in de samenvatting zijn van de benoemde hoofstukken verschillende stromingen en kenmerken uitgelegd over de onderwerpen. ook staan er veel begrippen duidelijk uitgelegd met vaak ook voorbeelden.
Schoonheidsideaal: wat binnen bepaalde cultuur als toppunt van menselijke schoonheid wordt
beschouwd.
Avant-garde: aanduiding voor kunstgroepering die experimenteert met vernieuwingen en zich verzet
tegen geldende maatschappelijke culturele orde.
Tragedie: dramavorm ontstaan in Griekenland met als onderwerp lijdende mens, die door zijn eigen
handelen leed veroorzaakt, met vaak noodlottige afloop. Droevig verhaal.
Hoofdstuk 5 – ambachtelijk en industrieel
Hautre-couture: met de hand gemaakte kleren.
Industrialisatie: proces van verandering in technologische productie door uitvinding en gebruik van
machines vanaf negentiende eeuw.
Massamedia: middelen waarmee massacultuur op professionele manier verspreid kan worden, zoals:
pers, radio, film, televisie en internet.
The factory van Andy Warhol:
- Hij gebruikte commercie als inspiratie (coca cola, soepblik etc.)
- Hij ging zeefdruktechniek gebruiken om zijn eigen kunst als massaproduct te creëren.
- Hij stelde zich op als chef van een team van kunstarbeiders die zich bezighielden met maken
van zeefafdrukken, films, boeken en tijdschriften. ‘The factory’.
Popart: kunststroming ontstaan in jaren vijftig in Engeland en Amerika. Maakt gebruik van beelden
en productieprocessen uit de consumptiemaatschappij.
Internetkunst: interactieve kunst, speciaal gemaakt voor internet.
Synthesizer: muziekinstrument dat elektronisch klanken opwekt die vergaand kunnen worden
gemanipuleerd, waardoor nieuwe klanken ontstaan. Meestal met toetsenbord.
Ambachtelijk: iets wat op traditionele manier met hand wordt gemaakt.
Industrieel: veel arbeid gebeurt met behulp van machines in fabrieken.
Hoofdstuk 6 – amusement en engagement
Satire: kunstvorm waarbij vaak op humoristische wijze maatschappijkritiek wordt gegeven.
Amusement: alles wat als belangrijkste doel heeft om mensen te vermaken.
Engagement: als iets aanzet tot nadenken over hoe het gaat met wereld.
, Hoofdstuk 13 – architectuur
Architectuur: kunst van ontwerpen van gebouwde omgeving: gebouwen, interieurs, landschappen en
steden.
Drie principes: schoonheid, stevigheid, bruikbaarheid.
5 stromingen:
1. Modernisme:
- 1920-1970
- Form follows function: geen tierelantijntjes, niks overbodigs.
- Wereldoorlogen – weinig economische groei.
2. Structuralisme:
- 1960-1990
- Reactie op modernisme.
- Geometrische structuur.
- Bestaat uit kleinere delen.
- Geïnspireerd op menselijke relaties.
3. Postmodernisme:
- 1980-2000
- Ook reactie op modernisme.
- Uitbundige kleuren, vrije vormen, speelse details.
- Gebruik stijlen uit verleden.
4. Neotraditionalisme:
- 1995-nu
- Weer tegenreactie op moderne architectuur.
- Terugkeer naar bouwstijlen van vroeger.
- Dorps.
5. Supermodernisme:
- 1995-nu
- Strak en industrieel.
- Opvallende vormen (mogelijk door technologie).
- Grootschalig, statement.
6 kenmerken:
1. Functie: wat is de functie van het gebouw?
- Soms af te lezen aan de vorm.
- Verschil vroeger <-> nu.
2. Vorm: wat is de vorm van het gebouw?
- Klassiek: symmetrie, centrale entree, versieringen ed.
- Modernisme: geen versieringen.
- Technologie: complexe, organische vormen.
- Blob (binary large object): ballonachtige, ronde vormen.
3. Omgeving: wat doet het gebouw met de omgeving?
- Kan opgaan in omgeving, andere gebouwen (materiaal, hoogte, vorm).
- Afwijken omgeving, contrast.
4. Materiaal: wat is het effect van het materiaal op het gebouw?
- Invloed op uitstraling.
- Veel glas geeft bijvoorbeeld vaak een moderne uitstraling.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saravanklij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.