Hersenstam: de hersenstam is belangrijk bij veel verschillende vitale functies, zoals ademhaling en
hartslag. De hersenstam bestaat uit de medulla, pons en de middenhersenen.
Functie: de hersenstam is belangrijk voor vitale levensfuncties, zoals lichaamstemperatuur, hartslag,
ademhaling en bloeddruk. Ook is de hersenstam belangrijk voor het behouden van een slaapritme,
huilen, plassen, kauwen en het veranderen van de pupilgrootte
- Middenhersenen: ligt tussen de pin en de tussenhersenen (diencephalon). In de
middenhersenen bevinden zich enkele kernen (extrapiramidebanen) waaronder de
substantia nigra (zwarte kern)
- Pons: de pons zocht onder andere voor doorschakeling van informatie met de grote
hersenen en de kleine hersenen
- Verlengde merg: Ook medulla oblongata genoemd. Het overgangsgebied van
het ruggenmerg naar de hersenen. Het verlengde merg is niet groter dan het laatste kootje
van de pink, maar is van vitaal belang. Het bevat bijvoorbeeld kernen die betrokken zijn bij
het regelen van de ademhaling, hartslag, slikken, de omvang van kleine bloedvaten en
daarmee indirect de bloeddruk, waken, slapen, hoesten en braken en andere vitale
functies. Tevens bevat het verlengde merg de piramidekruising, waar zenuwbanen
oversteken zodat de linker hersenhelft de rechterkant van het lichaam bedient. Het is een
belangrijke schakelcentrale tussen ruggenmerg en overige hersendelen.
Cerebellum: kleine hersenen. De functie van de kleine hersenen is onder andere zorgen voor de
juiste coördinatie, balans en evenwicht. Een bekend fenomeen is de dronkenmansloop, waarin er
een stoornis is in de kleine hersenen. Hierdoor zie je een fout in de balans en evenwicht.
Centrale zenuwstelsel: De hersenen en het ruggenmerg vormen samen het centrale zenuwstelsel.
Het ruggenmerg is een bundel zenuwbanen (axonen) die vanuit de hersenen door de wervelkolom
loopt. Daarnaast zijn er nog een aantal zenuwen die het brein direct verlaten en niet door de
wervelkolom lopen. Dit noemen we de hersen- of craniale zenuwen. Ze zorgen voor de aansturing
van de spieren in hoofd, gezicht en nek en geven informatie van de zintuigen in het gezicht door aan
de hersenen.
Perifere zenuwstelsel: Het perifere zenuwstelsel (afgekort PZS) bevat alle zenuwen die buiten het
centrale zenuwstelsel liggen. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
Vanuit het centrale zenuwstelsel worden zenuwen aangestuurd om bijvoorbeeld bewegingen aan te
zetten. De zenuwen die van het centrale zenuwstelsel naar de andere weefsels in je lichaam lopen,
liggen in het perifere zenuwstelsel.
Reflexboog: bestaat uit een sensorische en een motorische zenuwbaan. De prikkel verloopt via de
sensorische zenuwbaan richting het ruggenmerg waaruit hij direct via een motorische zenuwbaan
teruggaan richting de prikkel. Hierdoor hoeft de prikkel niet eerst naar de hersenen en kunnen je
lichaamsdelen op tijd reageren op mogelijk gevaar
Autonoom zenuwstelsel (sympathisch en parasympatisch): het autonoom zenuwstelsel bestaat uit
een sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel.
Parasympatisch: beïnvloedt het lichaam als diegene in rust verkeerd.
Sympathisch: beïnvloedt het lichaam als het in actie moet komen
Animale zenuwstelsel: dit is het deel van ons zenuwstelsel waarin we met onze wil kunnen sturen.
,Afferente banen: sensorische banen richting de hersenen
Efferente banen: motorische banen richting de organen (van de hersenen af)
Dendrieten: zijn de vertakte uitlopers van een zenuwcel (neuron). Ze geleiden elektrische impulsen
die afkomstig zijn van andere neuronen van en naar het cellichaam van het neuron waar ze zelf toe
behoren.
Axonen: Een axon is een uitloper van een zenuwcel. Hij geeft elektrische impulsen door en zo zorgt
voor informatieoverdracht in de hersenen. Sommige axonen zijn langer dan één meter. Ze zijn
omwikkeld met een isolatielaag genaamd myeline.
Myelineschede: Een soort laagje om de uitlopers van motorische- en sensorische zenuwcellen. Dit
laagje noemen we de myelineschede. Deze beschermt de zenuwcel en versnelt de
informatieoverdracht.
Insnoeringen van Ranvier: op een axon hebben we delen waarin we een stof genaamd
myelineschede terugvinden. Dit zijn terugkomende laagjes die te zien zijn op de axon, maar je ziet
ook stukken waarin een myeline overgaat op een nieuwe myeline. Dit noemen we insnoeringen van
Ranvier
Schakelneuronen: geleiden impulsen tussen zenuwcellen. De meeste schakelcellen bevinden zich in
het centraal zenuwstelsel.
Witte stof: zit in het centrale zenuwstelsel aan de binnenkant van de hersenen en aan de buitenkans
het ruggenmerg. Dit wordt gevormd door het eerder besproken myeline. Deze stof is wit en daarom
noemen we het de witte stof
Grijze stof: zijn de zenuwcellen/cellichamen
Epineurium: een zenuw is opgebouwd uit bundels van honderden zenuwvezels. (perifeer)
Elke bundel wordt omgeven door een bindweefselmantel: perineurium
Elke zenuw zelf zit een stevige bindweefselmantel: het epineurium
Perineurium: zie hier boven
Tractus: een baan of tractur is ook een bundel gemyeliniseerde zenuwvezel, maar dan binnen het
centrale zenuwstelsel. In een baan hebben de axonen en lange dendrieten allemaal dezelfde
oriëntatie
Associatiebanen: die verschillende gebieden in een hemisfeer kan verbinden met elkaar
Commissuren: deze verbindt de overeenkomstige delen van de cortex van beide hemisfeer onderling
Basale ganglia: grijze stof bestaat uit zenuwcellen en dendrieten. Waarbij een aantal functionele
eenheden is te onderscheiden. In het perifere zenuwstelsel zijn dat de ganglia (zenuwknopen) een
ganglion is een opeenhoping van zenuwcellichamen en dendrieten met een gemeenschappelijke
functie. In het centrale zenuwstelsel noemen we dat een nucleus of kern de kernen in de hersenen
noemen we basale ganglia
Synaps: de verbinding tussen twee zenuwcellen wordt gevormd door de synaps, waar
informatieoverdracht plaatvind.
Exciterende synapsen: prikkeloverdracht van de ene op de andere zenuwcel
, Inhiberende synapsen: waarin prikkeloverdracht juist niet plaatsvindt
Neurotransmitters: zijn stoffen die signalen doorgeven in de hersenen tussen zenuwcellen of
spiercellen.
Motorische eindplaat: de contactplaatsen tussen het axontakje en de spiervezel heet de motorische
eindplaat.
Cerebrum: grootte hersenen
Piramide en extra-piramidebanen:
Piramidebanen: het systeem van motorische zenuwbanen die vanaf de grote hersenen via de
hersenstam naar het ruggenmerg lopen: in de voorhoorns van het ruggenmerg gaan ze over op de
motorische zenuwcellen die de impulsen naar spieren leiden
Extra-piramidebanen: dit betekenis letterlijk extra banen. In de praktijk bedoelen wij hiermee de
basala ganglia: diep in de hersenen gelegen keren die een rol spelen bij de motoriek. Een stoornis in
de extra-piramidebanen, oftewel basale ganglia, kunnen ziekten als de ziekten Parkinson
veroorzaken
Tot het EPS behoren bijvoorbeeld:
· in de grote hersenen de basale gangliën
· in de tussenhersenen de subthalamus
· in de middenhersenen de rode en zwarte kern
· in het verlengde merg de olijfkern
Primaire en secundaire schorsgebieden: bij de primaire schors worden de prikkels gesignaleerd, om
vervolgens in de secundaire schors herkent te worden.
Primair voert hierin uit. Motorische schorsen zijn dat de piramidebanen
sensorische motorische is doormiddel van extrapiramidale banen
Motorische homonculus
Broca en Wernicke: het spraakcentrum van Broca ligt in de frontaalkwab en is bedoeld om te kunnen
praten. Het stuurt namelijk via de primaire motorische cortex signalen naar de spieren om duidelijke
te praten.
Het gebied van Wernicke ligt in de buurt van de auditieve schors. Dit gebied zorgt ervoor dat taal
begrepen wordt. Bij afasie van Wernicke kan iemand nog wel praten maar de gesproken daal wordt
niet begrepen
Limbische systeem (hippocampus en amygdala)
Het limbisch systeem bestaat uit meerdere hersendelen, waaronder de hippocampus en de
amygdala. Alle hersendelen van je limbisch systeem werken nauw samen en kunnen elkaar
beïnvloeden, ze spelen een rol bij emotie, het emotionele geheugen, motivatie en genot. De
hippocampus is betrokken bij het geheugen en het leggen van verbanden en speelt een rol bij
aangeleerde emoties en herinneringen. De amygdala speelt een belangrijke rol bij angst, hoe bang je
bent en je reactie daarop (emoties)
Thalamus: De thalamus is een hersenkern, een stukje grijze stof, die zowel in de linker als de
rechterhersenhelft ligt. De thalamus bepaalt welke informatie vanuit je zintuigen doorgegeven moet
worden aan je hersenschors en andersom, en heeft daarmee een heel belangrijke functie. Hij bepaalt
dus of iets wat je meemaakt doorgegeven wordt zodat het je aandacht krijgt. Zo kun je geluid op de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stijn21dijkstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,79. Je zit daarna nergens aan vast.