Dit document bevat de kennisclips met relevante artikelen en daarbij horende uitleg. Ook worden verschillende gezichtspunten uit de relevante jurisprudentie genoemd en uitgelegd
Een of meerdere partijen gaan een verbintenis aan.
Redelijkheid en billijkheid: art. 6:248 jo. Art. 3:12 BW
‘Echte’ verbintenissen uit de wet
Onrechtmatige daad – art. 6:162 e.v BW; de onrechtmatige daad fungeert dus als bron van
een verbintenis tot het betalen van schadevergoeding.
Zaakwaarneming- art. 6:198 e.v BW; stel dat vandalen de ruit van je buren ingooien en je
iemand laat komen om het te repareren.
Onverschuldigde betaling – art. 6:203 e.v BW: stel dat de bank plots een geldbedrag op
iemands rekening stort, zonder dat daartoe een verplichting is. Dan ontstaat er bij de
persoon waar het bedrag naartoe is gestort een verplichting tot terug betaling.
Ongerechtvaardigde verrijking – art. 6:212 BW
Tekortkoming in de nakoming van een (andere) verbintenis
Het kan zijn dat iemand reeds schuldenaar van een verbintenis is en vervolgens tekort schiet
in de nakoming van die verbintenis. Dit kan zowel een verbintenis zijn die voortvloeit uit een
overeenkomst als uit een van de andere (bovengenoemde) bronnen van de verbintenis. Dit
kan op zich weer een bron van een verbintenis worden.
Art. 6:74 e.v BW
Rechtshandeling
Van een rechtshandeling is sprake wanneer een persoon een handeling verricht met de bedoeling
daarmee een bepaald rechtsgevolg tot stand te brengen – art. 3:33 BW.
- Voorbeeld: Het doen van een aanbod. Opzegging.
- De rechtshandeling is onderdeel van de meeromvattende categorie – rechtsfeiten.
Rechtsfeiten:
het objectieve recht dat gevolgen toekent aan bepaalde feiten die zich voordoen, dit is vaak bij
handelingen van partijen.
Verschillende soorten rechtsfeiten:
- Bloot rechtsfeit: geboren worden, meerderjarig worden etc.
- Rechtens relevante handelingen: dit heeft subcategorieën
, a. (sub)Rechtshandeling: de handelende persoon heeft het oogmerk om bepaalde gevolgen tot
stand te brengen.
b. (sub) Niet-rechtshandeling: de handelende persoon heeft met het verrichten van zijn/haar
handelingen helemaal niet de bedoeling om rechtsgevolgen voor zichzelf in leven te roepen,
maar waarbij het objectieve recht toch gevolgen toekent aan dat handelen. VB:
onrechtmatige daad – art. 6:162 BW.
Er zijn verschillende typen rechtshandelingen.
I. Eenzijdig: de rechtshandeling wordt door 1 persoon tot stand gebracht kan worden,
zonder dat daar voor samenwerking voor nodig is met andere partijen. –
a. eenzijdig gerichte rechtshandeling: het is naar iemand gericht, denk aan het
opzeggen van een abonnement.
b. Ongerichte eenzijdige rechtshandeling: niet tot 1 of meer mensen gericht of bereikt.
VB: opstellen testament.
II. Meerzijdige rechtshandeling.
a. Verbintenis-scheppende overeenkomst
A1: meerzijdig of wederkerig; de koopovereenkomst, omdat zowel de koper als de verkoper
schuldeiser en schuldenaar worden. (betalen en afleveren)
A2: eenzijdige overeenkomst: hier vloeit maar voor 1 partij een verbintenis uit voort. Denk
aan schenking. Hier rust er alleen een verbintenis op de schenker.
Algemene vereisten voor totstandkoming van een geldige rechtshandeling
Vereisten voor een geldige eenzijdige rechtshandeling
Art. 3:33 BW; een wil van een persoon die op rechtsgevolg is gericht- door bijv. zijn wil te verklaren
met een verklaring. Art. 3:37 lid 1 BW: verklaring kan in iedere vorm geschieden.
Wil en verklaring moeten met elkaar overeenstemmen
Art. 3:37 lid 3 BW: eenzijdig gerichte rechtshandelingen
Het is nodig voor de verklaring om haar werking te hebben, dat ze die persoon heeft bereikt.
Met bereiken bedoelt de wetgever: ‘ontvangen’ en daar kennis van zou kunnen nemen. Hij
hoeft er dus niet daadwerkelijk kennis van genomen te hebben.
Art. 3:37 lid 5 BW
Intrekking; eerder dan of gelijktijdig.
Vereisten voor een geldige meerzijdige rechtshandeling
Art. 6:217 lid 1 BW
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
Aanbod en aanvaarding: we hebben een aanbod en aanvaarding nodig dat voldoet aan de vereisten
van art. 3:33 BW. Het zijn op zich eenzijdige rechtshandelingen, maar samengesmeed een
meerzijdige; de overeenkomst.
Er moet sprake zijn van wilsovereenstemming tussen partijen, hetgeen dat zal blijken uit de
met elkaar overeenstemmende verklaringen van partijen.
, Specifieke vereisten voor een geldig aanbod
Geldig aanbod: moet ten eerste voldoen aan de algemene vereisten die gelden voor
rechtshandelingen (zie hierboven p2)
Aanvullende vereisten die specifiek gelden voor een aanbod
Aanbod met het oog op een juridisch niet-bindende afspraak.
Aanbod bevat (nog) niet de voornaamste elementen van de inhoud van een eventueel te
sluiten overeenkomst:
Advertenties: aanboden die we in advertenties tegenkomen.
- Aanbod van soortzaken door een onderneming
- Aanbod van een specifieke zaak (of andere prestatie) door een particulier.
- Over dit is er een uitspraak gedaan in Hofland/Hennis; in beginsel een uitnodiging om in
onderhandelingen te treden.
Het kan zijn dat er sprake is van een juridisch aanbod, maar dat dit aanbod is vervallen:
- Door tijdsverloop: art. 6:221 lid 1 BW – een mondeling aanbod vervalt wanneer het niet
onmiddellijk wordt aanvaard. Voor een schriftelijk aanbod geldt; het vervalt wanneer het niet
binnen een redelijke termijn wordt aanvaard.
- Het aanbod bevat een termijn voor aanvaarding, waarbij als het termijn verstreken is het
aanbod dus vervalt – art. 6:219 lid 1 BW
Door verwerping – art. 6:221 lid 2 BW.
- Met inbegrip van een afwijkende aanvaarding – art. 6:225 lid 1 BW.
Door herroeping – art. 6:219 BW.
Een met de verklaring overeenstemmende wil ontbreekt
Art. 3:35 BW j.o art. 3:11 BW – hierin staat ook de onderzoeksplicht.
Wanneer kan er sprake zijn van de onderzoeksplicht?
- Als er bijv. een onverwachte wilsverklaring is
- of als degene die de wilsverklaring af heeft gelegd de taal onvoldoende beheerst,
- of als er sprake is van een rechtshandeling om baat of om niet.
- Of hoe nadelig is de rechtshandeling voor degene die de wilsverklaring heeft afgelegd, hoe groter
het nadeel hoe groter de aanleiding voor onderzoeksplicht.
Geestelijke stoornis
Art. 3:34 BW
Ratio achter deze regeling: bepaalde bewijsproblemen oplossen.
Bewijsregels art. 3:34 lid 1 BW
- Een met de verklaring overeenstemmende wil wordt geacht te ontbreken indien:
1. Er is sprake van een geestelijke stoornis, en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annabe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,50. Je zit daarna nergens aan vast.