrije handel, want dit zorgde voor wederzijds voordeel.
- Legde zijn nadruk op het ondernemerschap en accumulatie.
- Was voor laissez-faire want zo kon maximaal geprofiteerd worden van intra- en
internationale handel.

, Richard Cantillon (1680 – 1734)
- Ging vooraf aan de fysiocraten op 2 manieren: ondernemerschap en cash.
- Hij ontwikkelde een theorie over waarde en prijs. Zijn nadruk op het belang van land
en arbeid, van aanbod en vraag en van fluctuaties van de prijs rond een intrinsieke
waarde, maken hem een directe voorganger van de klassieke economie.
- Interest is de beloning voor het nemen van risico.
- Een export surplus is goed en legde nadruk op de verkoop van goederen in plaats van
de accumulatie van goud.

David Hume (1711 – 1776)
- Hij kwam het dichtst bij de opvattingen van Adam Smith.
- Stelde dat veranderingen in het prijsniveau achter bleven bij veranderingen in de
geldhoeveelheid.
- Analyseerde het evenwichtsmechanisme met laissez-faire, dus zonder
overheidsregulering.
- Volgens Hume zorgt de wisselkoers voor een internationaal evenwicht.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rpeeters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50843 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,48  20x  verkocht
  • (9)
In winkelwagen
Toegevoegd